LAAN, Kornelis ter

Kornelis ter Laan

(roepnaam: Kees, later Klaas), SDAP-Kamerlid en eerste SDAP-burgemeester, is geboren te Slochteren op 8 juli 1871 en overleden te Utrecht op 6 maart 1963. Hij was de zoon van Remko ter Laan, kleine landbouwer, en Metje Buurman. Hij was een broer van Jan ter Laan. Op 27 april 1895 trad hij in het huwelijk met Ida Groen, met wie hij een dochter en twee zoons kreeg.

Al jong kwam Ter Laan in aanraking met de ellende onder landarbeiders en kleine boeren in zijn verarmde geboortestreek. Hij bezocht de Franse school in Hoogezand en de HBS te Sappemeer, waar hij in contact kwam met socialistische fabrieksarbeiders. Hij las Multatuli, werd geheelonthouder en hoorde Domela Nieuwenhuis, Tj. Luitjes en A.H. Gerhard spreken. Wegens geldgebrek thuis werd hij na het volgen van normaallessen onderwijzer te Noordbroek, daarna te Sappemeer (1889). Na zijn diensttijd te Groningen was hij in het onderwijs werkzaam te Appingedam (1892), Dordrecht (1893) en Arnhem (1894).

Sinds 1892 was hij lid van de Sociaal-Democratische Onderwijzers Vereeniging (SDOV). Hij richtte in Appingedam een vóóruitstrevende krant op, was lid van de SociaalDemocratische Bond (SDB), maar bedankte toen de partij een anti-parlementaire koers koos. Ter Laan raakte in de ban van de internationale Vrijlandbeweging, die in Kenia een socialistische kolonie wilde stichten. Met H. Groustra, onderwijzer te Schildwolde, gaf hij het blad Vrijland uit. Hij richtte een Arnhemse afdeling op en vertaalde in 1895 het lijfboek van de beweging, Th. Hertzka's Freiland. Ein Zukunftsbild. In 1895 werd hij schoolhoofd te Sluis, in 1898 te Delft. Inmiddels getrouwd had hij de opvoeding van twee broers en een zuster op zich genomen. In Delft werd hij, behalve van De Dageraad, vermoedelijk ook lid van de Socialistenbond. In april 1900, drie maanden eerder dan de afdeling Delft van de Socialistenbond, trad hij tot de SDAP toe. Men kende hem volgens Henri Polak al als 'een oude strijder in de arbeidersbeweging en een bekende kracht in de onderwijzersbeweging'. In 1897 was Ter Laan lid van de Sociaal-Liberale partij, de politieke tak van de Vrijlandbeweging. Tijdens het kroningsfeest van Wilhelmina in september 1898 bestormden Oranjeklanten Ter Laan's woning en richtten vernielingen aan. Hij ontvluchtte toen met zijn gezin Delft. In 1901 stelde hij zich, gesteund door de volkskiesvereniging te Hoogezand, kandidaat voor de Tweede Kamer in dit district, waartoe ook zijn geboortestreek behoorde. Het SDAPpartijbestuur weigerde hem aanvankelijk steun, vanwege zijn onbekendheid in de partij. Door verbondenheid met de streek en een anti-militaristische stellingname wist hij de stemmen zowel van de plattelandsbevolking als van de kiezers in het anarchistisch gezinde Hoogezand-Sappemeer te winnen. Aanvankelijk als jongste Kamerlid werd Ter Laan secretaris van de SDAP-Kamerfractie en woordvoerder voor onderwijs (tot 1918) en militaire zaken. Ook hield hij zich bezig met ambtenarenpensioenen, drankbestrijding en zaken betreffende gemeentebestuur. Buiten de Kamer zette hij zich in voor de Bond van Miliciens en Oud-Miliciens, als secretaris van de afdeling Den Haag, waar hij sinds 1902 woonde, en als redacteur van De Milicien (1903-1907). Pogingen om de situatie van dienstplichtigen te verbeteren stuitten echter af op onwil van de rechtse partijen.

In 1905 werd Ter Laan als eerste socialist in de Haagse gemeenteraad gekozen. Zijn inzet en werkkracht vonden er grote waardering. Toen hij het district Hoogezand in 1909 verloor, kon hij dankzij Den Haag I zijn Kamerzetel behouden. Vanwege zijn bestuurlijke kwaliteiten benoemde minister Cort van der Linden hem in 1914 tot eerste socialistische burgemeester in Nederland in het rode Zaandam. Van burgerlijke zijde ondervond deze benoeming kritiek, vooral nadat Ter Laan stelling nam ten gunste van stakende houtbewerkers, het vlaggen bij verjaardagen van het Oranjehuis afschafte en het niet zo nauw nam met het handhaven van de zondagsrust. Zijn optreden dwong anderzijds de SDAP-wethouders tot gematigdheid. Als Kamerlid bleef Ter Laan een belangrijke rol op de achtergrond spelen. Hij kreeg zitting in de Legercommissie (1913), in de voor de afloop van de schoolstrijd belangrijke Bevredigingscommissie (1914) en was voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Staatsdrukkerij (1911-1946). Met zijn rede 'Ontwapening' opende hij de Campagne voor Nationale Ontwapening, die SDAP en NVV vanaf 1925 voerden. Hij was voorzitter van de gezamenlijke Commissie tot Onderzoek van het Militaire Vraagstuk en redigeerde het eindrapport, dat resulteerde in een wetsontwerp. Ook diende hij wetsontwerpen in met betrekking tot de leerplichtwet (1911, 1933) en de staatsloterijen (1933). Toen de SDAP-fractie besloot dat hij vanwege zijn leeftijd in 1937 moest aftreden als Kamerlid, moest hij constateren dat zijn wetsontwerp voor steun aan door de oorlog getroffen oud-soldaten opnieuw werd verworpen.

