IISG

Chinezen van Amsterdam

Pindakoekjesverkoper

Chinese pindakoekjesverkoper. Uit: F.van Heek, Chineesche immigranten in Nederland (Amsterdam, 1936)

De Chinezen die vanaf circa 1900 Nederland binnenkwamen waren vrijwel allemaal zeelieden en meer in het bijzonder stokers. Nederland zag weinig van ze. Ze werkten immers op de stoomschepen van de grote rederijen als KNSM, Oceaan en SMN. Tussen de contracten door verbleven ze in boardinghouses in Rotterdam en Amsterdam. In Rotterdam, waar de Chinese minderheid lange tijd veel groter was dan die in Amsterdam, concentreerde de Chinese bevolking zich op Katendrecht. In Amsterdam woonden de Chinezen in en rond de Binnen Bantammerstraat. Bij de rederijen waren de Chinezen geliefd vanwege hun lage lonen; in 1911 bij de grote zeeliedenstaking werden Chinezen als stakingsbrekers achter de hand gehouden. De Chinese zeelieden werden als groep per schip aangemonsterd. De contactpersoon heette 'number one', doorgaans de 1ste stoker en hij was meestal de enige van de ploeg die een beetje Engels of, nog zeldzamer, een beetje Nederlands sprak. De baas van het boarding house trad meestal op als shippingmaster. Hij sloot voor de rederij het contract met number one en die zorgde dat de rest van de groep beschikbaar was. Het loon bedroeg ongeveer 70% van wat een Nederlandse zeeman verdiende. Van dat loon ging dan ook nog eens 90% naar de shippingmaster voor bemiddeling, kost- en inwoning en krediet.
Het Nederlandse publiek leerde de Chinezen pas echt kennen in 1931, toen inventieve afgedankte zeelieden pindakoekjes op straat gingen venten.

De crisis had de stokers werkloos in de logementen achtergelaten. De overgang van stoom naar diesel op de schepen van de grote vaart maakte hun vooruitzichten extra somber. Verpaupering van de toch al tamelijk arme zeelieden en zelfs honger sloegen toe. Een rechtspositie en ondersteuning kenden ze niet. In deze tijd ging de overheid actief over tot onvrijwillige terugzending naar China. Waarschijnlijk zijn er in de dertiger jaren 1000 Chinezen, waaronder bejaarden en zieken, gedwongen naar China gerepatrieerd.

Restaurants
Josephine Baker voor restaurant Kong Hing

Josephine Baker voor restaurant Kong Hing, 1932.

Een andere tak van bedrijvigheid die later zeer in het oog zou springen, ontstond aan de vooravond van de crisis. Dat waren de restaurants. In 1928 werd het eerste Chinese restaurant waar ook Nederlanders kwamen in de Binnen Bantammerstraat geopend. De eigenaar was Ng Ho Yong die zijn boardinghouse inwisselde voor het restaurantbedrijf. Zijn restaurant 'Kong Hing' werd een succes. De Amerikaanse zangeres en danseres Josephine Baker bezocht het restaurant diverse malen en liet zich in 1932 voor de deur fotograferen.
De groep die na de moeilijke jaren van de tweede wereldoorlog in Nederland actief bleef was vrijwel volledig betrokken bij het restaurantbedrijf. In de jaren van wederopbouw begon 'de Chinees' zijn grote opmars. Uiteindelijk mocht in elke Nederlandse stad of wijk groter dan 10.000 inwoners, volgens een norm van het ministerie van Economische Zaken uit 1980, een Chinees restaurant gevestigd worden.
De groep Chinezen in Nederland groeide daarom tijdens deze periode, maar ook daarna nog. Nu aangevuld met mensen uit Hong Kong en de 'new territories', streken waar globaal genomen ook de al aanwezige Chinezen vandaan kwamen. De rechtspositie van de Chinezen week af van die van andere immigranten en werkte illegale migratie in de hand. De Amsterdamse hoofdcommissaris Toorenaar schatte de hoeveelheid illegale Chinezen in 1975 in Amsterdam op 5.000 mensen.

Het centrum van Chinees Nederland bleef lange tijd de Binnen Bantammerstraat. Behalve een reeks restaurants waren hier ook de slechts voor Chinezen toegankelijke gokhuizen en opiumkitten gevestigd. De jaren zeventig zijn jaren van grote veranderingen in Amsterdam en niet alleen voor de Chinese gemeenschap. De groep groeide enorm, maar de 'ouderwetse' Chinese gemeenschap bestond nog. Nieuwe problemen kwamen snel op de hele samenleving af. Heroïne stak de kop op. De Nieuwmarktbuurt, al onherstelbaar beschadigd door het verlies van de joodse bevolking in de Tweede Wereldoorlog, zag er vanwege de sloop voor de bouw van de metro jarenlang uit als een zojuist gebombardeerd stuk stad. In die jaren krijgen Nico Polak en Ab Koers toegang tot een gesloten wereld die mede daarom buitenstaanders enorm fascineert.

