IISG

  |  Index |  In beelden |  Chronologie |  Biografie

Chronologie van het leven van Pieter Jelles Troelstra

Toelichting

Sommige gebeurtenissen zijn moeilijk te dateren. De gekozen datum is dan meer een aanduiding van de periode dan een precieze tijdsaanduiding.

Afkortingen

IVV - Internationaal Verbond van Vakverenigingen
ISB - Internationaal Socialistisch Bureau
NVV - Nederlands Verbond van Vakverenigingen
RKPS - Rooms-Katholieke Staatspartij
SDAP - Sociaal-democratische Arbeiderspartij
SDB - Sociaal-democratische Bond
SDP - Sociaal-democratische Partij
SP - Socialistische Partij
SPD - Sozialistische Partei Deutschlands
USPD - Unabhängige Sozialistische Partei Deutslands

Op- en aanmerkingen

Adresseren per e-mail aan: , t.a.v. Piet Hagen, auteur van Politicus uit hartstocht, biografie van Pieter Jelles Troelstra, die deze chronologie heeft samengesteld.

Chronologie

1860-1869 | 1870-1879 | 1880-1889 | 1890-1899 | 1900-1909 | 1910-1919 | 1920-1931

20 april 1860
Pieter Jelles Troelstra wordt als oudste zoon van Jelle Troelstra en Grytsje Landmeter in Leeuwarden geboren.

23 april 1860
Het gezin gaat voor korte tijd wonen in Hardegarijp, ten oosten van Leeuwarden, waar de ouders al eerder ingeschreven stonden.

6 mei 1861
Het gezin verhuist naar Koudum in zuidwest Friesland, waar Piets vader meter-taxateur van de turf bij de belastingdienst wordt.

29 juli 1862
Het gezin verhuist naar Assen waar Piets vader een nieuwe functie krijgt bij de belastingdienst.

29 oktober 1862
Van Assen keert de familie terug naar Leeuwarden waar Piets vader zijn carrière bij de belastingen voortzet. Piet gaat eerst naar de bewaarschool en dan naar de tussenschool, een schooltype tussen armenschool en burgerschool.

28 april 1868
Het gezin verhuist naar Stiens waar Piets vader ontvanger der belastingen wordt. Eerst wonen ze in het voorhuis van een boerderij, later in een klein huis tegenover de kerk. Piet gaat naar de openbare lagere school.

1870
Als tienjarige schrijft Piet zijn eerste gedichtje, ‘De eigenwijze muis’.

12 mei 1871
Na de geboorte van haar zevende kind overlijdt Piets moeder als gevolg van tbc. Zij wordt begraven op het kerkhof tegenover hun woonhuis. Piet zal zijn moeder erg missen zoals blijkt uit zijn latere gedichten.

22 augustus 1871
Piets jongste broertje overlijdt als hij vijf maanden oud is.

1872
Piet mag niet naar de HBS in Leeuwarden en gaat als surnumerair werken op het kantoor van zijn vader in Stiens.

28 april 1875
Het gezin verhuist weer naar Leeuwarden waar Piets vader rijksontvanger der belastingen voor heel Leeuwarderadeel wordt. Piet mag nu naar de Rijks-HBS aan het Zaailand. Dankzij zelfstudie wordt hij toegelaten tot de tweede klas.

22 november 1876
Piets vader hertrouwt met Geartsje Rinsma, een rijke boerendochter.

23 december 1877
Als 17-jarige scholier houdt Piet een lezing over het socialisme voor de vereniging Halbertsma. Hij pleit voor harmonie tussen kapitaal en arbeid.

maart 1878
Piet schrijft zijn eerste novelle, ‘Jan Jansz Jansen’, die later in de studentenalmanak zal worden gepubliceerd.

22 april 1878
Samen met een vriend richt Piet de schoolkrant ‘Mercurius’ op. Daarin verschijnen gedichtjes en varia van zijn hand. Een satirisch stukje over een leraar leidt tot een ‘persconflict’, dat eindigt met een – gedwongen – openbare spijtbetuiging.

3 mei 1879
Piet haalt de acte huisonderwijzer voor Frans en Duits. Tijdens het examen leert hij de jonge onderwijzer en dichter Onno Sytstra kennen.

juni 1879
Voor zijn Platonische jeugdliefde Sietske Schreuder schrijft Piet het gedicht ‘Aan ...’

28 augustus 1879
Vanaf zijn zeventiende dicht Piet ook in het Fries, maar het eerste Friese gedicht dat we kennen, ‘Krystjoun’, dateert van augustus 1879.

zomer 1879
Omdat Piet naar de universiteit wil moet hij na de HBS nog het gymnasium-diploma halen. Om toegelaten te worden tot de vijfde klas moet hij eerst klassieke talen leren; dat kost een jaar.

1880
Onder invloed van Onno Sytstra en redacteur Oebele Stellingwerf van het Friesch Volksblad stort Piet zich op de studie van de Friese taal en geschiedenis. Met Stellingwerf richt hij het toneelgezelschap Gysbert Japiks op. Hij debuteert met Friese en Nederlandse verzen in het Friesch Volksblad en de tijdschriften Forjit my net! en De Oude Huisvriend.

25 mei 1880
Piets vader maakt als liberaal politicus carrière als lid van de gemeenteraad en de proviciale staten en (vanaf 1884) als wethouder van Leeuwarden. In 1880 richt hij de brandwaarborgmaatschappij ‘Neerlandia’ op.

2 juni 1880
Na zijn moeder en zijn jongste broertje overlijdt Piets zusje Trijntje Albertina.

3 juli 1880
Een poging om via een toelatingsexamen meteen in de zesde klas van het Stedelijk Gymnasium te komen mislukt; Piet begint in de vijfde klas.

27 februari 1881
Op een feest van rederijkerskamer Van Halmael, waarvan zijn vader erevoorzitter is, wordt het toneelstuk ‘In het Slot van den Dwerg’ opgevoerd, een gedramatiseerd sprookje van de hand van Pieter Jelles. In  het Friesch Volksblad schrijft hij de rubriek Brieven fen in stêdman. Verder publiceert hij bruiloftsliederen.

19 juni 1881
Piet maakt de rechtszaak mee tegen koetsier Rients Agema, die ervan wordt beschuldigd zijn meester bedreigd te hebben met een revolver. Het Friesch Volksblad voert actie onder het motto ‘Gelijk recht voor heer en knecht’. Dankzij het pleidooi van mr. Samuel Katz wordt Agema vrijgesproken. Piet voelt zich aangetrokken tot de advocatuur en wil later rechten studeren.

23 juni 1881
Piets halfzusje Nynke overlijdt, het vierde sterfgeval in het gezin in tien jaar tijd.

Zomer 1881
Op feestelijke zomeravonden declameert Piet gedichten in Friese dorpen en verkleed als waarzegster Foekje fan Heech voorspelt hij meisjes de toekomst.

1 november 1881
Eerste opvoering van het toneelstuk ‘Oan de sédyk’.

1882
Samen met Onno Sytstra geeft Pieter Jelles de bundel ‘It jonge Fryslân’ uit, met daarin 42 gedichten van eigen hand.

22 januari 1882
Piet is zo onder de indruk van het optreden van mademoiselle Agar in een stuk van Racine, opgevoerd in de Harmonie in Leeuwarden, dat hij een Frans lofdicht over haar schrijft voor de Leeuwarder Courant.

Zomer 1882
Piet doet zijn eindexamen gymnasium-A en viert daarna vakantie op de Friese meren. Hij wordt verliefd op Fokje Pasma, een boerendochter. Tijdens een bezoek aan de Wiarda-state in Goutum wordt hij zich bewust van zijn roeping als dichter, zoals blijkt uit zijn gedicht ‘De sjonger en de wrâld’.

september 1882
Piet verhuist naar Groningen en onderwerpt zich aan de groentijd van het studentencorps ‘Vindicat atque polit’. Hij zal volop deelnemen aan het studentenleven. Hij is o.a. redacteur van het landelijke studentenblad Minerva en van de Almanak. Hij is een gevierd redenaar maar wordt ook gevreesd vanwege zijn scherpe tong.

7 oktober 1882
Piet wordt ingeschreven als student rechten. Een van zijn hoogleraren is de latere premier Cort van der Linden. Hij zal lang over zijn studie doen omdat hij veel tijd besteedt aan het verenigingsleven en zijn publicitaire werk.

1883
Piet wordt lid van de vrijmetselaarsloge in Leeuwarden. Anders dan zijn vader is hij nauwelijks actief en na tien jaar bedankt hij.

22 juni 1883
Bij de opening van een nieuwe studentensociëteit wordt een cantate opgevoerd met tekst van Piet en muziek van P.H. de Groot. Later wordt de cantate nog eens uitgevoerd in de Groningse Harmonie.

15 oktober 1883
Piet haalt zijn kandidaatsexamen.

november 1883
Fokje Pasma, die Piet tot zeker tien liefdesgedichten inspireerde, maakt tijdens een door Piet ingesteld moratorium een eind aan de relatie.

21 maart 1884
Op 21 maart 1884 ontvangt het Groningse studentencorps een delegatie uit Transvaal. Piet stemt in met de steunbetuiging aan de Boeren in hun strijd tegen de Engelsen.

september 1884
Tijdens de maskerade ter gelegenheid van het lustrum van de universiteit presenteert Piet zich als de Friese dichter Gysbert Japiks, de ‘Friese Vondel’.

10 maart 1885
Piet bezoekt het jaarlijkse studentenbal met domnieesdochter Sjoukje Bokma de Boer, die onder het pseudoniem Nynke van Hichtum naam zal maken als kinderboekenschrijfster. Ze worden verliefd op elkaar.

17 mei 1885
Piet en Sjoukje maken hun verloving bekend.

25 mei 1885
Piet geeft zich op als lid van de afdeling Leeuwarden van de Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht.

augustus 1885
Piet verhuist naar Leeuwarden om snel af te studeren. Maar door zijn literaire en journalistieke werk gaat dat minder vlug dan hij hoopt. Ruim een jaar later keert hij in Groningen terug, om te studeren maar ook om weer van het studentenleven te genieten.

22 november 1885
Op een bijeenkomst van het Nut te Stiens draagt Piet zijn novelle ‘Das theure Vaterhaus’ voor.

januari 1886
Pieter Jelles publiceert de brochure ‘Fy Lútsen’, een open brief aan dominee L.H. Wagenaar, die eerder bijdroeg aan ‘It jonge Fryslân’. Wagenaar bestrijdt het algemeen kiesrecht en geeft de voorkeur aan een antirevolutionaire boven een liberale kandidaat voor de Tweede Kamer. Er volgt een brochurestrijd die veel opzien baart. De verhouding van Piet tot zijn vader verslechtert erdoor.

1 februari 1886
Presentatie van een bundel studentenliederen in verschillende talen door een commissie waarvan ook Piet Troelstra deel uitmaakt.

maart 1886
Verschijning van het ‘Nij Frysk Lieteboek’, samengesteld door P.J. Troelstra en P.H. de Groot. In de bundel zijn ook teksten opgenomen van Pieter Jelles. Enkele melodieën heeft hij zelf gecomponeerd, waarschijnlijk met hulp van De Groot.

april 1886
Piet begint met de voorbereiding van een Fries tijdschrift, waarmee hij de literatuur een nieuwe impuls wil geven.

27 september 1886
Piet wordt tot lid van de senaat gekozen.

1887
Piet wordt medewerker van de liberale Friesche Courant, waarvan zijn vader hoofdredacteur is. In zijn rubriek ‘zondagskout’ steekt hij de draak met de onder Friese arbeiders populaire Ferdinand Domela Nieuwenhuis en zijn ‘sociaal-domelacraten’.

25 februari 1887
Op de studentensociëteit houdt Piet een lofrede af op de 70-jarige koning Willem III.

maart 1887
Piet wordt gekozen tot rector van het studentencorps, maar bedankt voor de eer. Het is niet duidelijk waarom: omdat kort daarvoor zijn tweede moeder overleed, om financiële redenen (hij heeft al veel schulden) of omdat hij wil afstuderen?

30 april 1887
Als medewerker van de Liberale Unie gaat Piet artikelen leveren voor lokale liberale kranten.

14 juni 1887
Doctoraal examen rechten. Piet zet zijn studie voort omdat hij nog wil promoveren.

9 oktober 1887
In een Brief aan ds. J.Th. Tenthoff spreek Piet over de ‘steeds onderdrukte illusie om predikant te worden’.

1887/1888
In 1888 publiceert F. Buitenrust Hettema een ‘Bloemlezing uit Nieuwfriesche geschriften’ met daarin Piets gedicht de ‘Kriichssang fan it ideaal’, waarin de dichter het licht ziet zoals Saulus (later Paulus) op de weg naar Damascus. Als ‘ridder van het ideaal’ wil hij opkomen voor de miljoenen verdrukten.

januari 1888
Eerste nummer van het tijdschrift ‘For hûs en hiem’ onder redactie van Pieter Jelles, met enkele liefdesgedichten aan het adres van Sjoukje Bokma de Boer.

24 januari 1888
Mr. P.J. Troelstra zit de vergadering van de liberale kiesvereniging in Leeuwarden voor.

7 juli 1888
Promotie in Groningen tot doctor in rechtsgeleerdheid op het proefschrift ‘Art. 165 van het Wetboek van Strafvordering’. Promotor is prof. J. Domela Nieuwenhuis, een broer van Ferdinand Domela Nieuwenhuis.

10 september 1888
Een advertentie in de Leeuwarder Courant meldt dat mr. P.J. Troelstra te Leeuwarden is gevestigd als advocaat en procureur.

11 oktober 1888
Piet en Sjoukje trouwen in Renkum, waar Sjoukje op dat moment woont. Vier dagen eerder is de receptie. Ze gaan wonen in Huizum, een dorp dat grenst aan Leeuwarden.

4 juli 1889
Sjoukje en Piet krijgen een dochter, Dieuwke.

31 oktober 1889
Het gezin verhuist naar Nieuwestad in het centrum van Leeuwarden; ook het advocatenkantoor wordt daar gevestigd. Troelstra specialiseert zich in de sociale advocatuur.

27 april 1890
Onder invloed van de landbouwcrisis is er in Friesland veel armoede en de Sociaal-Democratische Bond van Domela Nieuwenhuis groeit snel. Voor het eerst wordt 1 mei gevierd - op de zondag daarvoor. Troelstra woont een massale betoging bij en wordt bekeerd tot het socialisme. Hij komt in conflict met zijn vader en zegt: ‘Ik moet, het is mijn roeping.’

juli/september 1890
In het derde kwartaalnummer van For hûs en hiem publiceert Pieter Jelles het gedicht ‘In nije tiid’ waarin hij zijn overgang tot het socialisme belijdt en de arbeiders oproept hun lot in eigen hand te nemen. Al gauw regent het opzeggingen, zodat Troelstra moet besluiten zijn redacteurschap per 1 januari neer te leggen.

