IISG

Mohammad Hatta, moslim en westers intellectueel

Nederlandse brieven van Mohammad Hatta 1936-1940

Moslim en westers intellectueel
Mohammed Hatta"Ik ben geen bewonderaar van de practijken van de Westersche democratie, maar ik hoop op de overwinning van den democratischen geest."
Aldus Mohammad Hatta, leider van de Indonesische nationalisten en eerste vice-president van de onafhankelijke republiek Indonesia, in een brief naar aanleiding van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (september 1939). Mohammad Hatta (1902-1980) was zowel een vrome moslim als een moderne, westers opgeleide politicus en econoom. Hij verkeerde in Indonesische traditionalistische en modernistische islamitische kringen en maakte deel uit van de Nederlandse politiek en cultuur. Tijdens zijn lange periode van gevangenschap in de jaren '30 schreef hij veel theoretische beschouwingen over economie en politiek, terwijl hij de kinderen van medegevangenen wegwijs maakte in de Nederlandse kinderboekenliteratuur. Ondertussen bestudeerde hij Das Kapital van Marx en las The New Statesman and Nation.
Volgens zijn politieke maat en medegevangene Soetan Sjahrir was Hatta's Nederlandse identiteit veel dieper geworteld dan hijzelf wilde geloven: 'Ondanks zijn kritiek op de Nederlandse koloniale politiek bleef Hatta Nederlandse gevoelens koesteren. Hij bleef Nederlander in die zin dat hij het Nederlandse gouvernement niet beschouwde als een buitenlands, vreemd element, maar meer zoals een politieke opponent in Nederland zijn eigen regering bezag.' Brieven van Hatta aan zijn oude vriend en politieke geestverwant Johannes Post bevestigen dit beeld. Niet alleen de inhoud van de brieven, maar ook de schrijfstijl laat zien hoe Nederlands Hatta in wezen was: zijn hypercorrecte, omzichtige formuleringen zijn typisch die van een Indonesische student binnen het Nederlandse onderwijssysteem, die geleerd heeft zich aan te passen en zijn best te doen - alles ' zoals het hoort.'

Mohammad Hatta 1902-1980
Mohammad Hatta werd in 1902 geboren in het West-Sumatraanse Bukittingi. Hij groeide op in een traditionalistische islamitische familie. Zowel zijn grootvader als zijn vader waren conservatieve ulama (islam-geleerden). Op de middelbare school kwam hij onder invloed van modernistische islamitische leraren, die voorstander waren van sociale en economische verandering in Indonesië. In zijn jeugd werd hij lid van de nationalistische Jong-Sumatranen Bond. Hatta studeerde van 1923 tot 1932 economie aan de Hogeschool van Rotterdam en werd actief als voorzitter van de Perhimpoenan Indonesia (PI), de vereniging van Indonesische studenten in Nederland. Deze democraat in hart en nieren ontpopte zich als een voorvechter van onafhankelijkheid.
Afscheidsfeest SukimanVanwege een artikel in het tijdschrift Indonesia Merdeka over het koloniale Nederlandse bewind werd Hatta in 1927 gearresteerd. Hij werd van landverraad beschuldigd, maar door een Nederlandse rechtbank vrijgesproken. Daarbij werd hij gesteund door de Nederlandse dichteres en socialiste Henriette Roland Holst, met wie hij ook in zijn latere leven contact bleef houden. Na afronding van zijn studie aan de Rotterdamse Hogeschool keerde Hatta naar Indonesië terug. Teleurgesteld en boos over de repressieve maatregelen van de koloniale regering werd hij daar een voorman van de zogeheten non-coöperatieve nationalisten. Zij predikten niet de revolutie op zich, maar wilden veranderingen aanbrengen binnen het gegeven bestel. In 1934 werd Hatta opgepakt en verbannen naar Boven-Digoel, en later naar Bandaneira (Molukken).
Hatta werd tweemaal van landverraad beschuldigd, in 1927 in Nederland en in 1934 in Nederlands-Indië, waarover hij zei: 'de eerste maal sprak een Nederlandse rechtbank mij vrij, de tweede maal de wereldgeschiedenis.' Want in 1942 werd Hatta door de Japanse bezetters van Indonesië in vrijheid gesteld. Hatta werd adviseur van de Japanse militaire regering en ging, zoals veel Indonesische nationalisten, een gereserveerde samenwerking met de Japanse bezetters aan. Samen met Soekarno werd hij een prominente nationalistische leider van Indonesië. Onder druk van Indonesische jongeren proclameerden zij op 17 augustus 1945 Indonesië onafhankelijk van Nederland. Hatta werd vice-president van de nieuwe republiek. Tijdens de onderhandelingen over de soevereiniteitsoverdracht stond Mohammad Hatta aan het hoofd van de delegatie van de Republiek Indonesië. Hij was vice-president van 1946 tot 1956, waarvan premier tussen 1948 en 1950. Hatta overleed in 1980 in Jakarta.

Brieven vanuit gevangenschap
Brief van HattaDe briefwisseling van Hatta en Johannes Post begint nadat Hatta van zijn gevangenschap in Boven-Digoel (Nieuw-Guinea) is overgebracht naar de Banda-eilanden (Molukken). In 1934 was zijn detentie begonnen in Tanah Merah, een dorp in westelijk Nieuw-Guinea waar Hatta onder permanente bewaking een klein optrekje had. Iedereen op Boven-Digoel viel ten prooi aan de malaria. Na protesten werden Hatta en zijn kompaan Soetan Sjahrir begin 1936 verplaatst naar Banda Neira. Ze kregen een toelage van f 75 per maand en konden daarvan een huis huren. In dat huis zette Hatta een soort privé-schooltje op voor de kinderen van geestverwanten. Hatta assisteerde ook bij de oprichting van een landbouwcoöperatie. Hij verzamelde boeken om zich heen en schreef daarover: 'Mijn levensfilosofie is: ga de strijd aan als je vrij bent; als ze je vleugellam hebben gemaakt in gevangenschap, probeer dan zoveel mogelijk kennis op te doen.
Voor die verbreding van zijn kennis deed Hatta een beroep op zijn oude Nederlandse vrienden Henriette Roland Holst [archief] en Johannes Post. Henriette Roland Holst, de Nederlandse dichteres en socialiste, had eind jaren twintig partij gekozen voor Indiase en Indonesische nationalisten en ondersteunde hen in woord en daad. Hetzelfde gold voor Hatta's en Roland Holsts gemeenschappelijke vriend Johannes Post. Johannes Eduard Post (1880-1945) was een idealistisch zakenman in Amsterdam. Hij verstrekte leningen, gaf hulp aan stakers en dienstweigeraars en was actief in de antikoloniale beweging, waardoor hij bevriend raakte met Hatta en andere Indonesische studenten in Nederland.
De brieven van Hatta zijn bewaard in het archief Johannes Post op het IISG, de brieven van Post aan Hatta zijn, voor zo ver bekend, verloren gegaan.

Literatuur
Literatuur: H. Bergema (red), Pioniers van het nieuwe Azië (Franeker 1959) 331-467
N. Markus, 'Mensen ontmoeten elkaar. Het weerzien van Henriette Roland Holst en Mohammad Hatta' in: Vertrouwd en Vreemd... (Hilversum 2000) 217-229
Mavis Rose, Indonesia Free, a political biography of Mohammad Hatta (Ithaca 1987)
I.F.M. Salim, Vijftien jaar Boven-Digoel. Concentratiekamp in Nieuw-Guinea... (Amsterdam 1973)

Tekst Emile Schwidder, Margreet Schrevel
top