Na zijn pensionering wijdde hij zich vanuit zijn nieuwe woonplaats Wassenaar volledig aan de Groninger beweging. Vanaf 1902 was hij wetenswaardigheden over zijn geboortestreek gaan verzamelen. Het eerste resultaat, het Nieuw Groninger Woordenboek (1929), rondde hij in 1922 af. Maar liefst een vijftigtal werken van wisselende kwaliteit op taalkundig, volkskundig en letterkundig gebied volgde, zowel over Groningen als over Nederland als geheel. Hij werd voorzitter van de Algemeene Vereeniging 'Grönnen' en redacteur van Dörp en Stad. Soms kreeg hij kritiek, zoals van de communiste Roosje Vos, die in 1923 meende 'dat een leider van de sociaaldemocratische beweging zijn tijd beter had kunnen besteden in het belang van de arbeidersklasse'. Binnen de Groninger beweging, waarin hij tot op hoge leeftijd actief was, werd hij echter vereerd. Hij was ook erelid van het Multatuli-Genootschap en het Nederlands Volkskundig Genootschap.

Ter Laans optreden kenmerkte zich door een sterke zin voor het detail, het concrete en het persoonlijke. Hij was een harde werker, geen man van grote ideeën. De gortdroge parlementariër was echter tevens een vlammend redenaar en een begaafd verteller. Zijn socialistische overtuiging was in de eerste plaats gevoelsmatig. Zijn oorspronkelijke antimilitarisme, antimonarchisme en anticlericalisme werden later flink afgezwakt. Vooral zijn warme persoonlijke inzet als 'vader van de soldaten', 'burgervader' en 'vader' van de Groninger beweging maakte op tijdgenoten indruk.

Archief: 

Collectie K. ter Laan in Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (Den Haag).

Publicaties: 

Behalve de genoemde: Vrijland, een utopie nader bekeken (1897); De oude en de nieuwe militiewet (Den Haag 1903); Tegen het Nederlandsche Militarisme (Den Haag 1905); De nieuwe militiewet (Amsterdam 1912); Wat ieder van de nieuwe schoolwet weten moet (Zutphen 1932); Multatuli en twee van zijn discipelen, Mansholt en De Raaf (Leiden 1949); Nederlandse spreekwoorden en zegswijzen (Wassenaar 1950; 198417); Groninger Encyclopedie (1954-1955); zie ook: 'Lijst van geschriften van K. ter Laan', in: Driemaandelijkse Bladen, nieuwe serie 3 en 4, 1952-1953, 80-82; C. Keijsper (red.), K. ter Laan's Multatuli Encyclopedie (Den Haag 1995).

Literatuur: 

Ongeregeldheden tijdens de kroningsfeesten te Delft (z.pl. en z.j. (1898)) (herdruk Alkmaar 1989); G.J. ten Velden, Veertig jaren strijd (Delft 1938); Groningen. Cultureel maandblad, 1963, 97-132; P.J. Meertens, 'Kornelis ter Laan' in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1964-1965, 85-95; P.J. Oud, Het jongste verleden. Parlementaire geschiedenis van Nederland I (Assen 1968); J.J. 't Hoen, 'Klaas ter Laan. De eerste socialistische burgemeester in Nederland' in: Spiegel Historiael, mei 1973, 295-302; O.S. Knottnerus, 'Klaas ter Laan (1871-1963)' in: Een eeuw socialisme en arbeidersbeweging in Groningen 1885-1985 (Groningen 1986); R. Brouwer/ E. de Jonge e.a., Een mens komt dagen te kort. Over Kornelis ter Laan (1871-1963) (Groningen 1990); M. Brinkman, Willem Drees, de SDAP en de PvdA (Amsterdam 1998); J. de Roos, Besturen als kunst. Lokale sociaal-democraten 100 jaar verenigd (Amsterdam 2002).

Portret: 

K. ter Laan, 1901, IISG

Handtekening: 

Huwelijksakte van ter Laan/Groen dd. 27 april 1895. Boek 1895, akte 24; akteplaats Slochteren. Als bruidegom.

Auteur: 
Otto S. Knottnerus
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 1 (1986), p. 65-66
Laatst gewijzigd: 

10-12-2007