10 juli 1890
Piet en Sjoukje schrijven aan de hervormde kerkeraad dat zij uit de kerk treden. Troelstra houdt vol dat hij een religieuze instelling heeft, maar de kerk als instituut spreekt hem niet aan.

17 augustus 1890
Troelstra woont een grote betoging voor algemeen kiesrecht bij in Heerenveen. Samen met Sjoukje besluit hij zich in dienst te stellen van de arbeidersbeweging.

30 september 1890
Troelstra wordt lid van de Nederlandse Bond voor Landnationalisatie.

najaar 1890
Troelstra verdedigt de leiders van Broedertrouw, een bond van landarbeiders in St. Jacobiparochie en omstreken, die ervan worden beschuligd tijdens een staking werkwilligen te hebben bedreigd.

8 november 1890
Troelstra solliciteert naar een baan als redacteur van Recht voor Allen, de krant van Domela Nieuwenhuis. De sollicitatie wordt afgewezen, onder meer omdat hij te hoge salariseisen stelt. Dat wordt hem door arbeiders binnen de SDB, zoals Willem Vliegen, zeer kwalijk genomen.

17 januari 1891
Sjoukje en Piet Troelstra krijgen een tweede kind: Jelle. Het is een zware bevalling. Sjoukje lijdt daarna aan een kraamvrouwenpsychose.

23 maart 1891
Troelstra deelt het Friese Comité voor Algemeen Kies- en Stemrecht mee dat hij een kandidatuur voor de Tweede Kamer niet zal aanvaarden. Hij aarzelt lange tijd tussen de Friese Volkspartij, een federatief verband van progressieve bewegingen, en de Sociaal-Democratische Bond van Domela Nieuwenhuis.

oktober 1891
De Duitse sociaal-democraten nemen op het congres in Erfurt een nieuw partijprogramma aan. De theoretische grondslag blijft marxistisch, maar het actieprogramma is gericht op praktische hervormingen. Troelstra zal deze combinatie van revolutionaire gezindheid en reformistische praktijk zijn leven lang verdedigen.

kerst 1891
De Sociaal-Democratische Bond besluit niet langer samen te werken met progressieve bewegingen als de Friese Volkspartij. Troelstra blijft op twee paarden wedden: een Friese Volkspartij die in socialistische richting opschuift of een SDB die parlementaire actie niet uitsluit. Domela Nieuwenhuis heeft al afscheid genomen van het ‘parlementarisme’.

december 1891
De Troelstra’s kopen een eigen huis aan de Reijndersbuurt in Leeuwarden. Het huis zal later met verlies worden verkocht, waardoor de schulden verder toenemen.

6 februari 1892
Troelstra steunt de strijd van de bakkersgezellen in Leeuwarden voor betere werktijden.

22 februari 1892
In Franeker debatteert Troelstra met Domela Nieuwenhuis. Hij noemt diens verachting der wetten ‘meer anarchistisch dan socialistisch’ en ontkent dat de parlementaire weg een revolutionaire ontwikkeling uitsluit.

24 maart 1892
Troelstra wordt eerste redacteur van De Sneeker Courant. Hij trekt bekwame medewerkers aan zoals de Amsterdamse journalist Frank van der Goes. Via persrubrieken in andere kranten wordt Troelstra’s stem ook in de rest van het land gehoord.

1 mei 1892
Na een spreekbeurt tijdens een 1-meiviering in Franeker doen valse geruchten de ronde: Troelstra zou net als anarchisten in Luik en Parijs het gebruik van dynamiet hebben aanbevolen. Het Tweede-Kamerlid A.L. Poelman stelt hem voor als een ‘opruier’.

5 mei 1892
Troelstra senior schrijft zijn zoon dat deze geen inspecteur van Neerlandia meer kan zijn, nu hij het eigendomsrecht ter discussie stelt. Hij zou zichzelf, zijn gezin en heel de maatschappij, ja ook de arbeiders in het ongeluk storten.

17-21 juni 1892
Koningin-regentes Emma en haar dochter Wilhelmina bezoeken Friesland. Een deputatie van de arbeidersbeweging mag de koninginnen wel iets aanbieden maar een audiëntie wordt geweigerd. In De Sneeker Courant bekritiseert Troelstra de ‘de onzinnige reclame-tocht der speelpoppen van het kapitalisme’. In Leeuwarden breekt een oranjefurie los tegen de socialisten; ook Troelstra wordt bedreigd.

1 juli 1892
Advocaat Constant Bleckmann associeert zich met Troelstra.

30 augustus 1892
Troelstra kondigt de Almanak voor de Volkspartij in Friesland voor 1893 aan. Zelf redigeert hij deze gids die alle democratische groeperingen in Friesland inventariseert. Hij beveelt dit model ook aan voor andere provincies.

18 september 1892
Troelstra en Domela Nieuwenhuis spreken beiden op een landelijke  kiesrechtdemonstratie in Den Haag, schijnbaar eendrachtig, want in zijn hart gelooft Domela Nieuwenhuis niet meer in de strijd voor algemeen kiesrecht en parlementaire democratie.

18 december 1892
Troelstra is voor een spreekbeurt in Middelburg, waar hij logeert bij de dan nog liberale houthandelaar Floor Wibaut en diens vrouw Mathilde. Ze raken voor het leven bevriend.

kerst 1892
Binnen de SDB neemt de spanning toe. Het congres aanvaardt een motie die omverwerping van de bestaande orde beoogt met ‘alle wettige of onwettige middelen’. Een meer gematigd strijdprogramma waarin politieke actie voorop staat, komt niet in stemming. De speelruimte voor de parlementaire groep wordt kleiner. Justitie gaat harder optreden.

1 januari 1893
Het eerste nummer van De Nieuwe Tijd verschijnt te Sneek. Het weekblad komt in de plaats van De Sneeker Courant en heeft redactieadressen in Leeuwarden (Troelstra) en Amsterdam (Van der Goes). Troelstra laat in het midden in hoeverre zijn nieuwe blad landelijke aspiraties heeft.

9 januari 1893
Sjoukje Troelstra wordt opgenomen in het diaconessenhuis in Utrecht vanwege een ernstige psychose. Na ruim zeven weken keert ze terug, maar ze blijft ziekelijk. ‘Altijd ben ik in zorgen’, schrijft Troelstra. ‘Ik moet thuis het lijden mijner vrouw zien en daarbuiten zie ik steeds de ellende der massa.’

14 januari 1893
Hessel Poutsma, uitgever van De Nieuwe Tijd, wordt gearresteerd wegens opruiing. Bij verschillende gelegenheden heeft hij wat al te vurig gesproken. Troelstra verdedigt zijn uitgever maar kan niet voorkomen dat Poutsma de gevangenis in gaat. Dat lot treft in deze dagen meer socialistische uitgevers en redacteuren.

23 februari 1893
In het zogenaamde hongerproces treedt Troelstra op als verdediger van twee van de drie arbeiders in Appelscha, die terechtstaan omdat zij bij een armvoogd brood hebben afgeperst ten behoeve van hongerende gezinnen. In hoger beroep wordt hun straf verminderd van vijftien tot twaalf maanden.

27 mei 1893
Troelstra verhuist naar Amsterdam, zijn gezin volgt in juli. Het advocatenkantoor en de redactie van De Nieuwe Tijd worden gevestigd in een bovenhuis op de Nieuwendijk, dicht bij het kantoor van Recht voor Allen. De SDB van Domela Nieuwenhuis wantrouwt de indringer uit Friesland met zijn ‘herendenkbeelden’.

6-12 augustus 1893
Troelstra woont het congres van de Internationale in Zürich bij als verslaggever van De Amsterdammer en De Nieuwe Tijd. Het congres neemt stelling tegen de revolutionair-socialisten. De Nederlandse SDB-delegatie blijft op het congres, maar Domela bezoekt ook het tegencongres van de revolutionairen.

2 september 1893
Tijdens een debat in Amsterdam over het congres in Zürich komt Troelstra openlijk in conflict met Domela Nieuwenhuis.

20 oktober 1893
Troelstra doet geregeld een beroep op rijke geestverwanten zoals Floor Wibaut en Henri van Kol voor steun aan zijn kranten, maar ook voor zichzelf. Hij bezoekt de textielfabrikant Ignaz Bahlmann in Kassel. Die adviseert hem zijn advocatenpraktijk op te geven en zich geheel aan de politiek te wijden. Bahlmann zegt drieduizend gulden toe.

8 november 1893
Op de redactie van De Nieuwe Tijd komt Troelstra in conflict met uitgever Poutsma en mederedacteuren Frank van der Goes en Henri Polak. Het conflicht gaat zowel over zakelijke als redactionele kwesties. Pogingen tot bemiddeling mislukken.

november/december 1893
Troelstra ontvlucht Amsterdam en verhuist naar Utrecht om daar te gaan werken als propagandist en journalist; hij is daartoe uitgenodigd door Utrechtse spoorwegwerkers. Hij houdt zijn advocatenpraktijk nog wel aan.

2 december 1893
In Utrecht verschijnt het eerste nummer van Troelstra’s nieuwe blad, De Baanbreker. Van der Goes en Polak nemen het Troelstra kwalijk dat hij achter hun rug om met een eigen blad is begonnen.

kerst 1893
Het congres van de SDB neemt de motie Hoogezand/Sappemeer aan die pleit voor een maatschappelijke omwenteling en afschaffing van privaatbezit. De partij moest puur revolutionair worden. De motie wordt met krappe meerderheid aangenomen en later door een referendum bevestigd. De ‘parlementairen’ staan daarmee buiten spel. Ze bezinnen zich op nieuwe partijvorming.

11 februari 1894
Troelstra organiseert op zondagen propagandatochten in de provincie Utrecht. Er worden liederen gezongen, toespraken gehouden en kranten verkocht. Soms ontstaat een handgemeen met oranjeklanten.

19 februari 1894
In Rotterdam houdt Troelstra een rede over de uitgangspunten van een sociaal-democratisch verkiezingsprogramma. Tot de actiepunten behoren algemeen kiesrecht, een 8-urige werkdag, kosteloos lager onderwijs en sociale verzekeringen.

15 maart 1894
In Troelstra’s woonplaats Utrecht wordt een sociaal-democratische kiesvereniging opgericht. Dat gebeurt ook in andere plaatsen.

7 april 1894
Een verkiezingsmanifest roept de Utrechtse kiesgerechtigden (dat is nog een minderheid van de bevolking) op om bij de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op Troelstra te stemmen.

24 april 1894
Bij de Kamerverkiezingen krijgt Troelstra veertig stemmen in het Utrechtse district waar hij kandidaat staat. Hij wijt dat aan de te korte voorbereiding, de problemen bij het huren van zalen en de uitsluiting van het grootste deel van de arbeiders via het censuskiesrecht. Landelijk winnen de tegenstanders van verruiming van het kiesrecht zoals bepleit door minister Tak van Poortvliet.

1 mei 1894
De 1-meiviering in Utrecht loopt uit op rellen. Dronken studenten onder aanvoering van Oranje Ka en in Utrecht gelegerde militairen belagen de socialisten. De politie houdt zich afzijdig. Er zijn vaker rellen, bijvoorbeeld als Troelstra en de zijnen De Baanbreker uitventen.

5 mei 1894
In een manifest richten twaalf sociaal-democratische verenigingen in het land zich tot de arbeiders van Nederland met de oproep om op 13 mei een protestmeeting in Deventer te organiseren naar aanleiding van de ondemocratische verkiezingsuitslag. Troelstra zal een van de sprekers zijn. De arbeidersvertegenwoordigers Willem Vliegen (Maastricht) en Jan Schaper (Groningen) vinden dat Troelstra het initiatief teveel naar zich toetrekt.

13 mei 1894
Ondanks de tegenstand van sommige plaatselijke leiders gaat de meeting in Deventer door. De 3500 bezoekers eisen algemeen kiesrecht.

14 juni 1894
Dirk Troelsra, die eerder in Berlijn woonde, komt inwonen bij zijn broer en schoonzus in Utrecht om daar te helpen bij de propaganda.

4 juli 1894
Op initiatief van Willem Vliegen en Jan Schaper spreken plaatselijke leiders in Utrecht over de mogelijkheid van een nieuwe partij. Ook Troelstra is aanwezig. De besluitvorming wordt uitgesteld tot een volgende bijeenkomst op 12 augustus.

9 juli 1894
In het Losserse monsterproces treedt Troelstra op als advocaat voor arbeiders uit Enschede, die bij een demonstratie door boeren zijn mishandeld. Niet de boeren maar de arbeiders waren in staat van beschuldiging gesteld. Ook elders verdedigt hij arbeiders die op hun werk of tijdens demonstraties in de problemen komen.

8 augustus 1894
In Leiden verdedigt Troelstra zijn medewerker J.P. van der Wallen, die gearresteerd werd toen hij op straat kranten verkocht. Hij beroept zich op de vrijheid van meningsuiting.

12 augustus 1894
Op een bijeenkomst in Utrecht wordt een door Vliegen voorbereid manifest aangenomen waarin een nieuwe partij wordt aangekondigd. Het manifest wordt ondertekend door de ‘twaalf apostelen’, die samen de verschillende regio’s in Nederland vertegenwoordigen. Troelstra tekent namens Utrecht.

26 augustus 1894
Oprichting van de SDAP, de ‘Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in Nederland’, in gebouw De Atlas in Zwolle. Troelstra wordt tot bestuurslid verkozen maar niet tot voorzitter. Voorlopig is de toestroom vanuit de oude SDB gering.

8 september 1894
De Baanbreker brengt een reportage over de steenfabriek in Jutphaas waar arbeiders dag en nacht werken, 168 uur per week voor f.6,54: ‘Arme slaven, bloeddorstige meesters’. Ook vrouwen en kinderen maken lange werkdagen. Zo verschijnen ook reportages over wantoestanden in andere fabrieken en bij gemeentelijke diensten.

1 oktober 1894
Op een vergadering in het SDB-gebouw Constantia in Amsterdam presenteert de SDAP zich als nieuwe partij. De bijeenkomst loopt uit op een veldslag tussen sociaal-democraten enerzijds en revolutionairen en anararchisten anderzijds.

27 januari 1895
Troelstra neemt deel aan een overleg over de opichting van een Nederlandse volkspartij naar het voorbeeld van de eens zo succesvolle Friese volkspartij. Troelstra houdt de boot af omdat hij de strijd voor kiesrecht vooral ziet als onderdeel van de klassenstrijd. De SDAP vormt samen met coöperaties en arbeidersverenigingen een eigen kiesrechtcomité.

