KOEJEMANS, Anthoon Johan

Anthoon Johan Koejemans

(roepnaam voor vrienden en bekenden: Koej), bestuurder Communistische Partij in Nederland en hoofdredacteur van De Waarheid, is geboren te Rotterdam op 20 april 1903 en overleden te Trier (Bondsrepubliek Duitsland) op 14 juni 1982. Hij was de zoon van Hendrik Johannes Koejemans, telefoonbeambte, later instrumentmaker, en Dirkje Hendrika Kiers, gemeentelijke vroedvrouw, Op 14 maart 1960 trad hij in het huwelijk met Sophia Willemina Schäffer, met wie hij twee dochters kreeg.
Pseudoniem: Cordial, Anthony Cowman.

Koejemans doorliep te Rotterdam de driejarige Hoogere Burgerschool en begon op een handelskantoor. Na het overlijden van zijn moeder in januari 1919 plaatste de voogdij hem, zijn broer en zusje uit huis. Koejemans kwam in Zutphen terecht, waar hij hulpklerk werd bij de Staatsspoorwegen. Hij was hervormd en volgde kort een catechisatiecursus bij de vrijzinnige, met het communisme sympathiserende dominee H.W.Ph.E. van den Bergh van Eysinga. Diens opvattingen zouden grote invloed op hem krijgen en hem ‘dialectisch’ Ieren denken. Bij de oprichting van de afdeling Zutphen van de Communistische Partij in Nederland (CPN) in januari 1920 sloot Koejemans, zeventien jaar oud, zich aan en werd direct afdelingssecretaris. Hierdoor kreeg hij moeilijkheden op zijn werk, maar hij genoot de steun van H.J. van Braambeek, hoofdbestuurslid van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel. Zelf was Koejemans lid van de Bond van Ambtenaren bij de Nederlandsche Spoorwegen (BANS). Hij klom op tot klerk en kwam via Utrecht in maart 1922 weer in Rotterdam terecht. In mei 1923 werd hij wegens bezuinigingen met wachtgeld ontslagen. Naar eigen zeggen was zijn militaire diensttijd als hospitaalsoldaat een ‘verveling zonder eind’. Bovendien werd hij er kaal. Hij werd actief in de CPN-afdeling, die in de partijtwisten van 1924-1925 voor D. Wijnkoop koos en geleid werd door G. van Burink. Koejemans ging voor vijf gulden per week schrijven voor de partijkrant De Tribune, promoveerde tot redacteur en verhuisde in 1928 naar Amsterdam. Hij keerde nog kort terug naar Rotterdam maar verbleef sinds oktober 1929 in Amsterdam. Hij kwam te werken bij G.J.M. van het Reve en leerde het vak vooral van G. van Munster, een ex-onderwijzer. De Tribune-redacteuren spraken ook in het land. Koejemans sprak in 1929 naar de mening van de overheid iets te enthousiast voor de stakende bootwerkers in Zaandam en bracht zeven weken in voorarrest te Haarlem door. Als gevolg van een radicale koers, vastgesteld op het CPN-congres in februari 1930, werden Van het Reve en Koejemans ontslagen en werd Paul de Groot - naar later bleek - tijdelijk hoofdredacteur. Anton Struik nam deze functie over na zijn terugkeer uit de Sovjet-Unie.

Koejemans werd opnieuw aangenomen bij De Tribune, die in de roerige dagen van het Jordaanoproer verhuisde naar Amsterdam West. Hij was, zoals hij zelf schreef, een alles-redacteur, voor de opmaak of voor het buiten- of binnenland, dan wel de sport. Hij was ook correspondent, als opvolger sinds 1932 van A.S. de Leeuw, voor de Kominternbladen Inprekorr en Die Welt (tot in 1941 toe). Daardoor kon hij jaarlijks de internationale bijeenkomsten van Inprekorr, meestal in Parijs, bijwonen. In het jaar 1933 bezocht hij de Sovjet-Unie. Om bij te verdienen vertaalde hij boeken, onder meer van M.N. Pokrovski Grepen uit de Russische geschiedenis (1932) en de herinneringen van J.A. Pjatnitski (1934). Van zijn vertaling van Micky Spillane, My gun is quick zou hij nog jarenlang financieel plezier hebben. Volgens G.J.M. van het Reve en schreef Koejemans omstreeks 1940 een detective onder het pseudoniem Anthony Cowman. Voorzover zijn werk het toeliet was hij ook in de plaatselijke partij-afdeling actief. Met J. Gortzak-de Vries was hij contactpersoon tussen de afdeling Jordaan en de bedrijfsledengroep PTT-hoofdkantoor. Bepaald trots was hij op de ochtendeditie van Het Volksdagblad - de voortzetting van De Tribune sinds 1937 - die op zijn initiatief werd begonnen. Koejemans zou bij Het Volksdagblad redacteur sport zijn geweest.

