IISG

Ontwerpen voor glas-in-loodramen van W.A. van de Walle. Achtergronden

Willem Albertus van de Walle werd geboren in 1906. Al op jonge leeftijd bleek hij veel tekentalent te hebben. Hij volgde verschillende vakopleidingen en ontwikkelde zich tot een veelzijdig kunstenaar. Van de Walle heeft in zijn lange loopbaan onder andere schilderijen gemaakt, glas-in-loodramen, muurschilderingen, affiches, boekillustraties en politieke prenten. In de jaren twintig en dertig kreeg hij veel opdrachten van de sociaal-democratische vakbeweging. Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) en de daarbij aangesloten bonden groeiden en kregen steeds meer invloed op sociaal-economisch gebied. De vakorganisaties lieten hun toegenomen macht zien in monumentale gebouwen en kantoren, die dikwijls door kunstenaars werden gedecoreerd met glas-in-loodramen en muurschilderingen.

Glas-in-loodramen waren Van de Walles specialiteit. In 1927 ontwierp hij ramen voor het Troelstra-oord, het scholings- en vakantiecentrum van de vakbeweging bij Beekbergen. Een reeks opdrachten voor kantoren van vakbonden en verwante organisaties volgde. Veel van deze ramen gingen verloren, door brand of bij verbouwingen. Gelukkig zijn de ontwerpen bewaard gebleven, die Van de Walle op ware grootte maakte en die in het glas-in-lood-atelier als model werden gebruikt.

W.A. van de Walle werkte altijd figuratief, wilde een verhaal vertellen met symbolische of historische figuren. Hij had veel aandacht voor decoratieve details en gebruikte warme, fraaie kleuren. Zijn werk viel in de smaak bij de vakbondsbestuurders, die kunst zochten met een opvoedend karakter die voor hun leden begrijpelijk was.

Het Troelstra-oord

In 1927 opende het allereerste scholings- en vakantiecentrum van de vakbeweging: het Troelstra-oord. Het stond op de heide bij Beekbergen en was opgericht door het NVV ter ere van Pieter Jelles Troelstra, voorman van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. In de zomermaanden was er ruimte voor zestig personen, vakbondsleden met hun gezinnen die een of twee weken in de vrije natuur konden verblijven. De rest van het jaar werd het gebruikt voor cursussen en conferenties. De grote organisator achter de oprichting van het Troelstra-oord was NVV-bestuurder F. van de Walle, de vader van W.A. van de Walle.

Architect J.H. Mulder jr. ontwierp een gebouw met een monumentale ingangspartij en een groot rieten dak. Bij de inrichting werden kosten noch moeite gespaard. Kunstwerken en verantwoorde meubelen moesten de arbeiders in een verheven stemming brengen en gevoel opwekken voor schoonheid. Pronkstuk was het veertig meter lange glas-in-loodfries in de eetzaal, ontworpen door W.A. van de Walle. Het toonde een historische kroniek van de arbeid in de menselijke beschaving, van de oude Egyptenaren tot de twintigste eeuw, tot en met de oprichting van het NVV.

Het oude hoofdgebouw brandde in 1950 af. Daarbij ging het meeste glas-in-lood verloren. Het Vakbondsmuseum bezit enkele ramen uit de toren, maar van het fries uit de eetzaal zijn alleen de ontwerpen bewaard gebleven.

De Centrale en ander glas-in-lood

Na het Troelstra-oord kreeg W.A. van de Walle een reeks opdrachten voor decoraties in gebouwen van vakbonden en verwante organisaties. Hij maakte enige muurschilderingen in bestuurskamers, maar vooral glas-in-loodramen, onder andere voor de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond, de Nederlandse Vereniging van Fabrieksarbeiders en De Centrale Arbeiders Levensverzekerings- en Depositobank. Altijd werkte hij samen met het atelier van Nico Schrier en Huib de Ru in Haarlem. Daar werden zijn ontwerpen met veel zorg uitgevoerd.

In de jaren dertig veranderde Van de Walles stijl, met diepere kleuren, grotere en meer monumentale figuren. De beeldopbouw werd helderder, met een enkele figuur voor een gestileerde achtergrond. De loodlijnen volgden de omtrek van de hoofdfiguur, en ondersteunden de compositie. De ramen voor De Centrale, met een weergave van zes takken van industrie, zijn een hoogtepunt. Ze gingen bij een verbouwing verloren, later werd het hele gebouw gesloopt, maar gelukkig zijn ook hiervan de ontwerpen bewaard gebleven.

Na de Tweede Wereldoorlog maakte Van de Walle nog enkele glas-in-loodramen en muurschilderingen voor vakbondskantoren. Maar de tijd leende zich niet meer zo voor zijn plechtige, symbolische figuren. De kantoorgebouwen werden moderner en efficiënter. Voor kunstwerken kwam minder ruimte.

Nieuwe belangstelling

Pas in de late jaren 80 ontstond weer belangstelling voor Van de Walles werk. Enkele van de bewaard gebleven ramen werden door vakbonden gerestaureerd. De Burcht/Het Nationaal Vakbondsmuseum organiseerde in 1995 een tentoonstelling van de ramen en ontwerpen. Na het overlijden van de kunstenaar, in hetzelfde jaar, schonken de erfgenamen van Van de Walle zijn collectie ontwerpen aan het Vakbondsmuseum, dat het materiaal in bruikleen gaf aan het IISG. In 2002 liet FNV Bondgenoten een boek maken over Van de Walle en zijn werk (M. van der Heijden, De bond in glas en lood, FNV Bondgenoten, Utrecht 2002, ISBN 90.5260.061.9. Het boek is een relatiegeschenk, en niet in de handel verkrijgbaar).

top