8 maart 1895
Ook Piets broer Dirk lijdt aan tbc. Met zijn vrouw Sylvie vertrekt hij naar Arco in Tirol om daar een pensionnetje te beginnen. Troelstra senior verwijt zijn zoon Piet dat deze zijn broer bij De Baanbreker zonder behoorlijke financiële steun heeft laten gaan.

14-15 april 1895
Op het partijcongres in Deventer stelt de SDAP haar eerste partijprogram vast. In grote lijnen volgen de Nederlandse sociaal-democraten het Erfurterprogram. In zijn brochure ‘De SDAP, haar ontstaan, doel en streven’ legt Troelstra eigen accenten: de partij is volgens hem zowel democratisch als revolutionair.

4 mei 1895
Troelstra wordt gekozen tot voorzitter van het partijbestuur. Ook al zal Vliegen die functie later overnemen, Troelstra wordt steeds meer gezien als de politiek leider van de partij.

11 juli 1895
In een rechtszaak verdedigt Troelstra een boer in Kollum die de pacht voor zijn land niet meer kan opbrengen. Niet alleen landarbeiders, ook kleine pachters zijn de dupe van grootgrondbezitters en banken.

augustus-september 1895
Troelstra gaat voor een kuur naar een natuurgeneesoord in Leipzig. Volgens de heersende opvatting lijdt hij aan ‘neurasthenie’, een aandoening van het zenuwgestel, die wordt veroorzaakt door grote spanning. Eerder is Sjoukje ook in Leipzig geweest voor een kuur.

26 oktober 1895
Troelstra neemt zitting in een breed kiesrechtcomité, waarin ook radicaal-liberalen en andere democratische groeperingen participeren. Doel is het nieuwe wetsontwerp van minister Van Houten op te rekken. Daarin wordt het aantal kiezers uitgebreid van 300.000 tot 450.000, het comité houdt vast aan de 800.000 uit het ontwerp-Tak van Poortvliet.

5 december 1895
Na een inbraak bij Gatze Haitsma in Britsum bij Leeuwarden worden de gebroeders Wybren, Marten en Keimpe Hogerhuis gearresteerd en veroordeeld tot zware gevangennisstraffen. Jarenlang zal de zaak-Hogerhuis de gemoederen bezighouden. Troelstra zal hen zowel in de rechtszaal als in de Tweede Kamer verdedigen .

25 december 1895
In Zwolle wordt een nationale kiesrechtmeeting gehouden. Troelstra spreekt over de ‘achterlijkheid’ van Nederland waar slechts 25 procent van de meerderjarige mannen kiesrecht heeft. Men dringt aan op een meer democratische kieswet. In juni 1896 zal het licht geamendeeede ontwerp-Van Houten worden aangenomen, waardoor het kiezerstal stijgt tot 580.000 mannen.

4 januari 1896
Verschijning van het eerste nummer van De Sociaaldemokraat. Deze partijkrant is ontstaan door fusie van De Baanbreker met andere regionale bladen. Troelstra is hoofdredacteur.

16 april 1896
Oprichting van De Nieuwe Tijd - een oude titel voor een nieuw maandblad over sociaal-democratische politiek. Troelstra is een van de medewerkers. Onder leiding van Herman Gorter en Henriette Roland Holst zal het blad zich vanaf 1898 ontwikkelen tot spreekbuis van de marxistische oppositie.

19 juli 1896
Troelstra’s zus Rinskje overlijdt.

26 juli 1896
Troelstra woont het congres van de Internationale in Londen bij. Aanvankelijk maken de SDAP-vertegenwoordigers deel uit van de delegatie onder leiding van Domela Nieuwenhuis. Na uitsluiting van de anarchisten kunnen ze zelfstandig opereren.

25 augustus 1896
Op een vergadering in Amsterdam kruisen Troelstra en Domela Nieuwenhuis de degens over het congres in Londen. De vergadering eindigt in chaos.

14 november 1896
Begin van de verkiezingscampagne voor 1897. Troelstra houdt in negen maanden tijd 140 spreekbeurten.

februari 1897
Als onderdeel van zijn verkiezingscampagne houdt Troelstra een 25-daagse veldtocht door Friesland.

7 maart 1897
Op het verkiezingscongres stelt de SDAP de volgende eisen: algemeen kiesrecht, staatspensioen voor ouderen, uitbreiding van de onteigeningswet en betere pachtcontracten voor boeren.

12 mei 1897
De familie Troelstra moet bezuinigen en verhuist naar een kleiner huis aan Riemstraat 8 in Utrecht.

15 juni 1897
In de eerste verkiezingsronde eindigt Troelstra in drie districten als tweede: in Leeuwarden, Winschoten en Tietjerksteradeel.

25 juni 1897
Troelstra wint in de drie districten waar hij meedoet aan de tweede ronde. In Leeuwarden steunen de oud-liberalen (de partij van zijn vader) hem  tegen de radicaal C.V. Gerritsen. Troelstra kiest voor het district Tietjerksteradeel.

31 juli 1897
Het kabinet-Pierson, het laatste liberale ministerie, treedt aan. Met 48 zetels zijn de Liberale Unie (35) en de Oud-Liberalen (13) weliswaar in de minderheid maar met wisselende steun van radicalen en socialisten zijn ze sterker dan de confessionele partijen die samen 45 zetels hebben. Troelstra kondigt aan dat hij echte hervormingen zal steunen, schijnhervormingen niet.

24 augustus 1897
Henri van Kol wint bij naverkiezingen in Enschede een tweede zetel voor de SDAP.

5 september 1897
Nu Troelstra in de Tweede Kamer komt, bepaalt het partijbestuur dat Troelstra en Vliegen samen de leiding van De Sociaaldemokraat krijgen. Weldra verschijnt de krant twee keer per week.

11 september 1897
Troelstra en zijn gezin verhuizen naar Den Haag.

21 september 1897
Omdat zij niet beëdigd willen worden door de koningin, zijn Troelstra en Van Kol niet aanwezig bij de opening van de staten-generaal. Ook volgende jaren zullen SDAP-Kamerleden op prinsjesdag afwezig zijn; als republikeinen hebben zij bezwaar tegen het driewerf hoera voor de koningin.

24 september 1887
Troelstra en Van Kol maken hun entree in de Tweede Kamer.

7+8 december 1897
Interpellatie van Troelstra over de zaak-Hogerhuis. De volgende dag wordt een nieuw onderzoek ingesteld naar de gang van zaken naar de rechtsgang. Het wordt geleid door rechter-commissaris W. Kolff in Leeuwarden.

14 juni 1898
Tweede interpellatie over de Hogerhuis-zaak, nu naar aanleiding van de afwijzing door de Leeuwarder rechtbank van de aanklacht wegens meineed tegen Haitsma (in wiens huis was ingebroken). Indien de minister van justitie deze afwijzing dekt, wordt hij volgens Troelstra, ‘medeplichtig aan rechtsmoord’. Minister Cort van der Linden wil alleen spreken over de vraag of de wet is geschonden, niet over schuld of onschuld.

31 juli 1898
Tijdens een meeting in Leeuwarden gaat Troelstra over tot opzettelijke belediging van officier van justitie graaf Schimmelpenninck, om een klacht wegens smaad uit te lokken, waardoor hij de zaak-Hogerhuis opnieuw in de rechtszaal aan de orde kan stellen.

6 september 1898
Troelstra en Van Kol zijn zonder kennisgeving afwezig bij de inhuldiging van Wilhelmina als koningin.

5 oktober 1898
Troelstra verdedigt Geert Hoitinga cum suis die de – volgens hen – ware schuldigen in de Hogerhuis-zaak ‘inbreker en moordenaar’ hebben genoemd. De rechter staat hem niet toe op de zaak zelf in te gaan. Hoitinga en de zijnen worden ook in hoger beroep wegens belediging veroordeeld tot één maand gevangenisstraf.

7 december 1898
Derde interpellatie in zaak-Hogerhuis. Troelstra wil dat de minister van justitie ingrijpt in de rechtsgang, maar deze zegt dat hij niet meer kan doen dan hij al heeft gedaan.

14 januari 1899
Samen met ex-predikant G.W. Melchers begint Troelstra – tegen de zin van het partijbestuur – met een eigen propagandablad in Friesland, Arm Friesland.

8 maart 1899
De Tweede Kamer aanvaardt een ontwerp-revisiewet waardoor het mogelijk wordt de zaak-Hogerhuis te heropenen op basis van nieuwe feiten. Op 20 mei gaat ook de Eerste Kamer akkoord.

25 april 1899
Jan Schaper wordt geinstalleerd als Kamerlid, de derde SDAP-vertegenwoordiger naast Troelstra en Van Kol.

3 mei 1899
De kiesrechtmotie van Troelstra, waarin het beginsel van algemeen kiesrecht wordt aanvaard, wordt met 54 tegen 30 stemmen door de Tweede Kamer verworpen.

18 mei 1899
In Den Haag wordt de vredesconferentie geopend, die op initiatief van de Russische tsaar Nicolaas II is bijeengeroepen. De SDAP noemt het vredsstreven van imperialistsche en kapitalistische heersers een utopie. Alleen de Internationale kan vrede brengen.

22 mei 1899
De SDAP organiseert een internationale vredesmeeting in Amsterdam, waar behalve Troelstra ook buitenlandse kopstukken spreken.

juli 1899
Mr. J. Limburg treedt op als verdediger van Troelstra, die wordt beschuldigd van belediging van een officier van justitie. Troelstra wordt vrijgesproken omdat de rechtbank aanneemt dat hij in het algemeen belang heeft willen spreken. De officier van justitie gaat in hoger beroep.

28 augustus 1899
De gebroeders Hogerhuis en hun familie kiezen, tot verdriet van Troelstra, een andere advocaat voor het revisie-proces. Het is mr. Zadok van den Bergh, een radicaal politicus.

oktober 1899
Het Haagse gerechtshof veroordeelt Troelstra tot een maand gevangenisstraf wegens beleding, een vonnis dat op 12 februari door de Hoge Raad zal worden bevestigd.

19 november 1899
Opening van het Huis op de Heide in Surhuisterveen. Het volkshuis is opgericht op initiatief van Troelstra.

26 november 1899
Willem Vliegen wordt ‘verbannen’ naar Parijs. Hij moet het voorzitterschap neerleggen omdat hij een affaire had met de vrouw van uitgever Poutsma. Troelstra hoopt via Vliegens tijdelijke correspondentschap in Parijs diens toekomstige rol in de partijleiding veilig te stellen.

december 1899
Troelstra bezoekt met Rik Roland Holst de Duitse zusterpartij in Berlijn. Deze belooft 10.000 mark voor Het Volk, de nieuwe partijkrant die vanaf april 1900 zal verschijnen.

22 januari 1900
Het partijbestuur benoemt Troelstra tot hoofdredacteur van het nieuwe dagblad.

30 maart 1900
Vooral op instigatie van Troelstra stemt de SDAP-fractie tegen de leerplichtwet, die desondanks met een krappe meerderheid van één stem wordt aangenomen. Volgens Troelstra werkt leerplicht alleen als ouders genoeg geld hebben voor voeding en kleding.

1 april 1900
Na enkele proefnummers verschijnt op 1 april het eerste nummer van Het Volk. Troelstra besluit te verhuizen naar Haarlem, tussen Amsterdam en Den Haag in. Intussen neemt hij tijdelijk zijn intrek bij een partijgenoot in Amsterdam.

20 april 1900
Door de Hoge Raad wordt het revisieverzoek in de zaak-Hogerhuis afgewezen. De verklaringen van de nieuwe getuigen zouden niet geloofwaardig zijn.

21 mei 1900
De Troelstra’s verhuizen naar Haarlem.

8 juni 1900
De Eerste Kamer verwerpt de Ongevallenwet die met steun van de SDAP-fractie door de Tweede Kamer was aangenomen. Volgens Troelstra is dit een bewijs van het reactionaire karakter van de senaat. De SDAP is voor afschaffing van de Eerste Kamer. Een half jaar later aanvaarden Tweede en Eerste Kamer een – volgens de wensen van de senaat - gewijzigd wetsontwerp. De SDAP gaat tandenknarsend akkoord onder het motto: beter iets dan niets.

21 juni 1900
Troelstra wil geen gratieverzoek indienen, maar stemt wel in met een motie van Henri van Kol, waarin de gang van zaken rondom zijn rechtszaak wordt ‘betreurd’. De motie wordt verworpen. Troelstra spreekt van ‘verkrachting van het rechtsbewustzijn’.

juli 1900
Troelstra brengt een maand door in de gevangenis van Haarlem. Hij brengt de tijd door met lezen, correspondentie met vrienden en het schrijven van artikelen over de agrarische kwestie.

7 augustus 1900
Terwijl Troelstra met zijn vrouw op vakantie in Duitsland is, overlijdt de Duitse partijleider Wilhelm Liebknecht. Troelstra woont in Berlijn de begrafenis bij; hij is diep onder de indruk van het eerbetoon door meer dan 200.000 toeschouwers.

23-27 september 1900
Een grote delegatie uit Nederland, aangevoerd door Troelstra, bezoekt het congres van de Internationale in Parijs. Er wordt een resolutie aangenomen, waarin regeringsdeelneming van socialisten in een burgerlijk kabinet in uitzonderlijke omstandigheden toelaatbaar wordt geacht.

3-5 januari 1901
In het Kamerdebat over het huwelijk van koningin Wilhelmina bestrijdt Troelstra het voorstel om prins Hendrik, die met de rijkste vrouw van Nederland trouwt, een staatspensioen toe te kennen, terwijl arbeiders geen enkel pensioen krijgen.

7 februari 1901
Ter gelegenheid van het huwelijk van koningin Wilhelmina wordt de broers Hogerhuis strafvermindering gegeven, elk drie jaar. Keimpe komt meteen vrij, Marten in 1902 en Wybren in 1905.

14 maart 1901
Minister Eland van oorlog treedt af nadat een voorstel tot uitbreiding van het aantal dienstplichtigen is verworpen. Mede door bemoeienis van koningin Wilhelmina wordt het leger even later alsnog uitgebreid. Troelstra spreek van ‘politiek bedrog’.

7-8 april 1901
Op het partijcongres komt Troelstra in botsing met Herman Gorter die namens de afdeling Naarden-Bussum steun aan arme pachtboeren verwerpt. Er wordt een commissie ingesteld, maar de twist tussen pragmatici en theoretici blijft de verhoudingen verzieken.

12 april 1901
Uit irritatie over de ‘Gooiers’ Herman Gorter en Henriette Roland Holst legt Troelstra het hoofdredacteurschap van Het Volk neer. Voorlopig is hij politiek redacteur naast Nap Ankersmit die de dagelijkse leiding heeft.