Een aantal andere reportages

Van die fascinatie is regelmatig in de pers verslag gedaan, zowel voor als na 1972. Ook fotografen hebben een belangrijke bijdrage geleverd en dat ligt voor de hand. Het exotische valt op; de Chinese gemeenschap is fotogeniek. Daarvan getuigt een aantal reportages, dat in verloop van tijd in de Nederlandse geïllustreerde pers is verschenen.

Uit Het Leven van 27 maart 1922

Uit Het Leven van 27 maart 1922

Het Leven was in de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog geregeld geïnteresseerd in de Chinezen.
Al op 27 maart 1922 opende Het Leven met een reportage getiteld 'In de Rotterdamsche "China-town"'. De elementen die we ook later vaker tegenkomen bij de fascinatie van de gevestigde Nederlandse samenleving treffen we hier al aan: de geslotenheid van de gemeenschap, de liefde voor gokken en de opium.

Op 7 januari 1933 opent het blad met een grote foto, gemonteerd tot door de kop, van een Chinese pindaverkoper met als bijschrift: 'Lekka... lekka... pinda...pinda'. Een jaar later, op 24 maart 1934 en op 7 april 1934, brengt Het Leven in twee delen de reportage 'Verdoolden uit het Hemelsche Rijk. Bij de Chineezen op Katendrecht'. Het bordje in een boardinghouse 'Streng! verboden voor Hollanders' wekte de grote belangstelling van de journalist.

Na de oorlog heeft Sem Presser de opkrabbelende gemeenschap rond de Binnen Banmtammerstraat beschreven en gefotografeerd voor De Week in Beeld van 20 september 1947.

Kapsalon Oost en West

Amsterdam 1947, Chinezen in de Binnen Bantammerstraat, Kapsalon 'Oost en West', famillie Chan Ching Hing. Foto: Sem Presser/MAI.

Later, in 1966, schreef Nico Polak voor Het Vrije Volk een reportage van twee pagina's over de Binnen Bantammerstraat waaruit het volgende citaat een aardig beeld geeft: 'Vraag 3: Welke typisch Chinese instellingen telt de Binnen Bantammerstraat en zijn omgeving? Antwoord: Acht Chinese restaurants voor Nederlanders, vier gokhuizen, twee opiumkitten, enkele boardinghouses, drie unieke buurtcafés, een in Chinezenkapsels gespecialiseerde kapper, twee toko's, drie clubhuizen van onderscheidene groepen Chinezen en vier Chinese restaurants voor Chinezen'.

Met Ab Koers werd de buurt nogmaals geportretteerd in 1972 voor Avenue waarvan wij hier dus een aantal foto's laten zien. Nico Polak wijdde nog een achtergrondverhaal aan de moord op Chung Mon in 1975 in de HP van 15 november van dat jaar.
Ook daarna bleef er belangstelling, ondanks dat Nederland en vooral Amsterdam een enorme toename van meer of minder fotogenieke minderheden kende.

Millie Low fotografeerde tussen 1981 en 1984 in de Binnen Bantammerstraat. Zij was mede op zoek naar haar eigen wortels als kind van een Chinese vader en Nederlandse moeder. Zij zocht in haar werk naar het gewone leven van de Chinezen en juist niet naar de sensatie van triaden of opium. Haar werk is gepubliceerd in Plaatwerk in 1984 nr.7 augustus. Veel van haar foto's werden tevens gebruikt voor de publicatie De Chinezen van Gregor Benton en Hans Vermeulen uit 1987.

Van 23 oktober 1990 tot 6 januari 1991 werd in het Amsterdams Historisch Museum een tentoonstelling gehouden met als titel 'Dongfeng - Oostenwind'. Voor deze tentoonstelling maakte fotograaf Cor Jaring in opdracht een fotoreportage over de Chinezen van Amsterdam. Het IISG besteedde vlak daarna, in mei 1991, aandacht aan China en de Chinezen in Nederland met de tentoonstelling 'Verleden in fragmenten...'.