In Koejemans' in 1961 gepubliceerde herinneringen klinkt gedempt wel enige kritiek op de CPN door, zoals op het partijjargon, de super-status van 'Het Boek' - de onder leiding van Stalin geredigeerde Geschiedenis van de Communistische Partij der SowjetUnie (Bolsjewiki) (Moskou 1938; Amsterdam, Pegasus, 1939), de Nederlandse politiek tegenover vluchtelingen en de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie zoals het verdrag met A. Hitler en de overval op Finland in 1939 (de CPN-brochure De Waarheid over Finland uit 1940 was van de hand van Koejemans). Over de onderhandelingen van de CPN met de Duitse bezetter, bedoeld om Het Volksdagblad en Politiek en Cultuur legaal te kunnen laten verschijnen, deelt Koejemans, die hierbij aanwezig was, niets mee. Hij was in mei 1940 als redacteur ontslagen en werd met anderen 'in reserve' gehouden, en was dus niet betrokken bij de opbouw van het illegale net van partij en krant. Koejemans nam daarop een kleine leesbibliotheek en boekhandel in de Overamstelstraat over. Voordat de Gestapo in 1943 het 'tweede' illegale partijbestuur had opgerold, waarin J. Postma 'De Waarheid deed', verzocht D. Goulooze Koejemans hieraan mee te werken. Toen de derde illegale leiding gevormd werd, belastte deze Koejemans met de hoofdredactie. Begin 1944 kwamen B. Riezouw en Fr. Baruch hem met de krant helpen. Koejemans schreef tijdens de oorlog verschillende brochures: Naar de bevrijding (eind augustus 1943), De dag der vergelding (voorjaar 1944) en eveneens in voorjaar 1944 Nederland's wedergeboorte. Reactie of vooruitgang?. De laatste was een kritiek op Boisot (= J.G. de Beus), De Wedergeboorte van ons Koninkrijk.

In overleg met degenen die vanuit de illegaliteit een naoorlogse eenheidsvakbeweging voorbereidden, schreef hij De Communisten en de strijd om de vrijheid (november 1944), gericht tegen het op het NVV georiënteerde blad Paraat en begin 1945 het beginselprogram van de Eenheids Vakbeweging. Voor Koejemans was daarbij het artikel van Postma in de bundel Om Neêrlands Toekomst uit de zomer van 1943 richtinggevend. De ontwikkelingen bezuiden de grote rivieren na Dolle Dinsdag in september 1944 vereisten overleg over de te volgen weg. Koejemans zou met Brandenburg via Sliedrecht de oversteek maken. Dit mislukte en W. van Exter en anderen richtten met kerstmis 1944 de CPN Bevrijd Gebied op. Met Baruch, J. Brandenburg en anderen zat Koejemans in de winter van 1944-1945 in de redactie van het blad Scholing en Strijd dat zich bezon op het naoorlogse partijprogramma. Koejemans en F. Reuter hadden een ontmoeting met W. Drees over de toekomstige politiek. Dit was te meer nodig omdat 'Londen' de communisten stelselmatig uit alle overlegorganen had geweerd. Met B.W. Schaper van Vrij Nederland en W. van Norden van Het Parool was Koejemans voor De Waarheid betrokken geweest bij pogingen een gemeenschappelijk volksprogramma op te stellen, dat in november 1944 was uitgekomen.

Na de bevrijding in mei 1945 werd Koejemans hoofdredacteur van het legale en zeer populaire dagblad De Waarheid. Op 12 mei 1945 ondertekende Koejemans met andere leden van het zittende partijbestuur een manifest betreffende een conferentie van Waarheid-groepen. Hiermee wilde de uit zijn onderduik teruggekeerde De Groot een heroprichting van de CPN voorkomen ten gunste van een brede Waarheid-beweging. Met Van Exter en Reuter reisde Koejemans naar het congres van de Franse communistische partij, maar zij werden aan de grens vastgezet totdat het congres voorbij was. Daarna spraken zij toch nog met Franse leiders als J. Duclos en M. Thorez en ook met de Belgische communisten. Op de woelige 'juli-conferentie' voegde Koejemans zich bij de oppositie die de CPN wilde heroprichten. Met Riezouw schreef hij een deel van de discussiebijdrage, Goulooze en A.F. Mellink schreven een ander deel. Discussie was echter moeilijk, want ook De Groot was nu voor heroprichting van de CPN. Op het congres van 1946 werden zowel De Groot als Koejemans lid van het nieuwe partijbestuur. Koejemans hield zich vooral bezig met De Waarheid en wilde met vele jonge en nieuwe redacteuren een 'lekker' krantje maken, breed georiënteerd en leesbaar. Niet iedereen zou dit streven echter waarderen.