8 mei 1901
Troelstra dient opnieuw een kiesrechtmotie in. Hij noemt kiesrecht een ‘noodzakelijke voorwaarde voor sociale wetgeving’. De motie wordt verworpen met 64 tegen 20 stemmen.

16 juni 1901
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer wordt Troelstra in het district Tietjerksteradeel verslagen door de antirevolutionair A.S. Talma. In andere districten heeft hij te weinig stemmen om voor een tweede ronde in aanmerking te komen. Hij verdwijnt tijdelijk uit de Tweede Kamer. Abraham Kuyper wordt premier.

4 juli 1901
Ook bij verkiezingen voor de gemeenteraad van Haarlem wint de SDAP drie zetels, maar Troelstra verliest. Ook twee latere pogingen om in de gemeenteraad van Haarlem te komen mislukken.

8 augustus 1901
Ook bij herverkiezingen in Veendam slaagt Troelstra er niet in zijn Kamerzetel te herwinnen. ‘Troelstra gevallen’, meldt Het Volk.

17 september 1901
In Het Volk begint een pennenstrijd tussen Gorter en Troelstra over de agrarische kwestie. Later worden ook andere kwesties in ellenlange series uitgevochten.

12 januari 1902
Op verzoek van zijn vader reist Piet naar Arco in Tirol om daar zijn ernstig zieke broer Dirk te bezoeken. Met Dirk bereidt hij een uitgave van diens gedichten voor onder de titel Meigave.

28 januari 1902
In Het Volk ontbrandt een discussie over subsidie voor bijzondere scholen. Troelstra wil vrijheid van onderwijs, ook materieel. Behalve Gooiers vindt hij ook leden van de onderwijsbond tegenover zich. Ze willen dat de SDAP kiest voor de openbare school.

25 februari 1902
Lezing van Troelstra over ‘Theorie en beweging’. Tegenover de ‘doctrinaire marxisten’ verdedigt hij de wisselwerking tussen theorie in praktijk.

12 maart 1902
Troelstra verdedigt zich in Het Volk tegen het verwijt van opportunisme, dat de Gooiers hem maken.

30 maart 1902
Op het SDAP-congres wordt de Groninger motie aangenomen, die – in de geest van Troelstra – de vrijheid van onderwijs en het recht van bijzondere scholen op subsidie (‘gelijkstelling’) erkent.

1 mei 1902
Ondanks Troelstra’s blijvende ergernis over de kritiek vanuit het Gooi neemt hij het hoofdredacteurschap van Het Volk weer op zich.

12 mei 1902
Dirk Troelstra overlijdt in Arnhem, waar hij op zijn terugreis vanuit Tirol is gestrand. Na enige aarzeling vanwege alle SDAP-sprekers voert ook vader Troelstra het woord op de begrafenis. Dirks weduwe Sylvie en dochter Grietje komen tijdelijk bij hem in Leeuwarden wonen. Piet wordt voogd van Grietje.

11 augustus 1902
In Sneek gaat Troelstra nog eenmaal in debat met Domela Nieuwenhuis. Hij bestrijdt diens anarchisme: ‘De staat zult ge met geen dynamietbom laten springen’.

18 september 1902
Bij tussentijdse verkiezingen voor de Tweede Kamer in Amsterdam IX verliest Troelstra met honderd stemmen verschil van de antirevolutionair Bijleveld.

31 oktober 1902
Nog geen maand na haar huwelijk met Ignaz Bahlmann verdrinkt Cornélie Huygens zich in een vijver in het Vondelpark. Troelstra wordt gevraagd haar te indentificeren. Huygens was bevriend met de Troelstra’s en voerde hen op in haar sleutelroman Barthold Meryan.

9 december 1902
Bij tussentijdse Kamerverkiezingen in het district Amsterdam III wordt fel campagne gevoerd; ook ‘Gooiers’ ijveren voor Troelstra’s herverkiezing. Hij verslaat de liberaal J.W. IJzerman. Op het verkiezingsfeest raakt de 16-jarige Willem Drees diep onder de indruk van Troelstra: ‘Er viel een zaadje, ook bij mij’. Troelstra keert terug in de Kamer en blijft lid tot 1925.

29 januari 1903
Het broeit al langer in de havensteden, de diamantindustrie, de bouw en de textielindustrie. Het ontslag van een rangeerder van de Hollandse Ijzeren Spoorwegmaatschappij, die werk weigerde uit solidariteit met stakende bootwerkers, is het sein tot de Spoorwegstaking. De SDAP en de met haar gelieerde spoorwegbond scharen zich aan de kant van de syndicalistische bonden.

31 januari 1903
De staking is op haar hoogtepunt als ‘s avonds het bericht komt dat de primaire stakingseisen zijn ingewilligd door de directie.

Begin februari
De christelijk-historische politicus De Savornin Lohman eist harde maatregelen tegen de revolutionairen. De regering roept verlofgangers onder de wapenen en kondigt antistakingswetten aan.

20 februari 1903
Syndicalistische en sociaal-democratische vakbonden richten samen met de Vrije Socialisten van Domela Nieuwenhuis en de SDAP het Comité van Verweer op. Troelstra speelt een belangrijke rol bij het formuleren van een motie, die oproept tot krachtige agitatie, maar laat het vervolgens aan de bonden over om initiatief te nemen.

25 februari 1903
De regering dient antistakingswetten in: er komt een spoorwegbrigade om in geval van nood diensten uit te voeren, er wordt een onderzoek aangekondigd naar de arbeidsvoorwaarden en er komt een stakingsverbod voor publieke diensten zoals de spoorwegen. De oppositie spreekt van ‘worgwetten’.

10 maart 1903
Kamerdebat over de antistakingswetten. Troelstra zegt te streven naar ‘verplaatsing van het gezag’ van de bezittende klasse naar het volk. Tegelijk dringt hij aan op verzoening. Maar Kuyper is niet gevoelig voor deze ‘sirenenzang’.

15 maart 1903
Troelstra en Domela Nieuwenhuis wonen de vergadering bij van de besturen die deelnemen in het Comité van Verweer. Het lijkt alsof Troelstra nog achter de oproep van 20 februari staat, maar (geheime) informatie over te geringe actiebereidheid doet hem vrezen dat een tweede grote staking zal mislukken.

17 maart 1903
Onder de kop ‘Wat nu?’ waarschuwt Troelstra in Het Volk voor een tweede staking. Het nogal cryptische commentaar zal hem het verwijt van ‘onvastheid’ en ‘verraad’ opleveren.

28 maart 1903
In de memorie van antwoord doet de regering op enkele punten concessies, maar op hoofdlijnen houdt ze vast aan de antistakingswetten. Ze zet alles op alles om de wetsontwerpen snel door het parlement te loodsen.

31 maart 1903
Het Volk weigert artikelen van Anton Pannekoek, die kritiek heeft op Troelstra’s tweeslachtige houding. Pannekoek beklaagt zich bij Troelstra: ‘Zijt gij onfeilbaar?’

2 april 1903
De Tweede Kamer begint aan de behandeling van de ‘worgwetten’. In een geheime vergadering besluit het Comité van Verweer een stakingsoproep aan het spoorwegpersoneel te doen uitgaan ‘op een nader te bepalen datum’.

6 april 1903
In de nacht van zondag 5 op maandag 6 april begint de tweede spoorweg- en transportstaking. De staking komt langzaam op gang, de actiebereidheid valt tegen en werkwilligen van de confessionele bonden weten het treinverkeer redelijk op gang te houden.

9 april 1903
De Tweede Kamer aanvaardt de wetsontwerpen met 81 tegen 14 stemmen, alle amendementen van Troelstra worden verworpen.

10 april 1903
Op Goede Vrijdag komt de Eerste Kamer bijeen voor het onderzoek van de wetten. De volgende dag worden ze aangenomen en in het Staatsblad gepubliceerd. Het Comité van Verweer besluit daarom de staking af te gelasten.

11 en 12 april 1903
Op twee nachtelijke vergaderingen in Amsterdam verwijten de syndicalisten en anarchisten Troelstra en zijn medestanders dat zij de stakers hebben verraden. Er wordt gescholden en met stoelen gegooid, er worden zelfs revolvers gesignaleerd. Na heftige debatten wordt besloten een commissie van onderzoek in te stellen.

17 april 1903
Troelstra verhuist van Haarlem naar Den Haag. Jelle gaat naar een kostschool in Duitsland, later gaat ook Dieuwke naar een Duits internaat.

26 april 1903
Troelstra verdedigt Frank van der Goes en Frederik Hugenholtz die verdacht worden van opruiing tijdens de spoorwegstaking. Ze krijgen elk een maand gevangenisstraf.

22 mei 1903
Troelstra wil opnieuw het hoofdredacteurschap neerleggen, deels vanwege de kritiek van de marxistische vleugel, deels omdat hij weer in Den Haag woont. Besloten wordt dat hij later in het jaar zal aftreden, om niet de indruk van verdeeldheid te wekken.

31 mei 1903
Het partijcongres besluit niet meer met syndicalisten samen te werken. Gorter bekritiseert de rol van Troelstra tijdens de stakingen en ook Schaper, de tweede man van de fractie, uit kritiek. Troelstra blijft bij zijn standpunt: de tactiek verandert met de omstandigheden. Na een heftig debat schudden Gorter en hij elkaar de hand, maar de strijdbijl is allerminst begraven.

zomer 1903
Verschijning van Afke’s tiental, het boek dat de naam van Nynke van Hichtum als kinderboekenschrijfster voorgoed vestigt. Het boek is een bestseller en zal nog een eeuwlang verkocht worden.

4 augustus 1903
De sociaal-democratische fractie dient een initiatief-wetsvoorstel in tot wijziging van de grondwet om zo algemeen kiesrecht mogelijk te maken.

18 augustus 1903
Een groep van 850 SDAP’ers onder aanvoering van Troelstra brengt een bezoek aan partijgenoten in Brussel en Gent. Voor velen is het de eerste buitenlandse reis.

28 augustus 1903
De Commissie van Onderzoek concludeert dat Troelstra tijdens de spoorwegstakingen wel fouten heeft gemaakt, maar geen ‘daden van verraad’ heeft gepleegd.

15 september 1903
In de troonrede laat premier Kuyper de koningin de spoorwegstaking typeren als ‘een misdadige woeling’. Na kritiek van Troelstra distantiëren de Tweede en Eerste Kamer zich van die woordkeus.

1 november 1903
Pieter Tak volgt Troelstra op als hoofdredacteur van Het Volk. Als reden voor zijn vertrek noemt Troelstra dat het reizen naar Amsterdam hem te veel is; ook de ziekte van zijn vrouw speelt hem parten. De kritiek op zijn ‘onvaste’ leiding noemt hij niet. Hij krijgt een eigen rubriek, ‘In en buiten de Kamer’.

8 december 1903
Tijdens de zwendeldebatten keert Troelstra zich tegen de uitwassen van het kapitalisme. Stakende arbeiders worden hard gestraft, zegt hij, maar woekeraars, speculanten en fraudeurs in het bankwezen gaan vrijuit, hoeveel kleine spaarders zij ook duperen.

15 december 1903
Troelstra komt in conflict met zijn (dan nog) fractiegenoot Melchers die een bank opricht, De Centrale, waarvan de winst deels bestemd is voor sociaal-democratische organisaties. Troelstra heeft bezwaar tegen effectenhandel. Met dat bezwaar wordt in zover rekening gehouden dat De Centrale geen effecten voor particulieren verhandelt maar alleen voor organisaties.

15 januari 1904
De vader van Sjoukje overlijdt. De nog steeds ziekelijke Sjoukje maakt een moeilijke tijd door, omdat ze erg op haar vader gesteld was.

30 januari 1904
In Het Volk neemt Troelstra afstand van de ‘absolute’ Verelendungstheorie. Ook wanneer de relatieve verschillen tussen arm en rijk toenemen, kunnen sommige groepen arbeiders erop vooruitgaan. Verelendung is een relatief begrip.

3 april 1904
Op voorstel van de marxistische Nieuwe Tijd-redacteuren neemt het SDAP-congres een resolutie aan waarin het idee van de politieke staking wordt aanvaard.

25 april 1904
Sjoukje Troelstra begint te corresponderen met Paul Geheeb, de leider van het Duitse internaat waar Jelle verblijft. Aanvankelijk gaan de brieven over praktische opvoedingskwesties, maar geleidelijk worden de ontboezemingen intiemer. Sjoukje kan bij haar penvriend zorgen kwijt die ze niet meer aan haar man toevertrouwt. Vanwege haar ziekte beschouwt deze haar steeds minder als gesprekspartner in serieuze aangelegenheden.

juni 1904
Troelstra is kandidaat bij de verkiezing van de provinciale staten maar wint geen zetel.

16 juli 1904
De senaat verwerpt de hoger-onderwijswet van Kuyper, behalve premier ook oprichter van de Vrije Universiteit. Ook Troelstra is tegen het ontwerp dat de VU het recht geeft examens af te nemen met civiel effect. Als Kuyper besluit de Eerste Kamer te ontbinden, verwijt Troelstra hem dat hij de koningin voor zijn karretje spant. Maar Kuyper krijgt zijn zin: de nieuw gekozen provinciale staten zorgen voor een rechtse meerderheid in de senaat.

14 augustus 1904
Het congres van de Tweede Internationale wordt geopend in het Concertgebouw in Amsterdam. Na een heftig debat tussen August Bebel en Jean Jaurès kiest de Internationale voor de revolutionaire koers die de Duitsers hebben voorgesteld. Maar omdat de resolutie van 1900 niet wordt herroepen, blijft volgens Troelstra regeringsdeelneming in uitzonderlijke gevallen mogelijk. Tot woede van de marxistische vleugel van de SDAP onthoudt de Nederlandse delegatie zich van stemming.

18 september 1904
Op verschillende plaatsen wordt het tienjarig bestaan van de SDAP gevierd. Tijdens de viering in Leeuwarden brengt Lou Zandstra een eresaluut aan Sjoukje, de vrouw ‘die zoveel leed gedragen heeft voor de partij’.

27 september 1904
Uit het voorlopig verslag blijkt dat de meerderheid van de Tweede Kamer het SDAP-wetsvoorstel tot grondwetsherziening niet wil behandelen.

22 januari 1905
‘Bloedige zondag’ in Sint-Petersburg. Leger en politie openen het vuur op demonstranten, die om brood en een grondwet vragen. Er gaat een golf van protest door het land, maar tsaar Nicolaas II weet deels via concessies, deels via repressie het gezag te herstellen. West-Europese marxisten zien in de opstand een teken van hoop. Troelstra waarschuwt de regering: ook hier kan revolutie uitbreken als de regering niet toegeeft aan rechtmatige eisen.