Hang Ying Fong, serveerster in restaurant Golden Chopsticks

Hang Ying Fong, serveerster in restaurant Golden Chopsticks in de Damstraat.
Foto: Venus Veldhoen

Een meer recente getuigenis van Chinees Nederland is het werk van Venus Veldhoen. Zij maakte de serie 'Amsterdamse Chinezen' gemaakt in opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst in 2000. Dit werk is tentoongesteld in 2001 in het Amsterdams Historisch Museum onder de titel 'Een draak ontwaakt'. Het zijn foto's over de bouw van de Chinese tempel aan de Zeedijk en de Chinese gemeenschap in Amsterdam.
Deze foto's zijn ook gebruikt bij publicaties, zoals in M Magazine van NRC/Handelsblad. Mag deze serie dan ook de exotische aspecten van de Chinese minderheid in Amsterdam laten zien, de sfeer is duidelijk een andere: hier hebben we te maken met een relatief grote, gevestigde, diverse en gewaardeerde gemeenschap waarvan de etnische eigenheid onomstreden is.

Ab Koers
Ab Koers belaagd door politie

Ab Koers belaagd door politie. Amsterdam, medio jaren '60. Foto: Ron Kroon BG A62/162

Ab Koers werd geboren op 14 oktober 1936. Hij is werkzaam geweest als fotojournalist van 1960 tot 2003. Hij begon zijn loopbaan bij het "Fototechnisch bureau van Es". Daarna werd hij laborant bij Het Vrije Volk. Vanaf 1962 werkte hij bij deze krant als fotojournalist. Van 1968 tot en met 2003 heeft Ab Koers free-lance werk gedaan. Zijn foto's zijn gepubliceerd in Vrij Nederland, N.V.J.- De journalist, Aannemers / Bouwers en Viva.


Literatuur

- Gregor Benton en Hans Vermeulen, De Chinezen (Muiderberg, 1987) (IISG signatuur: 1995/1615)
- Frank Bovenkerk en Lodewijk Brunt (eds.), 'Pinda-Chinezen' in: De rafelrand van Amsterdam (Meppel, 1977) (IISG signatuur: 125/168)
- Ingrid Groenen en Stefan landsberger (eds.), 'Waar de zon schijnt vindt men Chinezen'. China in Nederland (Amsterdam, 1986) (IISG signatuur: 331/96)
- F. van Heek, Chineesche immigranten in Nederland (Amsterdam, 1936) (IISG signatuur: 81/48)
- Oei Hong Kian, Kind van het land. Peranakan-Chinezen in drie culturen (Rotterdam, 1998) (IISG signatuur: 1998/4864)
- Frouke Wieringa , Dongfeng Oostenwind: Chinezen in Nederland (Amsterdam, 1990) (IISG signatuur Bro 2886/20 fol)
- Wim Willems en Annemarie Cottaar, 'Chinezen', in: Het beeld van Nederland (Baarn, 1989) (IISG signatuur: 1990/2523)
- H.J.J. Wubben, "Chineezen en ander Aziatisch ongedierte". Lotgevallen van Chinese immigranten in Nederland, 1911-1940 (Zutphen, 1986) (IISG signatuur: 322/184)
- Yocklang Chong, De Chinezen van de Binnen Bantammerstraat. Een geschiedenis van drie generaties (Amsterdam, 2005) (IISG signatuur: 2006/212)

Reportages

- 'In de Rotterdamsche China-town' Het Leven 27 maart 1922 (IISG signatuur: ZK 52690)
- 'Lekka lekka pinda pinda' Het Leven 7 januari 1933
- 'Verdoolden uit het Hemelsche Rijk. Bij de Chineezen op Katendrecht', Het Leven 24 maart 1934 en 7 april 1934
- Sem Presser, 'China in Nederland', De week in Beeld 20 september 1947 8-9
- Nico Polak, 'De Binnen Bantammerstraat en de boze geest in de Hollandse gaper', Het Vrije Volk weekeindbijvoegsel Vrijuit 22 januari 1966
- Nico Polak en Ab Koers, 'De Chinezen van Amsterdam', Avenue februari 1973 42-53
- Nico Polak, 'Het nieuwe Chinatown van Amsterdam. Vijftig kilo horse uit Hongkong', HP 15 november 1975 42-48
- Chinezen in Amsterdam - foto's Millie Low. Interview Hans Aarsman. In Plaatwerk 1984 nr.7 augustus 8-19
- Elma Verhey, 'De Binnen Bantammerstraat', Vrij Nederland Bijvoegsel 14 september 1985 (IISG signatuur: ZK 40932)

Supplement
- Patrick Meershoek en Dingena Mol (foto's), 'De Oriënt in de Stormsteeg', Het Parool, PS van de Week (Amsterdam, 3 april 2010) 14-19.
- Patrick Meershoek en Jean Pierre Jans (foto's), 'Mahjong bij Tung Lok is gezellig en nuttig', Het Parool (Amsterdam, 25 september 2010) 28-29.
- Aukelien Weverling en Jaymee Maguire (foto's) 'Hoera! Honderd jaar Chinezen', NL jrg 7 2010 nr.20 15-17.

Tekst en samenstelling: Huub Sanders 24 januari 2008
top