IISG

Belomorkanal

Het Witte Zeekanaal: een lofzang op de dwangarbeid

Van 1932 tot 1933 is ten noorden van Sint-Petersburg een 227 kilometer lang kanaal gegraven dat de Oostzee met de Witte Zee verbindt: het Witte Zeekanaal (Belomorkanal). Het is een van de grootste dwangarbeidprojecten uit de geschiedenis. Ongeveer 150.000 gevangenen moesten in twee jaar tijd dit kanaal met de hand graven, grotendeels door graniet en langs bestaande meren waarvan het waterpeil werd verhoogd. De gevangenen, een mengeling van boeren, 'politieke' gevangen en criminelen woonden in 9 kampen langs het tracé. De ingenieurs die het ontwerp maakten zijn voor de gelegenheid gearresteerd en werkten in een tekenzaal van de OGPOe (voorloper van de KGB) in Moskou, waar ze ook sliepen.

Het technische hoogtepunt van de opgave bestond uit het overbruggen van een hoogteverschil van 70 meter tussen het Onegameer en de top van de waterscheiding tussen dit meer en de Witte Zee. Daartoe is bij Povenets over een lengte van 12 kilometer een trap van 9 sluizen gebouwd. De sluisdeuren en kamers zijn uitgevoerd in hout. Hoewel erg smal functioneert het kanaal tot op heden in de vorstvrije periode. Het gebied waar het kanaal doorheen leidt heet Karelië, het is Fins-Russisch grensgebied. Eeuwenlang was het een vrijhaven voor met name oudgelovigen die er kloosters stichtten, waarvan die op de Solovki-eilanden het meest beroemd zijn. Tot de komst van het Witte Zeekanaal had het socialisme weinig vat op de dicht beboste streek.

Kanal imeni Stalina

Een curieus gegeven is dat over het kanaal een feestelijk boek is gemaakt, Kanal imeni Stalina (Kanaal genaamd Stalin). De eerste uitgave is gepubliceerd in januari 1934 en uitgereikt aan deelnemers van het 17e Partijcongres in Moskou. Een brigade van 36 schrijvers met Gorki aan het hoofd en onder redactie van de OGPOe heeft deze lofzang op de dwangarbeid geschreven. Het was Gorki's ideaal dat schrijvers in collectieven zouden werken, net als op de kolchoz. Hij lichtte het idee voor het boek toe op een bijeenkomst bij hem thuis met schrijvers en in aanwezigheid van Stalin. Daarbij omschreef Stalin hen als 'ingenieurs van de ziel'. Ter voorbereiding organiseerde de OGPOe een boottochtje over het bijna voltooide kanaal waaraan veel meer schrijvers deelnamen, ongeveer 120. De illustraties in het boek zijn van onder anderen de fotograaf Rodchenko. Het hoofdthema is de verlossende werking die uitgaat van fysieke arbeid. Het weerbarstige Karelische graniet dat van criminelen en afvalligen modelsocialisten maakt.

De schrijvers hadden allemaal een andere motivatie om aan het boek mee te werken. Sommigen hadden geen besef van de schaal waarop in de Sovjet Unie in die jaren mensen vernietigd werden, anderen waren misschien gewoon bang. Victor Shklovsky (1893-1984) werkte waarschijnlijk mee omdat zijn broer in een van de kanaalkampen gevangen zat. Zijn bijdrage had geen effect, Vladimir Shklovsky zat zijn straf uit en werd in 1937 opnieuw gearresteerd. Daarop volgde executie. Michael Zoshchenko (1895-1958) heeft als enige van de 36 schrijvers een hoofdstuk op eigen naam mogen schrijven. Het gaat over gevangene Rottenberg die als kruimeldief de draad in het leven kwijt is en door het kampleven weer op het goede spoor terechtkomt.

De verheffende werking van dwangarbeid werd niet alleen aan de buitenwacht gepresenteerd. In de kanaalkampen functioneerde een Cultuur- Educatieve Afdeling (KVO) met een door gevangenen gemaakte krant, tentoonstellingen, toneel etc. Het kampkrantje heette Perekovka, letterlijk: omsmeding (van gevangenen tot goede socialisten). Een van de redacteuren was de schrijver Sergej Alymov die als gevangene aan het kanaal meebouwde. Hij droeg ook bij aan Kanal imeni Stalina en kende als enige uit het auteurscollectief de situatie van binnenuit.

Niemand weet hoeveel gevangen zijn omgekomen bij het openbreken van het graniet onder barre omstandigheden. Solzhenitsyn hield het op 100.000. Veel informatie bevindt zich in de archieven van de FSB (huidige nieuwe naam van de KGB), en de tendens in Rusland is dat dergelijke archieven zich na een aantal jaren van betrekkelijke openheid weer sluiten. Veldonderzoek naar graven is nooit verricht. Feit is dat 100.000 gevangenen in de eerste paar kilometer tot de 8e sluis 'zoek' zijn geraakt. Uit archieven valt op te maken dat zij in drie maanden tijd zijn ingestroomd en daarna nooit meer uitgeschreven.

In 2003 werd het 70-jarig bestaan van het Witte Zeekanaal gevierd en herdacht. De stad Medvezjegorsk heeft een sympathiek museum met een aantal zalen gewijd aan de bouw van het kanaal. Het bevindt zich in een hotel dat in 1933 speciaal voor Stalin is gebouwd om de feestelijke opening van het kanaal bij te wonen. En Petrozavodsk heeft een museumpje dat is gewijd aan de politieke repressie. Het is tevens een documentatiecentrum. Soms komen er oudjes binnen om foto's en documenten af te staan die dan een plek krijgen in de vitrines.

Tekst: Bastiaan Kwast, maart 2003
top