26 januari 1905
Sjoukjes moeder overlijdt. Sjoukje raakt in een steeds diepere crisis. Ook voor Piet verandert er iets. Nu de band met zijn schoonouders is weggevallen, verslechtert zijn relatie met Sjoukje.

januari 1905
Troelstra correspondeert met toneelschrijver Herman Heijermans en toneelcriticus W.G. van Nouhuys over het toneelstuk Zijn Vrouw, waarin hij zijn eigen huwelijksproblemen verwerkt. De laatste versie van het stuk zal in 1906 of 1907 geschreven zijn. Het stuk is tijdens Troelstra’s leven niet opgevoerd of uitgegeven.

februari 1905
Anna Fischer-Dückelmann, een autoriteit op het gebied van natuurgeneeswijzen, raadt Sjoukje een kuur aan in haar sanatorium in Dresden. Ook Piet krijgt advies: hij moet rust nemen. Zo vertrekt Sjoukje naar Dresden en Piet naar Locarno. Hij is daar de gast van de miljonair Eugen Dietzgen.

begin maart 1905
Troelstra knapt snel op. Hij krijgt een brief van Tak, waarin deze oppert dat Troelstra hem zou kunnen opvolgen als hoofdredacteur van Het Volk. Tak vindt zichzelf te weinig agitatorisch. Troelstra voelt wel voor een terugkeer als hoofdredacteur mits de ‘Gooiers’ zich positief opstellen.

eind maart 1905
Via Gaienhofen aan de Bodensee, waar Dieuwke in een internaat verblijft, reist Troelstra naar Dresden om zijn vrouw te bezoeken. Sjoukje oppert de mogelijkheid van een tijdelijke scheiding van tafel en bed. Zij zou in Hilversum kunnen gaan wonen en Piet in Amsterdam, in het weekend zouden ze elkaar dan zien.

april 1905
Gorter, Roland Holst en Van der Goes zien liever dat Tak hoofdredacteur blijft, omdat hij als middenfiguur meer ruimte geeft aan de orthodox-marxisten.

22 april 1905
Het partijbestuur besluit Troelstra aan het partijcongres voor te dragen voor het hoofdredacteurschap van Het Volk.

23 april 1905
Het congres kiest een in meerderheid marxistisch partijbestuur. Tak besluit aan te blijven als hoofdredacteur, nu blijkt dat hij meer aanhang heeft dan hij dacht. Troelstra is woedend op het bestuur dat hem eerst voordroeg en nu laat vallen. Voorlopig wil hij niet meewerken aan Het Volk. Hij levert wel bijdragen aan De Beweging van Albert Verwey en aan de Java-Bode.

juni 1905
Troelstra is bij de Tweede-Kamerverkiezingen kandidaat in zeven districten en haalt bij elkaar 4500 stemmen. In Amsterdam III komt hij slechts 140 stemmen tekort om in één keer gekozen te worden. Twee weken later verslaat hij oud-minister Eland met een voorsprong van duizend stemmen. Landelijk verliezen de confessionelen tien zetels. Kuyper is verslagen.

juli 1905
In de zogenaamde Juli-brieven in Het Volk haalt Troelstra hard uit naar de orthodox-marxisten. Hij neemt het hun kwalijk dat ze zich niet neerlegden bij zijn beleid inzake de herstemmingen. Anders dan de marxisten liet hij de achterban vrij om ook op oud-liberalen te stemmen, als dat hielp om Kuyper ten val te brengen.

augustus 1905
Sjoukje Troelstra is in Dresden wat opgeknapt en bezoekt het internaat van haar zoon Jelle in Haubinda. Ze spreekt veel met Jelles leraar Paul Geheeb. Sjoukje en Paul storten hun hart voor elkaar uit. Terug in Nederland schrijft Sjoukje lange brieven aan Paul. De relatie met haar ‘Lieber Sohn’ Paul blijft platonisch.

21 augustus 1905
Troelstra stelt het partijbestuur voor een onderzoek in te stellen naar de tegenwerking die hij ondervindt van de orthodox-marxisten. Dezen vragen ook om een onderzoek, maar dan naar het gedrag van Troelstra. Het bestuur zal het onderzoek uitvoeren.

5 september 1905
Piet, die tijdelijk op kamers in Amsterdam woonde, en Sjoukje zijn herenigd in een groot huurhuis in Scheveningen. Sjoukje is optimistisch over haar relatie met Piet; die lijkt vrolijker. Er is een nieuwe huishoudster, Sjoukje Oosterbaan uit Drachten.

9 september 1905
Tak treedt af als voorzitter van het partijbestuur en wordt opgevolgd door de Amsterdamse wethouder Wibaut, in theorietisch opzicht marxist, maar in de praktijk meer reformist. Wibaut zal het onderzoek leiden naar het conflict tussen Troelstra en de orthodox-marxisten.

2 oktober 1905
Het liberale minderheidskabinet kabinet-De Meester stelt een grondwetscommissie in. Troelstra zit er niet in en zelfs koningin Wilhelmina bekritiseert de eenzijdige samenstelling. In het eindrapport komt het algemeen kiesrecht niet voor. Door het vertrek van het kabinet belanden de voorstellen in de ijskast.

1 januari 1906
Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) bundelt de sociaal-democratische bonden die zich verwant voelen met de SDAP.

30 januari 1906
Troelstra’s vader overlijdt. Piet volgt hem op als directeur van Neerlandia en verplaatst de zetel van de brandwaarborgmaatschappij naar Den Haag. Behalve een aardige erfenis krijgt hij als directeur een royaal inkomen, naast de inkomens die hij ontvangt als Kamerlid en journalist. Hij kan zijn schulden afbetalen, al zal hij ook in de toekomst nog vaak geld lenen.

17 maart 1906
Het partijbestuur publiceert het onderzoeksrapport over het geschil tussen Troelstra en de Nieuwe Tijd-groep. Het bestuur concludeert dat Troelstra tijdens de spoorwegstaking af en toe ‘onvaste’ leiding gaf. De kritiek van de orthodox-marxisten op zijn koers inzake de agrarische kwestie en de schoolkwestie was niet terecht, maar van stelselmatige tegenwerking was geen sprake.

31 maart 1906
Troelstra publiceert de 150 pagina’s dikke brochure ‘Inzake partijleiding’, waarin hij volhoudt dat de marxisten hem systematisch hebben gedwarsboomd. Hij stelt drie eisen: twee fractieleden moeten q.q. stemhebbend lid van het bestuur worden, Het Volk krijgt een ‘republikeinse’ redactie (zonder hoofdredacteur) waardoor de invloed van Troelstra zal toenemen, en de ‘intellectuelen’ moeten zich beperken tot theoretisch en propagandistisch werk.

15 april 1906
Het partijcongres roept alle partijgenoten op tot wederzijds respect, maar duidelijk is dat dit vermaan vooral gericht is tegen de Nieuwe Tijd-groep. Die spreekt van een ‘muilkorfresolutie’. Troelstra blijft erbij dat de uitwassen van het dogmatisch marxisme bestreden moeten worden.

12 juni 1906
Het partijbestuur wil De Nieuwe Tijd onder gezag van de partij wil stellen. De redactie weigert. Een slepend conflict is het gevolg.

17 juli 1906
Troelstra bezoekt in Londen de eerste vergadering van het Interparlementair Comité van de Internationale.

24 juli 1906
Niet alleen de orthodox-marxisten maar ook gematigden als Tak weigeren zitting te nemen in een commissie tot herziening van het partijprogram. Men vreest bijstelling in revisionistische richting. Volgens de ‘dienstweigeraars’ kan alleen het congres besluiten dat het program herzien moet worden. Het bestuur zet door en stelt de commissie in onder voorzitterschap van Troelstra, zonder dissidenten.

24 november 1906
Troelstra verzet zich tegen een stemhebbend lidmaatschap van prins Hendrik van Raad van State.

21 december 1906
In de Nacht van Staal overleeft de minister van oorlog, generaal H.P. Staal. Hij stelt voor om het blijvend deel van de infanterie terug te brengen. Na interventie van Troelstra (die vóór de bezuiniging maar tegen de hele begroting was) wordt het voorstel losgekoppeld van de begroting. Daarop wordt deze alsnog aangenomen. Maar twee maanden later verwerpt de Eerste Kamer de begroting. Troelstra bepleit nieuwe verkiezingen, maar het kabinet-De Meester keert terug – zonder Staal.

31 maart 1907
Op het partijcongres roept Roland Holst op tot verzoening. De programmacommissie wordt uitgebreid met vroegere dienstweigeraars, alleen Gorter houdt zich afzijdig. Voor jonge marxisten als Wijnkoop is deze verzoening een stimulans om het debat scherper dan voorheen voort te zetten, ze vormen een nieuwe oppositie.

5 mei 1907
Troelstra’s positie wordt versterkt doordat hij bij de verkiezing voor het partijbestuur de meeste stemmen krijgt: 3626 van de 4120.

21 juni 1907
Troelstra is voor de tweede maal kandidaat voor de provinciale staten van Zuid-Holland maar weer wint hij geen zetel.

zomer 1907
Terwijl Sjoukje Troelstra voor de tweede maal in Dresden verblijft, wordt Piet verliefd op Sjoukje Oosterbaan die sinds 1905 als huishoudster bij hen inwoont.

30 juli 1907
Op het internaat van Paul Geheeb in Wickersdorf ontmoeten Piet en Sjouke Troelstra elkaar om de crisis in hun huwelijk te bespreken. Ze beluiten tot echtscheiding. Sjoukje neemt de taak op zich om dit besluit per brief mee te delen aan het partijbestuur.

17 augustus 1907
De Internationale komt bijeen in Stuttgart. Tijdens een vergadering van het Interparlementair Comité dient Troelstra een voorstel in voor een soort socialistisch poldermodel. Naast het politieke parlement moeten er aparte organen komen om het sociaal-economische leven te besturen. Werknemers, werkgevers en consumenten moeten daarin samenwerken. De meeste delegaties voelen zich overvallen; de discussie wordt verdaagd naar een volgende conferentie.

23 augustus 1907
Van Kol stelt in Stuttgart voor een eind te maken aan de uitbuiting van koloniën, maar wel verder te werken aan de ontwikkeling van de koloniale bezittingen. Kautsky scherpt de resolutie aan: kolonialisme moet zonder meer worden veroordeeld. Landen met koloniën, ook Nederland, stemmen tegen. Onder invloed van Lenin wordt een resolutie tegen het militarisme aangescherpt: revolutie kan nodig zijn om een oorlog te verijdelen. 

24 augustus 1907
P.L. Tak overlijdt. Hij was overbelast door al zijn taken als lid van gemeenteraad, provinciale staten en Tweede Kamer.

5 september 1907
Sjoukje Troelstra verhuist met Dieuwke en Jelle naar Utrecht. Dieuwke volgt een zangopleiding en vertrekt na enige tijd voor verdere studie naar Genève.

15 september 1907
Troelstra spreekt op een kiesrechtdemonstratie in Rotterdam voor 13.000 deelnemers uit het hele land.

19 oktober 1907
Eerste nummer van De Tribune onder redactie van David Wijnkoop, Jan Ceton en Willem van Ravesteyn. Zij vormen voortaan de harde kern van de orthodox-maxistische oppositie, die zich keert tegen het ‘opportunisme’ van Troelstra en de zijnen in SDAP en NVV.

6 november 1907
De echtscheiding tussen Piet Troelstra en Sjoukje Bokman de Boer wordt officieel uitgesproken. Sjoukje zal zich Troelstra blijven noemen. Als schrijfster ontplooit ze nieuwe elan onder haar pseudoniem Nynke van Hichtum.

21 december 1907
De begroting van oorlog wordt verworpen waardoor het liberale minderheidskabinet-De Meester ten val komt. Het wordt vervangen door een confessioneel minderheidskabinet onder leiding van Theo Heemskerk. Tot woede van de SDAP wordt de kiezer daarover niet geraadpleegd. Ook Troelstra wordt door de koningin niet geconsulteerd over de wisseling van de wacht.

15 januari 1908
Troelstra hertrouwt met Sjoukje Oosterbaan. De spanningen van de laatste tijd hebben hem zo aangegrepen dat hij maanden rust moet houden.

april 1908
Terwijl Troelstra nog door ziekte uitgeschakeld is, bindt partijvoorzitter Willem Vliegen in zes artikelen in Het Volk de strijd aan tegen De Tribune. Hij vraagt de partij de rijen te sluiten. Wibaut neemt de Tribunisten in bescherming.

19 april 1908
Op het partijcongres wordt De Tribune zowel aangevallen als verdedigd. De strijd blijft onbeslist. Troelstra is dan nog aan het Meer van Lugano, hij keert eind mei terug. Pas in oktober verschijnt hij weer in de Kamer.

30 augustus 1908
Binnen het partijbestuur dringen vooral Vliegen en Schaper aan op harde actie tegen de Tribunisten.

21 oktober 1908
Troelstra houdt een interpellatie over de werkloosheid. In een debat met Treub spreekt hij – tot woede van de Tribunisten – badinerend over de marxistische crisistheorie. Troelstra’s motie wordt verworpen, maar er komt wel een staatscommissie die – vier jaar later – lijnen uitzet voor werkgelegenheidsbeleid en werklozenzorg. Troelstra en Treub zijn daar beiden lid van.  

21 december 1908
Bij de Kamerverkiezingen van 1909 wil Troelstra alleen kandidaat voor Amsterdam III zijn als er unanieme steun is. Krijgt hij die niet, dan wil hij mogelijk aftreden als partijleider. Gezien die dreiging besluit het partijbestuur tot een buitengewoon congres.

22 december 1908
Minister-president Heemskerk kondigt in de Kamer aan dat koningin Wilhelmina in verwachting is. Troelstra distantieert zich van het driewerf hoera van de andere fracties. In een serie artikelen onder de titel ‘Het kindje’ legt hij uit dat het koningskind de aandacht afleidt van de sociale strijd. Maar als het kind groot is, zal het een zelfbewuste arbeidersklasse aantreffen.

31 januari 1909
Op een conferentie van het partijbestuur met de redacties van Het Volk en De Nieuwe Tijd waar De Tribune niet welkom is, wordt besloten tot een harde lijn tegenover de Tribunisten.

13 februari 1909
Op het Deventer congres beloven Troelstra en Vliegen dat Het Volk een weekblad krijgt waarin ruimte is voor theoretische discussie. Maar De Tribune moet verdwijnen. Als ze weigeren hun blad op te heffen worden de Wijnkoop cum suis geroyeerd. Een maand later stichten de dissidenten de Sociaal-Democatische Partij.