Na het partijcongres van 1946 ging Koejemans met collega-journalisten van zeer verschillende politieke kleur naar de Verenigde Staten, waar vooral het gesprek met professor C. Urey over de gevaren van de atoombom diepe indruk op hem maakte. Koejemans' streven naar een gesprek tussen wat hij de beide hoofdstromingen van de eigen tijd noemde - christendom en communisme - verdedigde hij tegenover 'andersdenkenden' als niets nieuws. Partijvoorzitter Ko Beuzemaker had in 1934 al een debat gehad met dominee J.J. Buskes. Naoorlogs hoogtepunt in zijn toenaderingspogingen tot figuren als Kr. Strijd en A. van Biemen was het debat met Buskes in mei 1947 in het Amsterdams Concertgebouw. De jaren van de Koude Oorlog waren echter aangebroken en het partijsecretariaat vond dat 'weeë Koejemans-gedoe' maar niets. In het najaar van 1947 oefende De Groot interne kritiek zonder veel argumentatie. Van de krant deugde 'geen snars'. De Groot werd hoofdredacteur, Koejemans werd ziek en verscheen niet meer op de krant. Op het kerstcongres van 1947 werd Koejemans niet herkozen in het partijbestuur en in januari 1948 werd hij ontslagen als hoofdredacteur 'wegens kleinburgerlijke en wankelmoedige stemmingen'. Daarna moest hij ook ontslag nemen als lid van de Eerste Kamer, waarvan hij sinds november 1945 lid was, en van Provinciale Staten van Noord-Holland. Wel woonde hij in april 1948 nog het Wereldvredescongres in Parijs namens de CPN bij.

Koejemans kwam te werken bij uitgeverij Pegasus, waarvoor hij enkele boeken vertaalde, onder meer van Hewlett Johnson. Ook hier werd het hem niet gemakkelijk gemaakt. Zo verschenen in 1952 twee vertalingen van hetzelfde boek bij Pegasus, een van Koejemans en een van K. van der Geest. J. Wijnkoop-van Rees benaderde hem over het archief van haar man. De CPN vond het goed dat hij dit ordende en een plan voor een biografie van Wijnkoop zou voorleggen. Af en toe kreeg Koejemans een historisch artikel geplaatst in De Waarheid, maar een verbeterde versie van een artikel in Politiek en Cultuur werd afgewezen. Een geschiedenis van het socialisme van de oertijd af, waaraan hij slechts een jaar had gewerkt, leverde hij bij De Groot in, maar deze schonk er geen aandacht aan. Artikelen onder het pseudoniem Cordial in De Vrije Katheder leidden tot een verbod nog in De Waarheid te publiceren. Bij Pegasus werd hij in 1953 ontslagen omdat er 'geen spat' werk uit zijn vingers kwam, wrang genoeg net voordat hij zijn 25-jarig jubileum als CPN-bezoldigde zou vieren. Dankzij vrienden kon hij voor weinig geld een verlopen boekhandel met leesbibliotheek in de Rijnstraat kopen, die hij Gorter noemde.

Wat de CPN betreft leek hij op dood spoor te zitten, maar na een aankondiging van een lezing voor Politeia over 'Acht gij de overwinning van een communistische maatschappijvorm in Nederland nog mogelijk?' kwam het CPN-bestuur in actie en eiste voorafgaand overleg. Daarop schreef Koejemans op 18 oktober 1955 een brief aan het partijsecretariaat met het verzoek hem niet meer als lid te beschouwen. Enkele halfhartige pogingen hem hierop te laten terugkomen hadden geen uitwerking. Koejemans schreef in een tweede brief dat de oorzaak van zijn bedanken lag in politieke en filosofische geschillen, die hoofdzakelijk de begrippen 'vrijheid' en 'discipline' betroffen. Jeugdherinneringen, het contact met Van den Bergh van Eysinga, een oudejaarspreek van Buskes in december 1944, kennismaking met de Dopers en met dominee Fr. Kuiper deden hem een andere weg inslaan. In 1958 werd hij op persoonlijke belijdenis gedoopt en lid van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam. Hier vond hij een nieuwe vriendenkring. Hij richtte met hen het blad In dit Amsterdam op, waarvan hij een aantal jaren redacteur was (1961-1968), en werd gekozen als lid van de kerkeraad (1960-1966). In deze tijd schreef hij ook de zeer leesbare maar weinig kritische biografie van David Wijnkoop, Een mens in de strijd voor het socialisme (Amsterdam 1967). In Van 'Ja' tot 'Amen' (Amsterdam 1961, 19642) beschreef hij zijn eigen ontwikkelingsgang. In andere boeken zette hij de dialoog voort: God in Berlijn (Amsterdam 1973) beschreef Oost-Duitsland echter zo, dat het was of hier de ideale socialistische samenleving was gerealiseerd. Verschil met vroeger was alleen dat hij toen het christendom als een stadium naar het communisme zag en later overtuigd was dat Christus de strijd zou winnen.

