BAARS, Asser

Asser Baars

voorman van de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging en betrokken bij de oprichting van de Communistische Partij van Indonesië, is geboren te Amsterdam op 20 april 1892 en omgekomen in concentratiekamp Auschwitz op 6 maart 1944. Hij was de zoon van Benjamin Baars, diamantbewerker, en Judith Nerden. Op 15 oktober 1914 trad hij in het huwelijk met Anna Catharina Cheriex, arts, met wie hij een dochter en een zoon kreeg. Dit huwelijk werd ontbonden op 9 juli 1920. Op 17 mei 1921 hertrouwde hij met Onok Sawinah, met wie hij twee dochters en een zoon kreeg. Na zijn echtscheiding (op 10 april 1934) hertrouwde hij op 24 oktober 1934 met Leida Lansink. Dit huwelijk bleef kinderloos. Baars werd Dolf genoemd en liet in 1937 zijn voornaam officieel wijzigen in Adolf.

Baars studeerde te Delft af als civiel-ingenieur in 1914. Hij sloot zich tijdens zijn studietijd in Delft waarschijnlijk aan bij de SDAP en was lid van de SDAP-afdeling Amsterdam V, vóór hij eind 1914 naar Nederlands-Indië vertrok. Begin 1915 kwam hij in Indië aan, waar hij een aanstelling had als aspirant-ingenieur bij de Staatsspoorwegen, standplaats Batavia.

Kort hierna sloot Baars zich aan bij de in 1914 opgerichte Indische Sociaal Democratische Vereeniging (ISDV) en kwam hij in contact met Henk Sneevliet. Zij werden al spoedig de woordvoerders van de radicale vleugel van de ISDV. Van het blad, dat in oktober 1915 voortkwam uit de ISDV, Het Vrije Woord, werd Baars één der redacteuren. Hij leerde snel Maleis, onderhield regelmatig contact met de nationalistische massaorganisatie Sarekat Islam en richtte in 1917 een Indonesische zusterorganisatie van de ISDV op, de Sama Rata Hindia Bergerak, alsmede een Maleis blad, de Soeara Merdika, in 1918 voortgezet als Soeara Ra'jat. Inmiddels was Baars naar Soerabaja verhuisd, waar hij een aanstelling als leraar kreeg. In oktober 1917 werd hij ontslagen wegens scherpe kritiek op het gouvernement. Baars' belangrijkste talenten lagen op journalistiek en theoretisch gebied maar ook propagandistisch en organisatorisch verrichtte hij veel werk. Na van 1917 tot 1919 voorzitter van het hoofdbestuur van de ISDV te zijn geweest, vertrok hij in februari 1919 naar Nederland. Een jaar later keerde hij terug naar Indië en was vervolgens nauw betrokken bij de omvorming in 1920 van de ISDV tot de Perserikatan Kommunist di India, spoedig Partai Komunis Indonesia (PKI) geheten, waarvan hij bestuurslid werd.

In mei 1921 werd Baars bij gouvernementsbesluit geëxterneerd en vertrok hij met zijn Indonesische vrouw naar de Sovjet-Unie. Hij trad als ingenieur in dienst van de Autonome Industriële Kolonie (AIK) Koezbas bij Kemerowo in Siberië. Hier stond hij in nauw contact met onder anderen S.J. Rutgers en A. Struik. Als woordvoerder van de AIK overlegde Baars diverse malen met verschillende vertegenwoordigende lichamen en in 1926 werkte hij enige tijd als vertegenwoordiger van de organisatie in Berlijn. Reeds na enige jaren ging hij hevig twijfelen aan het communisme. Na zijn vertrek van de AIK, begin 1927, werkte hij nog enige tijd bij de hoogovens in Stalino. Eind 1927 keerde Baars als anticommunist terug naar Nederland.

In de jaren dertig wijdde hij zich intellectueel voornamelijk aan de economische wetenschap, waarbij hij enige jaren op wisselende basis werkte voor het Nederlandsch Economisch Instituut te Rotterdam. In 1937 promoveerde Baars in Delft tot doctor in de technische wetenschap. Zijn proefschrift werd gepubliceerd onder de titel Openbare werken en conjunctuurbeweging (Haarlem 1937).

Archief: 

Archief A. Baars in IISG (Amsterdam; vgl. Campfens, Aanvulling II in: TvSG, november 1986).

Publicaties: 

Het Proces Sneevliet (Semarang 1917; met H. Sneevliet); Sowjet-Rusland in de practijk. Indië tot leering (overdruk Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7,8,10-12 januari 1928); Technisch-economische problemen bij de Sowjetbedrijven (overdruk De Ingenieur, 1928, nrs. 17 en 18); De samenzwering in het Dongebied (Haarlem 1928); Het verbruik van algemeen benodigde consumptieartikelen (Haarlem 1933); Seizoensbewegingen in het economisch leven van Nederland (Haarlem 1934; met H.M.H.A. van der Valk).

Literatuur: 

F. Tichelman, Henk Sneevliet. Een politieke biografie (Amsterdam 1974); G.C. Trincher Rutgers, K. Trincher, Rutgers. Zijn leven en streven in Holland, Indonesië, Amerika en Rusland (Moskou 1974); M. Perthus, Henk Sneevliet revolutionair-socialist in Europa en Azië (Nijmegen 1976); J. Morriën, 'Aroen' Jan Stam, rebel in Indonesië en Nederland (Amsterdam 1984); F. Tichelman, Socialisme in Indonesië (Dordrecht 1985); E. Schwidder en F. Tichelman, Het proces Sneevliet / door A. Baars en H. Sneevliet (Leiden 1991); H. Olink, De vermoorde droom. (Drie Nederlandse idealisten in Sovjet-Rusland) (Amsterdam 1993); 'Waarom schrijf je nooit meer?' Briefwisseling Henriette Roland Holst - Henk Sneevliet (Amsterdam 1995); G. Voerman, De meridiaan van Moskou. De CPN en de Communistische Internationale (1919-1930) (Amsterdam/Antwerpen 2001).

Portret: 

A. Baars, IISG

Handtekening: 

Huwelijksakte van Baars/Cheriex dd. 15 oktober 1914. Reg 2H fol 8, akte 774; akteplaats Amsterdam. Als bruidegom.

Auteur: 
Alice Mul
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 1 (1986), p. 8-9
Laatst gewijzigd: 

22-05-2002