5-12 maart 1909
De motie-Schaper uit 1906 die om een wettelijke beperking van de arbeidsduur tot tien uur per dag vroeg, wordt eindelijk behandeld en verworpen. Een minder vergaande motie-Aalberse wordt aangenomen.

30 april 1909
Prinses Juliana geboren. Een week later stuurt de Tweede Kamer een gelukwens. De SDAP woont het debat niet bij.

11 juni 1909
Bij de Tweede-Kamerverkiezingen doet Troelstra mee in vijf districten. In de eerste ronde komt hij in Amsterdam III slechts 80 stemmen tekort om in éen keer te worden gekozen. De SDP komt er met een landelijk totaal van 559 stemmen niet aan te pas.

23 juni 1909
De SDAP boekt één zetel winst en komt op zeven zetels; Troelstra wordt herkozen in Amsterdam III. De confessionelen zijn met zestig zetels royaal in de meerderheid.

27 juni 1909
Het Volk komt met een primeur: Abraham Kuyper zou twee zakenlieden lintjes hebben bezorgd in ruil voor giften aan de antirevolutionaire verkiezingskas. Later blijkt dat de feiten iets anders liggen maar duidelijk is wel dat Kuyper gesjoemeld heeft. Troelstra gebruikt de Lintjesaffaire om Kuyper af te branden.

zomer 1909
Troelstra houdt met Sjoukje Oosterbaan vakantie in Friesland. Hij laat haar de oude plekjes van zijn jeugd zien en schrijft weer Friese gedichten.

september 1909
Onder de titel Rispinge (Oogst) verschijnt een bloemlezing van Troelstra’s Friese gedichten.

7 november 1909
Tijdens een bijeenkomst van het Internationaal Socialistisch Bureau in Brussel pleit Troelstra tegen toelating van de SDP. Lenin betoogt dat de SDP marxistisch is en dus in de Internationale thuishoort, maar hij laat ook weten dat de SDP afziet van een plaats in het bureau. Besloten wordt dat de SDP toegang heeft tot het volgende congres in Kopenhagen.

18 november 1909
Troelstra beschuldigt ‘opperchristen’ Kuyper van farizeïsme en spreekt van een ‘centrum van corruptie’. Hij wil een parlementaire enquête, maar op voorstel van De Savornin Lohman wordt een ereraad ingesteld.

januari 1910
In tien artikelen in het Weekblad bekritiseert Roland Holst de inbreng van Troelstra bij de algemene beschouwingen. Hij is het marxisme ontrouw. In maart slaat Troelstra hard terug in een serie van dertien artikelen. Hij erkent het historisch materialisme als grondslag voor de klassenstrijd, maar niet als levensbeschouwing. Hij eist dat de ‘revisionistenjacht’ beëindigd wordt.

30 januari 1910
Voor het gezelschap Rjucht en Slucht in Den Haag houdt Troelstra een lezing onder de titel ‘Fen Liet en Libben’, waarin hij laat zien dat de dichter Pieter Jelles en de politicus Troelstra uit hetzelfde hout gesneden zijn. De rede is voor andere Friese krites (kringen) in het land aanleiding hem uit te nodigen voor voordrachtsavonden. Zo treedt hij in een jaar tijd negentien keer op tijdens Pieter Jelles-jûnen.

15 februari 1910
Friesland wordt getroffen door een watersnood. Troelstra bezoekt het overstroomde gebied en hekelt de nalatigheid van landeigenaren, waterschappen en provinciale staten.

26 maart 1910
Er wordt een brede staatscommissie voor grondwetsherziening ingesteld, ditmaal met Troelstra.

27 maart 1910
Op het SDAP-congres krijgt Roland Holst stevige kritiek, onder meer omdat ze via een algemene staking kiesrecht wil afdwingen. Dankzij Wibaut, mederedacteur van Het Weekblad, kan ze aanblijven, maar de kritiek zal niet meer verstommen.

20 april 1910
Het Volk opent met een gedicht van C.S. Adama van Scheltema ter gelegenheid van Troelstra’s vijftigste verjaardag. ‘Troelstra, uw naam is als een klok die luidt.’

21 mei 1910
Het voorstel van Troelstra om een parlementaire enquête in te stellen naar het gedrag van Kuyper in de Lintjesaffaire komt eindelijk in stemming en wordt verworpen met 49 tegen 31 stemmen.

12 juli 1910
Henriette Roland Holst trekt zich terug uit de redactie van Het Weekblad en zal geen spreekbeurten meer vervullen.

25 augustus 1910
De Ereraad die moet oordelen over de Lintjesaffaire concludeert dat er geen noodzakelijk verband is tussen de toekenning van lintjes en de omstreden giften aan de Antirevolutionaire Partij. Toch blijft de verdenking Kuyper achtervolgen.

26 augustus 1910
Troelstra leidt de Nederlandse delegatie (inclusief Wijnkoop) op het congres van de Internationale in Kopenhagen.

18 september 1910
Een kiesrechtbetoging in Amsterdam trekt 25.000 demonstranten.

29 september 1910
Troelstra stelt het Friese Ald Selskip voor in de Kamer iets te ondernemen om de positie van het Fries op scholen te verbeteren. Maar het gezelschap wil geen partijpolitieke bemoeienis.

12 oktober 1910
Troelstra wordt voorzitter van het comité dat een volkspetitionnement voor algemeen kiesrecht moet organiseren. In verschillende plaatsen worden mobilisatiemeetings gehouden.

26 november 1910
Publicatie van het beginselprogramma dat door een commissie onder voorzitterschap van Troelstra is opgesteld. Het draagt duidelijk zijn stempel. Nog altijd staan de klassenstrijd en de verovering van de politieke macht hoog in het vaandel, maar tegelijk wordt het belang van betere levensvoorwaarden onderstreept.

12 april 1911
Dieuwke trouwt met de kunstenaar Anton van der Stok. In het begin wonen en werken ze op de Odenwaldschule van Paul Geheeb in Duitsland. Op 24 januari 1912 wordt Troelstra’s eerste kleinkind geboren, Hans van der Stok.

14 juni 1911
Een internationale zeeliedenstaking vindt ook in Nederland weerklank. In Amsterdam nemen de syndicalisten het voortouw. Met 1903 in het achterhoofd wil Troelstra hen niet steunen. Zo komt hij in conflict met Henk Sneevliet van de Nederlandse Vereniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, die wel hulp biedt. Sneevliet wordt door zijn bond geroyeerd en vertrekt naar Nederlands-Indië.  

19 september 1911
Eerste Rode Dinsdag. Twintig duizend demonstranten betogen voor algemeen kiesrecht. Een delegatie onder leiding van Troelstra, Schaper en NVV-voorzitter Oudegeest bezorgen het petitionnenment met 317.000 handtekeningen bij het ministerie van binnenlandse zaken. Niet de premier maar een portier neemt het petitionnement in ontvangst. Ook de koningin schittert door afwezigheid: zij weigert op deze prinsjesdag de zitting van het parlement te openen. De reden daarvan is niet duidelijk: vrees voor een confrontatie of irritatie over de Kamervoorzitter?

20 september 1911
Op Rode Dinsdag volgt ‘Zwarte Woensdag’: de Kamer verwerpt het voorstel van de SDAP op de troonrede te rageren in een Adres van Antwoord over het algemeen kiesrecht. De SDAP-fractie voert in de weken daarna net zo lang obstructie, totdat de Kamer akkoord gaat met agendering van de kiesrechtkwestie.

oktober-november 1911
In het debat over de militiewet van minister Colijn ontkent Troelstra dat de sociaal-democraten pacifist zijn. Ze zien alleen niets in een militarisme dat slechts het kapitalisme dient. Daarom stemt de SDAP tegen de wet die niet alleen de omvang van militie (dienstplichtigen) en landweer (reservisten) vergroot, maar ook de oprichting van een landstorm (oud-militairen en ongeoefende burgers) mogelijk maakt.

7 april 1912
Het partijcongres in Leiden aanvaardt het nieuwe beginselprogramma. Klassieke onderdelen van het marxisme zoals de Verelendungstheorie worden losgelaten. In plaats van de mechanistische opvatting van de geschiedenis wordt de rol van de arbeidersbeweging benadrukt.

13 april 1912
Henriette Roland Holst verlaat de partij. Zij begint – in de woorden van Troelstra - een eenzame omzwerving door de woestijn van linkse groeperingen.

juni 1912
De staatscommissie komt met een verdeeld advies over grondwetsherziening. Ook Troelstra brengt een minderheidsadvies uit. De regering komt op 5 februari 1913 zelf met een (conservatief) voorstel, maar dan is het al te laat wegens de naderende verkiezingen.

17 september 1912
Tweede Rode Dinsdag in Den Haag. Omdat de burgemeester een massale optocht heeft verboden trekken de twintigduizend betogers in tien groepen door de stad. Troelstra weet met hulp van een bevriende politieman door het kordon heen te komen. Staande aan de Hofvijver, tegenover het Binnenhof, eist hij algemeen kiesrecht.

november 1912
In verschillende landen wordt gedemonstreerd tegen de oorlogsdreiging. Troelstra treedt op in Praag. Op 24 en 25 is er een internationale manifestatie in Bazel onder het motto ‘Oorlog aan de oorlog’. Troelstra voert daar het woord namens acht kleine landen.

voorjaar 1913
De Kamer besteedt veel tijd aan de sociale wetgeving van minister Talma. Ondanks kritiek stemt de SDAP in met de wijziging van de arbeidswet, die de werktijd van vrouwen en kinderen beperkt.

7 maart 1913
De fractie stemt tegen de invaliditeits- en ouderdomswet, omdat ook werknemers premie moeten betalen. Dankzij een door minister Talma overgenomen amendement-Duijs worden eind 1913 de eerste pensioentjes van ƒ2 per week aan 70-plussers uitgekeerd, terwijl de rest van de wet pas zes jaar later van kracht wordt. Eerder had Troelstra in een (niet behandelde motie) hetzelfde bepleit.

april 1913
Troelstra keert zich tegen de bouw van een fort bij Vlissingen. Hij is bang dat België, Engeland en Frankrijk hierin een tegemoetkoming zien aan een Duits verlangen. Dat zou onze neutraliteit kunnen schaden. De bouw gaat wel door, maar het fort zal bij het begin van de oorlog in 1914 nog niet gereed zijn.

25 april 1913
De Tweede Kamer aanvaardt de ziektewet. Ondanks alle bezwaren stemt ook de SDAP-fractie voor, omdat in ieder geval het principe van een verplichte verzekering wordt erkend. De ziektewet zal pas in 1930 in werking treden.

17 juni 1913
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer is Troelstra kandidaat in vier districten: Amsterdam III, Dokkum, Haarlem en Leeuwarden. Al in de eerste ronde wordt hij in Amsterdam III gekozen.

25 juni 1913
In de tweede ronde van de verkiezingen boeken de sociaal-democraten grote winst; ze gaan van 7 naar 18 zetels. De ultralinkse SDP haalt geen enkele zetel. De liberalen krijgen 37 zetels en de confessionelen vallen terug van 60 naar 45. Als de liberalen een kabinet willen vormen, hebben ze de deelneming of op z’n minst gedoogsteun nodig van de SDAP.

27 juni 1913
Troelstra kiest voor het district Leeuwarden.

28 juni 1913
Troelstra reist naar het Duitse Wernigerrode-Hasselrode om uit te rusten van de verkiezingsdrukte. Hij is amper gearriveerd of hij krijgt een uitnodiging voor een gesprek met koningin Wilhelmina. Per telegram antwoordt hij: ‘Hare Majesteit kan mij 5 juli verwachten - Troelstra’.

2 juli 1913
Troelstra consulteert partijgenoten in Berlijn en wint schriftelijk advies in bij andere leiders in Europa. Het is immers nog niet voorgekomen dat socialisten als volwaardige partij aan een coalitie konden deelnemen. Het advies van de meeste collega’s is alleen op een aanbod in te gaan als er geen andere mogelijkheid is om het algemeen kiesrecht te realiseren.

4 juli 1913
Troelstra pleegt overleg met partijbestuur en fractie. De uitzonderingssituatie die Kautsky in 1900 op het congres in Parijs formuleerde, doet zich volgens hem niet voor. Een gemengd  burgerlijk kabinet heeft zijn voorkeur of, als dat niet kan, een liberaal minderheidskabinet met gedoogsteun van de SDAP. Dat de liberalen zeggen dit niet te willen, maakt kennelijk geen indruk.

5 juli 1913
Troelstra bezoekt Wilhelmina op het Loo. Zij is onder de indruk van de scherpzinnige SDAP-leider, die adviseert wat zij zelf in gedachten heeft: een gemengd burgerlijk kabinet. Maar de katholieke partijleider Nolens voelt niets voor een kabinet met de liberalen en de liberalen zelf willen geen minderheidskabinet. Daarom moet vrijzinnig-democraat D. Bos onderzoeken of een kabinet van liberalen en sociaal-democraten mogelijk is.

14 juli 1913
Terug op zijn vakantieadres in Duitsland ontvangt Troelstra een brief van formateur Bos, waarin deze de SDAP drie zetels aanbiedt in een kabinet dat in de eerste plaats moet zorgen voor algemeen kiesrecht. Zonder zijn partijgenoten daarin te kennen slaat  Troelstra het aanbod af. Hij vermoedt dat een kiesrechtkabinet minder weerstand oproept zonder socialisten dan met socialisten.

17 juli 1913
Bos doet een beroep op de sociaal-democraten alsnog mee te doen aan een links kabinet. In de SDAP ontbrandt een discussie over wel of niet meeregeren. Vliegen en Schaper zijn voor. Er wordt een buitengewoon congres uitgeschreven, maar dat wordt weer afgelast als een conferentie van partijbestuur, fractie en redactie van Het Volk zich uitspreekt tegen meeregeren.

eind juli/begin augustus 1913
Bos geeft zijn opdracht terug en de liberaal Cort van der Linden krijgt de opdracht een extra-parlementair kabinet te vormen. Vliegen en Schaper gaan achter Troelstra’s rug om naar Bos en vragen of hij zijn formatie wil hervatten als de SDAP alsnog bereid is tot een coalitie. Bos wil wel, als de koningin hem een nieuwe opdracht zou geven. Op een nieuwe conferentie van het partijkader blijkt nu de meerderheid voor meeregeren.

8-9 augustus 1913
Een buitengewoon congres in Zwolle wijst een coalitie met de liberalen af, ondanks een (nogal tweeslachtig) pleidooi van Troelstra voor meeregeren. Troelstra vat de afwijzing door het congres positief op: er blijkt een proletarisch bewustzijn uit. Zijn wankelmoedige houding leidt tot felle kritiek van Schaper, die meent dat Troelstra niet tegen crisissituaties opgewassen is.