Archief: 

Archief A.J. Koejemans in IISG.

Publicaties: 

Behalve de genoemde: (met J.J. Buskes) Christendom en communisme. Gesprek (Amsterdam 1947); 'Het kleine partijtje en het vacuüm' in: De Vrije Katheder, juni 1948, 22-23; 'Na de verkiezingsuitslag' in: De Vrije Katheder, juli 1948, 6-7 (onder pseudoniem Cordial); De Waarheid marcheert! Wording en groei van de pers van de Nederlandse arbeidersklasse (Amsterdam 1949); 'Lenin en de oprichting der SDP' in: Politiek en Cultuur, 1949, 149-161 (reactie hierop: J. Knuttel, 'De oprichting en ontwikkeling der SDP. Kanttekeningen op het artikel van Koejemans' in: Cahiers over de geschiedenis van de Communistische Partij van Nederland, nr. 4, mei 1980, 5 1-58); 'Veertig jaar geleden stichtte Wijnkoop een zelfstandige arbeiderspartij' in: De Waarheid, 11.3.1949; 'Domela Nieuwenhuis' laatste meidag. "Vrede met de Sowjet-Unie"' in: De Waarheid, 30.4.1949; 'Domela Nieuwenhuis ter gedachtenis' in: De Waarheid, 17.11.1949; 'Ferdinand Domela Nieuwenhuis' in: Voorwaarts (CPN), 19.11.1949, 2-3; Jezus in Magnitogorsk. Een bijdrage tot de dialoog tussen Bijbels geloof en communisme (Amsterdam 1964); Doperse ketterijen (Amsterdam 1965, verzamelde toespraken en artikelen); Mennist... Merkwaardig?! (Kollum 1977); 'Een Doopsgezinde patriot in West-Brabant en de geboorte van de eerste Nederlandse grondwet' in: Doopsgezind Jaarboekje, 1983, 26-35.

Literatuur: 

C. Veltman, 'Antoon Koejemans: De gebeurtenissen lopen niet langs het lijntje dat wij uitstippelen' in: Hervormd Nederland, 4.3.1978, 3-4; Fr. Reuter, De Communistische Partij van Nederland in oorlogstijd (Amsterdam 1978); G. Harmsen, Rondom Daan Goulooze (Nijmegen 1980); H.J. Scheffer, Het Volksdagblad (Den Haag 1981) Noten 51-52, nrs. 89, 94 (tegen Koejemans' visie op de oprichting van De Tribune); De Waarheid, 17.6.1982; Nieuwe Rotterdamse Courant, 17.6.1982; I. Cornelissen, 'A.J.K. Koejemans, de liberale hoofdredacteur van "De Waarheid" in: Vrij Nederland, 26.6.1982; H. Bremer, 'Anton Koejemans - een doopsgezinde ketter' in: Algemeen Doopsgezind Weekblad, 3.7.1982; G. Harmsen, Nederlands Kommunisme (Nijmegen 1982); F. van den Burg, De Vrije Katheder 1945-1950 (Amsterdam 1983); A. Oosterbaan, 'Anthoon Johan Koejemans' in: Doopsgezind Jaarboekje, 1983, 12-14; H. Gortzak, Hoop zonder illusies (Amsterdam 1985); H. Galesloot, S. Legêne, Partij in het verzet. De CPN in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 1986); A.A. de Jonge in: BWN III, 340-342; J.W. Stutje, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986 (Amsterdam 2000); G. Voerman, De meridiaan van Moskou. De CPN en de Communistische Internationale (1919-1930) (Amsterdam 2001); J.M. Welcker in: The Mennonite Encyclopedia Supplement (te verschijnen).

Portret: 

A.J. Koejemans, foto-archief De Waarheid (Amsterdam)

Handtekening: 

IISG, Archief H.P.L. Wiessing, brieven.

Auteur: 
Johanna M. Welcker
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 4 (1990), p. 107-111
Laatst gewijzigd: 

14-02-2016 (publicatie toegevoegd)
03-03-2020 (beroep vader gecorrigeerd)
03-03-2023 (tekst t/m verblijf in Amsterdam, 1929, herzien)