IISG

Papieren van de Spaanse anarchist Liberto Sarrau Royes (1920-2001) in het IISG

Liberto Sarrau Royes, 1979 Op 27 oktober 2001 stierf in Parijs Liberto Sarrau Royes, 81 jaar oud. In de loop van 2002 ontving het IISG van zijn weduwe Joaquina Dorado te Parijs zijn persoonlijk archief.

Liberto Sarrau werd op 15 juni 1920 in Fraga in de provincie Huesca geboren. Zijn vader, Antonio Sarrau, was mijnwerker, maar vestigde zich na een zwaar bedrijfsongeval met zijn gezin in Barcelona, waar hij actief deelnam aan de arbeidersstrijd als lid van de anarcho-syndicalistische CNT. Nadat zijn vader daardoor zijn baan had verloren, opende hij een krantenkiosk. Daar raakte de jonge Liberto vertrouwd met de wereld van de pers en hij publiceerde zijn eerste artikel in 1932 in de rubriek 'Tribuna Infantil' van de Barcelonese krant Solidaridad Humana (jrg 1, nr 2, 15 april). Hij bezocht de door de CNT-textielbond opgerichte rationalistische school Natura van Juan Puig Elias, en schreef al op jonge leeftijd twee brochures die in 1937 in de reeks La Novela Ideal werden gepubliceerd: Juanillo el abandonado (no. 545) en Rebeldia vivida (no. 579). Veertig jaar later zou de anarchistische schrijver Juan Llarch Los días rojinegros publiceren over het zelfde onderwerp. Beiden waren in de zelfde fabriek werkzaam geweest.

Sarrau sloot zich in 1936 aan bij de Juventudes Libertarias (JJLL) en maakte in de eerste oorlogsjaren deel uit van een landbouwcollectief, tot hij oud genoeg was om dienst te nemen in de 26e Divisie, de zgn. Durruti-colonne. Na de nederlaag van de Republiek wist hij naar Frankrijk te ontkomen, waar hij in verscheidene kampen voor Spaanse vluchtelingen verbleef totdat hij er in slaagde te ontsnappen. Zijn vader werd in Barcelona gefusilleerd.

La Bestia

La Bestia

Na een verblijf in Franse concentratiekampen en een korte periode als vrij man tot 1941, werd hij tewerkgesteld aan de bouw van de Atlantik-Wall door de Organisation Todt. De Organisation Todt zette veel in Frankrijk verblijvende vreemdelingen in als dwangarbeiders. Ook hier wist Sarrau te ontsnappen, keerde terug naar Spanje en ging via Portugal naar Casablanca. In Noord-Afrika schreef hij in verschillende anarchistische publikaties zoals Inquietudes Libertarias en Libre Examen die verschenen in Oran en Solidaridad Obrera te Algiers. Daar circuleerde ook zijn handgeschreven bulletin La Bestia (Dar-Beida, Marokko, 1944).

Met de bevrijding van Frankrijk ging Sarrau weer meewerken aan diverse anarchistische publikaties en werd opnieuw actief in de JJLL, waarin hij vooraanstaande posities bekleedde. In 1946 ging hij samen met zijn compañera Joaquina Dorado terug naar Spanje om het verzet te organiseren. In Barcelona ontmoetten ze Raúl Carballeira met wie ze tot de groep 3 de Mayo behoorden. In Madrid was hij in 1946 betrokken bij de oprichting van het Comité Peninsular de la Federación Ibérica de Juventudes Libertarias(FIJL).

Alberto Sarrau, 1946

Alberto Sarrau (rechts), 1946

Na een kort verblijf in Frankrijk keerde hij in 1947 terug naar Spanje om de publikatie van Ruta te verzorgen en de Movimento Libertario de Resistencia te organiseren. Het tweede Congres van de CNT in ballingschap dat in oktober 1947 in Toulouse werd gehouden onthief hem uit zijn functie van gedelegeerde in Spanje, vanwege meningsverschillen over hoe de clandestiene strijd in Spanje georganiseerd moest worden. In 1948 werd hij gearresteerd en gemarteld. Zowel Joaquina als hij werden tot gevangenisstraf veroordeeld. Na hun voorlopige vrijlating - Joaquina in 1954 wegens ziekte en Liberto in 1958 - vluchtten ze naar Frankrijk. Nu zette Liberto zich aan de organisatie van een nieuwe verzetsbeweging: de Movimiento Popular de Resistencia.

Terwijl hij bij de UNESCO zijn brood verdiende als vertaler en corrector, leverde hij weer zijn bijdragen aan de verschillende anarchistische perspublikaties (onder meer Ideas-Orto, Solidaridad Obrera en Umbral te Parijs en A Batalha te Lissabon) en was hij actief in de 2e Union Régional van de Franse CNT. Eind jaren tachtig richtte hij de Asociación Cultural y Ecologista "Natura" (ACEN) op, die een centrum voor libertaire educatie wilde gaan beheren. Daartoe probeerde men tevergeefs het terrein te kopen waarop de paradijselijk gelegen vakantiekolonie Mon Nou (Nieuwe Wereld) van de school Natura was gevestigd.

Joaquina Dorado

Joaquina Dorado
april 2002

Het archief bevat correspondentie van 1946 tot eind jaren negentig, aantekeningen, circulaires en pamfletten en ander materiaal betreffende de clandestiniteit in Spanje en de ACEN. Een deel van de bibliotheek van Liberto Sarrau vond ook zijn weg naar het IISG. Eind 2002 deponeerde Joaquina Dorado haar eigen correspondentie-archief in het IISG.

Bij de brochures vinden we enige zogeheten Tarnschriften, clandestien verspreide publikaties met neutrale omslagen om de autoriteiten te misleiden. Op de fotopagina staan drie exemplaren, samen met een boekje dat als voorbeeld diende. Daarnaast een selectie uit de foto's geschonken door Joaquina Dorado en enige voorwerpen die Francesco Sabaté tijdens zijn gevangenschap in Frankrijk in 1958 maakte.

Tekst: Kees Rodenburg, met dank aan Joaquina Dorado
top