11 augustus 1913
Troelstra vertrekt voor een maand vakantie aan de Bodensee.

13 augustus 1913
De Duitse partijleider August Bebel overlijdt in Zwitserland. Troelstra spreekt tijdens de afscheidsplechtigheid.

29 augustus 1913
Het extraparlmentaire kabinet-Cort van der Linden treedt aan. Troelstra belooft het kabinet te steunen zolang het ijvert voor algemeen kiesrecht en een betere pensioenwetgeving.

17 september 1913
Troelstra wordt gekozen tot vice-voorzitter van de Tweede Kamer.

5 november 1913
Bij een tussentijdse verkiezing gaat het district Amsterdam III verloren. Elders worden nog twee zetels verloren. Zo slinkt de SDAP-fractie van 18 tot 15 zetels.

31 december 1913
Troelstra wordt benoemd in de staatscommissie die een regeling moet ontwerpen voor de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder lager onderwijs. Binnen de SDAP laait de discussie over de vrijheid van onderwijs weer op. Net als in 1902 vinden velen dat openbaar onderwijs de regel moet zijn.

10 februari 1914
In een rede voor Delftse studenten betoogt Troelstra dat er geen tegenstelling is tussen revolutie en parlementarisme. Revolutie is niet per definitie gewelddadig. Zij is een gevolg van politieke en economische ontwikkeling en beoogt de verheffing van het volk.

zomer 1914
Troelstra verblijft voor langere tijd in Zürich voor een studie over de toekomst van de sociaal-democratie. Delen van het manuscript zijn bewaard maar het boek is onvoltooid gebleven.

28 juni 1914
De Oostenrijkse troonpretendent Frans Ferdinand en diens vrouw worden gedood bij een aanslag in Serajevo. De dader is een Bosnisch-Servische nationalist, die verontwaardigd is over de annexatie van Bosnië-Herzegowina door de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. De vrees voor een kettingreactie van oorlogen neemt toe. Ondanks deze dreiging blijft Troelstra in Zürich.

25-28 juli 1914
De spannning neemt toe door mobilisatie van Servië en Oostenrijk. Oostenrijk-Hongarije verklaart de oorlog aan Servië.

29 juli 1914
Het Internationaal Socialistisch Bureau komt in Brussel niet verder dan een oproep aan alle landen de vrede te bewaren. ‘s Avonds is er een demonstratie voor vrede, waar verschillende kopstukken het woord voeren, ook Troelstra.

30 juli 1914
Nederland verklaart zich onzijdig en besluit tot mobilisatie per 1 augustus om de neutraliteit te garanderen.

31 juli 1914 Terwijl in Amsterdam en elders voor vrede wordt gedemonstreerd, wordt in Berlijn om oorlog geroepen. In Parijs wordt Jean Jaurès vermoord door een nationalist.

1-4 augustus 1914
Duitsland verklaart de oorlog aan Rusland, twee dagen later aan Frankrijk en weer een dag later aan België. De invasie van België dwingt Engeland tot een oorlogsverklaring aan Duitsland. De Grote Oorlog is begonnen. Het oorlogsgeweld drijft een miljoen Belgen op de vlucht naar Nederland.

3 augustus 1914
De Eerste en Tweede Kamer komen bijeen en stemmen in met de mobilisatiekredieten. Ook Troelstra gaat akkoord. ‘De nationale gedachte’, zegt hij, ‘overheerst de nationale geschillen’. Voorlopig nemen de politieke partijen een godsvrede in acht.

6 augustus 1914
Het partijbestuur beraadslaagt over een artikel van voorzitter Vliegen, waarin hij Nederlands ingrijpen in België in overweging geeft. De meerderheid van het bestuur vreest dat hiermee de neutraliteit in gevaar komt. Troelstra bepaalt voortaan de lijn van de krant; hij zal vaker naar Amsterdam komen. Dat duurt overigens maar een paar weken, dan wordt het hem te veel.

15 augustus 1914
Het Volk meldt dat Troelstra zijn zoon Jelle heeft begeleid toen deze zich in het kader van de mobilisatie opgaf als vrijwilliger. Een week later meldt Jelle zich bij de Oranjekazerne in Den Haag.

27 augustus 1914
Philipp Scheidemann komt de Nederlandse partijgenoten uitleggen waarom de SPD op voor de oorlogskredieten heeft gestemd. Duitsland zou zich bedreigd hebben gevoeld door Rusland en Frankrijk. Hij wordt met skepsis aangehoord. Troelstra, die als deutschfreundlich bekend staat, wil dat Nederland neutraal wil blijft. Hij heeft wel kritiek op de Duitsers, maar hangt dat niet aan de grote klok.

16 september 1914
De Zweedse partijleider Hjalmar Branting stelt een conferentie voor van partijen uit Scandinavië, Nederland en Zwitserland. Ook de Amerikaanse en Italiaanse socialisten roepen op tot vredesberaad. Troelstra wil het Internationaal Socialistisch Bureau van Brussel naar Den Haag verplaatsen en zelf als bemiddelaar optreden binnen de verdeelde Internationale.

21 september 1914
De belgo- en francofiele partijvoorzitter Willem Vliegen wordt wethouder van Amsterdam en verlaat de redactie van Het Volk. Hij blijft wel medewerker.

16 oktober 1914
Troelstra is in Berlijn om de Duitse partijgenoten te polsen over de mogelijkheid van een conferentie. Hij merkt dat er een minderheid is die bezwaar had tegen de oorlogskredieten. Troelstra heeft ook een interview met onderminister van buitenlandse zaken Arthur Zimmermann. Diens uitspraken over aansluiting van Nederland bij een Duitse tolunie wekken verontrusting in Engeland en Frankrijk.

25 oktober 1914
Troelstra besluit na een bezoek aan Stockholm en Kopenhagen opnieuw naar Berlijn te gaan en vandaar door te reizen naar Wenen. Omdat de Duitsers beducht zijn voor een conferentie met te veel tegenstanders besluit Troelstra eerst te mikken op een kleine conferentie van Scandinavische landen en Nederland, eventueel met enkele waarnemers uit andere neutrale landen.

eind oktober 1914
Het Nederlandse partijbestuur steunt het idee van Troelstra om het ISB naar Den Haag te verplaatsen. Verschillende landen hebben hiermee al ingestemd maar vooral de Belgen verzetten zich. Uiteindelijk gaan ze toch akkoord. Secretaris Camille Huysmans komt voorlopig één dag per week naar Nederland. Na een jaar zal hij alsnog naar Den Haag verhuizen.

31 oktober 1914
De Russische revolutionair Lenin veroordeelt de vredesactie van Troelstra en bestempelt hem als een ‘aartsopportunist’ in dienst van de Duitsers.

10 december 1914
In de Kamer wordt gedebatteerd over de kosten van de mobilisatie die vermoedelijk nog lang gaat duren. Minister Treub wil de uitgaven dekken via een staatslening, die dan via de indirecte belasting op heel de bevolking zal drukken. Troelstra wil vooral de vermogens zwaarder belasten.

30 december 1914
De Haagse afdeling van de SDAP is ontevreden over de houding van de fractie. Voorzitter Drees wil meer discussie. Op een bijeenkomst in Amsterdam, waar vijftig dissidenten uit heel het land bijeenkomen, wordt gesuggereerd dat de partij te weinig oppositie voert ter wille van de godsvrede. Het partijbestuur vraagt om eenheid. De kritiek op de voedelvoorziening neemt toe.

17 januari 1915
Conferentie in Kopenhagen van Scandinaviërs en Nederlanders met als doel het vredesoverleg tussen de oorlogvoerende partijen op gang te brengen. Doel is een vrede zonder annexaties. De Nederlandse delegatie bestaat uit Troelstra, Van Kol en Wibaut.

26 februari 1915
Troelstra publiceert zijn brochure ‘De wereldoorlog en de sociaaldemokrate’ om partijgenoten uit te leggen waarom Nederland zijn neutraliteit moest verdedigen. Hij geeft ook een analyse van het ontstaan van de oorlog en de rol van het nationalisme. ‘Het proletariaat moge nationaal zijn, nationalistisch is het niet.’

22 maart 1915
Het ISB nodigt de partijen uit de strijdende landen uit om afzonderlijk naar Den Haag te komen, maar alleen de Duitsers en Oostenrijkers komen. Van Duitse kant is behalve Ebert, Müller en Molkenbuhr ook Haase aanwezig, die zich inmiddels met Bernstein en Kautsky tegen de oorlogspolitiek van Duitsland heeft gekeerd.

4 april 1915
Op het partijcongres in Arnhem vraagt en krijgt Troelstra goedkeuring van het beleid tot nu toe en volmacht om ook in de toekomst voor mobilisatiekredieten te stemmen.

27 juni 1915
Troelstra keert zich tegen de landstormwet van minister Bosboom. De wet voorziet in uitbreiding van het legeronderdeel van oud-militairen en ongeoefende burgers. Troelstra windt zich zo op dat hij na een bestuursvergadering onwel wordt. Als hij kort daarna spreekt op een betoging tegen de landstormwet, wordt hij getroffen door een lichte beroerte. Hij herstelt wel, maar moet langdurig rust nemen.

9 juli 1915
De landstormwet wordt aangepast in de door de SDAP gewenst richting. De uitbreiding blijft beperkt tot vervanging van verlofgangers.

5 september 1915
Troelstra is zover opgeknapt dat hij de reis naar Zwitserland kan aanvaarden om daar verder te herstellen. Met zijn vrouw neemt hij zijn intrek in een hotel-pension in Vevey. Hij heeft er contact met de Zwitserse theoloog Leonhard Ragaz. Mede daardoor herleeft zijn belangstelling voor religieuze vragen.

5-8 september 1915
In het Zwitserse Zimmerwald vindt een conferentie plaats van revolutionaire socialisten. Lenin wil Bürgerkrieg in plaats van Burgfrieden. De radicale socialisten hebben de Tweede Internationale afgeschreven.

1 januari 1916
Eerste nummer van De Socialistische Gids. Troelstra zal een van de medewerkers zijn, maar kan voorlopig geen bijdragen leveren.

8 januari 1916
Op het partijcongres in Arnhem is Troelstra afwezig. ISB-secretaris Huysmans verzekert: ‘de Internationale leeft nog’.

24 februari 1916
Vanuit Vevey bericht Troelstra dat hij vooruitgaat. Hij hoopt eind april terug te keren, maar weet nog niet wanneer hij zijn werk kan hervatten.

26 februari 1916
In een brief aan zijn zus Haukje steekt Troelstra de ‘hand der verzoening’ uit. Zijn zus had indertijd de echtscheiding afgekeurd en sindsdien waren ze gebrouilleerd.

15 maart 1916
In een advies aan het partijbestuur laat Troelstra vanuit Vevey zijn licht schijnen op het vredesproces. Als de SDAP in de toekomst meeregeert, kan zij invloed uitoefenen op de vredesbesprekingen. Partijvoorzitter Vliegen ergert zich aan Troelstra’s bemoeizucht vanuit Zwitserland. 

17 april 1916
Het verblijf in Zwitserland en de inrichting van een nieuw huis in Den Haag kosten handen vol geld. Zoals zo vaak moet Troelstra geld lenen bij Wibaut en anderen.

2 mei 1916
Troelstra is weer thuis, maar zal zijn werk slechts gedeeltelijk hervatten. In de Tweede Kamer komt hij alleen voor belangrijke stemmingen.

juni-juli 1916
Af en toe zijn er demonstraties tegen de schaarste van levensmiddelen, maar Troelstra houdt zich afzijdig. De SDAP heeft wel kritiek op de regering, maar wil niet meedoen aan de hongeroproeren die door de SDP van Wijnkoop worden aangewakkerd.

29 juli 1916
Conferentie in Den Haag van socialisten uit neutrale landen. Nu zijn er ook vertegenwoordigers uit Zwitserland, Spanje, VS en Argentinië. Steeds duidelijker worden de verschillen tussen de Zweed Branting, die wil dat eerst het onrecht van de Duitse aanval ongedaan wordt gemaakt, en Troelstra die een vrede door onderhandeling nastreeft. De conferentie roept alle ISB-leden op bijeen te komen voor vredesoverleg.

17 september 1916
Voorafgaand aan de behandeling van de grondwetsherziening door de Tweede Kamer organiseert de SDAP een grote kiesrechtdemonstratie. Troelstra voelt zich na zijn lange ziekteperiode herenigd met de ‘socialistische massa’. Aan het hoofd van veertigduizend betogers trekt hij door Amsterdam.

oktober-december 1916
Ruim twee maanden debatteert de Tweede Kamer over de grondwetsherziening en Troelstra doet volop mee. Hij dient een motie in over snellere invoering van het actief vrouwenkiesrecht, maar premier Cort van der Linden noemt die motie onaannemelijk.

15 oktober 1916
Op een partijraad verdedigt Troelstra de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs. Er is volgens hem geen ‘uitruil’ van beginselen, want de partij koos in 1902 al voor de vrijheid van onderwijs. Hij wijst de tegenstanders erop dat ook het algemeen kiesrecht op het spel staat. Daarop gaat de partij akkoord.

16 november 1916
Tijdens de debatten over de grondwetsherziening maakt de vrij-liberale scheepvaartdirecteur B. Nierstrasz diskwalificerende opmerkingen over baantjesjagende politici, die tuk zijn op presentiegelden. Troelstra klimt op z’n kamerbankje en roept: ‘D’r uit, d’r uit met hem!’ Ook premier Cort van der Linden en andere Kamerfracties zijn verontwaardigd.

18 december 1916
Troelstra en andere ISB-leden onderschrijven de vredesnota van de Amerikaanse president Woodrow Wilson.

21 december 1916
De Tweede Kamer aanvaardt de grondwetswijziging in eerste lezing. Het actief vrouwenkiesrechtkiesrecht wordt in beginsel mogelijk, maar zal pas later worden ingevoerd. Het zal nog een jaar duren voor de beide Kamers – na verkiezingen – de grondwetsherziening ook in tweede lezing hebben aanvaard.

23 december 1916
De Duitse partijleiders Scheidemann en Ebert zijn in Den Haag voor overleg met Troelstra en Huysmans over de deportatie van Belgische arbeiders naar Duitsland. Pas na enkele maanden lukt het deze dwangarbeiders vrij te krijgen.

24 december 1916
In een artikel in de Duitse partijkrant Vorwärts filosofeert Troelstra over de stichting van Verenigde Staten van Europa. Ook in een interview met The New York Times spreekt hij over een federatief Europa.

9 januari 1917
Duitsland besluit tot een onbeperkte duikbootoorlog per 1 februari. Ook Nederlandse schepen worden getroffen. De Verenigde Staten bereiden zich voor op deelneming aan de oorlog.

8 maart 1917
Revolutie in Rusland. De tsaar wordt gedwongen af te treden en er wordt een voorlopige regering gevormd van liberalen en een enkele gematigde socialist. Op 16 april keert Lenin, leider van de revolutionaire socialisten, terug uit ballingschap. Hij is uit op de verovering van de staatsmacht.

3 april 1917
De Verenigde Staten verklaren de oorlog aan Duitsland. De kans op een spoedige vrede lijkt verkeken. In Duitsland neemt de verdeeldheid toe. Dissidenten splitsen zich af van de Sozialistische Partei Deutschlands en beginnen een onafhankelijke partij (USPD).

15-16 april 1917
Tijdens een weekend in Laren besluiten de Nederlandse ISB-leden Troelstra, Van Kol, Albarda en Wibaut met secretaris Huysmans een vredesconferentie bijeen te roepen in Stockholm. Twee weken eerder heeft de Deen Stauning al opgeroepen tot actie. Troelstra vertrekt naar Berlijn voor overleg met de Duitse en Oostenrijkse partijgenoten en staatssecretaris Zimmermann. Na een tussenstop in Kopenhagen arriveert hij op 1 mei met zijn vrouw in Stockholm.

10 mei 1917
Het Hollands-Scandinavisch Comité begint zijn werk in Stockholm. Als gauw blijkt dat de Engelse en Franse socialisten niet komen; hun regering wil geen passen verstrekken. De Russische bolsjewieken onder leiding van Lenin willen niet met opportunisten als Troelstra en Branting om een tafel zitten. De sociaal-democraten uit Rusland willen wel komen, maar dat kan nog even duren. De Entente-landen vrezen dat Troelstra zal meewerken aan een afzonderlijke Russisch-Duitse vrede. Dan zou Duitsland meer troepen op het westelijk front kunnen inzetten. Troelstra ontkent dat hij een separate vrede zou willen.

18 mei 1917
Omdat van een voltallige conferentie voorlopig geen sprake zal zijn, begint de vredescomité met voorconferenties per land. Veertig partijen en groeperingen van India tot Ierland en van Polen tot Palestina, geven hetzij mondeling in Stockholm hetzij schriftelijk hun standpunt. Troelstra en Branting treden beurtelings op als voorzitter.

18 mei 1917
Het Hollands-Scandinavisch Comité geeft een manifest uit waarin het alle partijen oproept naar Stockholm te komen voor een gezamenlijke conferentie. Het comité doet een beroep op de regeringen van de Entente-landen alsnog passen te verstrekken.

3 juni 1917
De Duitse delegaties (SPD en USPD) arriveren in Stockholm. Van Kol beschuldigt de Duitsers ervan dat ze een aanvalsoorlog begonnen zijn; Troelstra probeert neutraal te blijven. De schuldvraag komt volgens hem later aan de orde.

16 juni 1917
Terwijl Troelstra nog in Stockholm is, vinden in Nederland tussentijdse verkiezingen plaats in verband met de grondwetsherziening. De partijen hebben afgesproken geen campagne te voeren. Troelstra wordt herkozen in Leeuwarden. De SPD van Wijnkoop haalt nog geen zetel maar wint wel terrein.

25 juni 1917
Troelstra onderbreekt zijn verblijf in Stockholm om het aantreden van de nieuwe Tweede Kamer mee te maken. Na een vakantie keert hij medio augustus terug in Stockholm.

eind juni 1917
Het vredesinitiatief komt in een impasse door een serie problemen: voor de Fransen is overdracht van Elzas-Lotharigen onbespreekbaar, er zijn te veel deelkwesties (van Palestina tot Armenië), de Russische socialisten zijn onderling verdeeld, ook in Duitsland, Frankrijk en Engeland bestaan verschillende stromingen, de Entente-landen eisen herstelbetalingen en - last but not least - de regeringen in Parijs en Londen blijven passen weigeren.

4 juli 1917
De onvrede over de distributiepolitiek groeit. In de ‘bloedige juliweek’ vallen bij een aardappeloproer in Amsterdam tien doden en 113 gewonden. Het leger en de politie worden ingezet om stakers en plunderaars te beteugelen. De SDAP geeft de ‘Judassen’ van SDAP en NVV de schuld. Troelstra is inmiddels naar Zweden vertrokken.

13 augustus 1917
Even lijkt het erop dat premier Lloyd George passen wil geven aan een Engelse delegatie. Maar het verloop van de oorlog brengt hem op andere gedachten. Hij zal niet meewerken aan het slagen van Stockholm. Datzelfde geldt voor Clemenceau in Parijs – die wil op het slagveld winnen. 

7 september 1917
Partijvoorzitter Vliegen ziet niets meer in ‘Stockholm’ en wil dat Troelstra terugkomt naar Nederland.

10 oktober 1917
Hoewel Branting er niet voor voelt, krijgt Troelstra gedaan dat er een gezamenlijk Voorontwerp van een Vredesvoorstel verschijnt. Daarin wordt gepleit voor een vrede zonder annexaties en herstelbetalingen, arbitrage bij conflicten, internationale ontwapening, politiek en economisch herstel van België, een volksstemming in Elzas-Lotharingen en relatieve autonomie voor een aantal minderheden, waaronder de joden in Palestina.

22 oktober 1917
Troelstra keert terug in Nederland, teleurgesteld over het geringe resultaat, maar nog niet helemaal zonder hoop.

begin november 1917
Jan Schaper interpelleert de regering over de voedselcrisis. Nu mengt ook Troelstra zich in het debat. Hij wil dat Wibaut minister wordt om de voedseldistributie beter te organiseren.

7 november 1917
Revolutie in Rusland. Lenin en zijn bolsjewieken grijpen de macht. Troelstra moet niets van Lenin hebben en bekritiseert de uitschakeling van burgerlijke democraten. De Russische sociaal-democraten die zich hebben aangesloten bij het Hollands-Scandinavisch Comité zijn hun rugdekking kwijt. 

eind november 1917
Met een beroep op de Oostenrijkse neo-marxist Karl Renner pleit Troelstra bij de algemene beschouwingen voor meer staatsinvloed op de economie.

3 december 1917
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland en begint vredesonderhandelingen. Pogingen van Stauning en Troelstra om het vredesoverleg in Stockholm te doen herleven lopen op niets uit. Op het westelijke front wordt de oorlog met kracht voortgezet.

12 december 1917
Afkondiging van de herziene grondwet vanaf alle gemeentehuizen. Troelstra spreekt op het bordes van het Haagse gemeentehuis.

18 december 1917
Troelstra stelt voor een vaste commissie van buitenlandse zaken in te stellen. Het idee vindt weerklank maar zal pas in 1919 worden verwezenlijkt.

8 januari 1918
De Amerikaanse president Woodrow Wilson publiceert zijn Veertien Punten, waaronder de oprichting van een Volkenbond. Troelstra onderschrijft in de grote lijnen de visie van Wilson.

2 februari 1918
Op het partijcongres hinkt Troelstra op twee gedachten. Enerzijds hoopt hij op een coalitiekabinet, waarin de SDAP de grootste partij zal zijn, anderzijds houdt hij rekening met een revolutionaire ontwikkeling als de oorlog eindigt.

3 maart 1918
De Russen en Duitsers sluiten de Vrede van Brest-Litovsk, waarbij Rusland grote gebieden aan Duitsland afstaat. Troelstra veroordeelt deze seperate vrede als een ‘oorlogsdaad’.

5 maart 1918
Bij het begin van een meerdaagse interpellatie zijn er grote demonstraties tegen de duurte en de honger. Ook de SDAP en NVV beginnen zich radicaler op te stellen. Opnieuw oppert Troelstra het idee dat Wibaut minister wordt om naast of in plaats van minister Posthuma de voedseldistributie te organiseren.

16 maart 1918
Troelstra en andere SDAP’ers onderzoeken de mogelijkheid van graanleveranties uit de Oekraïne via de zakenman J. Barmat. Minister Loudon van buitenlandse zaken wil wel meewerken aan een missie naar Oekraïne, maar uiteindelijk gaat het plan niet door.

april 1918
Net als eerder in Stockholm erkent Troelstra in een interview met De Joodsche Volksstem het recht van het joodse volk op kolonisatie in Palestina.

12 april 1918
De onvrede over de voedselschaarste neemt toe. Bij rellen in Den Haag vallen twee doden en een vijftig gewonden. Tijdens een nieuwe interpellatie dient Troelstra een motie van afkeuring in over het distributiebeleid van minister Posthuma. De motie wordt verworpen, maar de goede verstandhouding tussen Troelstra en premier Cort van der Linden lijdt er wel onder.

26 april 1918
De Duitse legerleiding dreigt met een aanval als Nederland niet toestemt in de doorvoer van zand en grind naar België. Tijdens een besloten bijeenkomst van het comité-generaal van de Tweede Kamer toont Troelstra begrip voor het Duitse standpunt in de zand- en grindkwestie. Zowel Cort van de Linden als Troelstra wil geen oorlog riskeren. Nederland geeft toe, net als eerder bij de inbeslagneming van schepen door Engeland en Amerika. ‘Bukken voor dwang’ is volgens Troelstra het lot van kleine landen.

6 juni 1918
Troelstra krijgt hij een uitnodiging om het congres van de Labour Party bij te wonen. Na overleg met Duitse partijgenoten zaait hij verwarring door te suggereren dat Scheidemann instemt met de uitgangspunten van de Entente. Uiteindelijk wordt de reis afgelast, niet alleen omdat Britse zeelieden de deutschfreundliche Troelstra niet willen vervoeren, maar ook omdat de Engelse regering een pas weigert.

eind juni 1918
Tussen kabinet en koningin ontstaat een conflict naar aanleiding van de konvooikwestie. Met steun van Wilhelmina wil minister van marine J.J. Rambonnet een konvooi schepen naar Nederlands-Indië sturen. De meerderheid van het kabinet staat achter de ministers van buitenlandse zaken en koloniën, Loudon en Pleyte, die het konvooi tegenhielden vanwege bezwaren van Engeland. Rambonnet vraagt en krijgt ontslag, ondanks bezwaren van premier Cort van der Linden. Voor Troelstra is de kwestie het bewijs dat de koningin te veel onder invloed van militairen staat.

3 juli 1918
Het algemeen kiesrecht voor mannen levert de SDAP niet de overwinning op die de partij verwachtte. Rechts krijgt 52 zetels, waarvan 30 voor de RKSP. De gezamenlijke liberalen behalen slechts 18 zetels. De socialisten krijgen samen 26 zetels: 22 voor de SDAP, 2 voor de SDP, een voor de Socialistische Partij en een voor de christen-socialisten.

9 juli 1918
Troelstra adviseert een formateur van confessionele zijde. Met verwijzing naar de konvooikwestie waarschuwt hij de koningin tegen militaristische invloed. RKSP-leider Nolens krijgt een formatieopdracht, daarna treedt zijn partijgenoot Ch. Ruijs de Beerenbrouck aan als (eerste) katholieke premier.

18 juli 1918
Troelstra vertrekt voor een lang verblijf naar Zwitserland. Opnieuw is sprake van hervatting van het vredesoverleg, maar de Britse partijleider Arthur Henderson krijgt geen toestemming om naar Zwitserland te reizen. Vervolgens gaan de ontwikkelingen op het slagveld zo snel, dat de oorlog ten einde loopt. De laatste kans op een vredesrol voor de Internationale is daarmee verkeken.

13 augustus 1918
In een interview met The New York Times dringt Troelstra nog eenmaal aan op ‘peace by agreement’.

9 september 1918
Het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck treedt aan en belooft een krachtige sociale politiek. De SDAP zal het nieuwe kabinet onbevooroordeeld tegemoet treden en op zijn daden beoordelen.

medio september 1918
Opnieuw zijn er hongeroproeren. Niet alleen de SDP protesteert, ook SDAP en NVV worden feller. ‘Wij moeten niet doen’, aldus Troelstra, ‘alsof wij hier ergens op een berg zitten, ver boven de golven die in het volk woelen’. De partij dringt aan op gedeeltelijke demobilisatie.

17 september 1918
Suze Groeneweg, het eerste vrouwelijke Kamerlid, zit naast Troelstra in de Kamerbankjes. De fractie wil een initiatiefontwerp voor actief vrouwenkiesrecht pas indienen als ook de Eerste Kamer van samenstelling is veranderd. Een week later komt de vrijzinnig-democraat Marchant met een voorstel, tot woede van Troelstra die Groeneweg de eer had willen gunnen.

23 september 1918
Onder het spoorwegpersoneel groeit de onvrede over lange werktijden, slechte uitrusting en onveiligheid.

1 oktober 1918
De Duitse legerleiding is tot de conclusie gekomen dat de oorlog verloren is. De idealistische liberaal prins Max von Baden wordt kanselier; de meerderheidssocialisten Philipp Scheidemann en Gustav Bauer treden toe tot het kabinet. Troelstra bemiddelt bij Scheidemann inzake ter dood veroordeelde Belgische gevangenen.

4 oktober 1918
De Engelse consul in Rotterdam waarschuwt de regering in Londen voor revolutionaire groeperingen zoals de SDP in Nederland. Als het in Duitsland misgaat, kan de onrust overslaan naar Nederland. De voedselschaarste wordt erger en ook de Spaanse griep maakt slachtoffers. Er breken wilde stakingen uit. Opnieuw komt vanuit België een stroom vluchtelingen op gang, nu uit Noord-Frankrijk.

12 oktober 1918
SDAP en NVV richten een maanwoord tot de regering: Ongerustheid en ontevredenheid maken zich meester van grote delen van de bevolking; ernstige conflicten zijn onvermijdelijk als niet allles wordt gedaan om nood te lenigen.

14 oktober 1918
De Amerikaanse president Wilson gaat nog niet in op het Duitse verzoek om een wapenstilstand; eerst moet de keizer aftreden. Wilhelm II weigert en trekt zich terug in het hoofdkwartier in Spa. Troelstra waarschuwt tegen anarchie in Nederland als de onrust voortduurt.

25 oktober 1918
Muiterij in legerplaats De Harskamp. Aanleiding is de intrekking van reeds toegezegde verloven. Barakken worden in brand gestoken. Ook onvrede bij gewone soldaten over de behandeling door officieren speelt een rol. Volgens een eerste bericht in De Telegraaf zouden er zestig doden zijn, later blijkt dat er helemaal geen doden zijn. Her en der worden soldatenraden opgericht, maar numeriek stellen die niet veel voor.

2 november 1918
Voor de derde maal in drie weken beraden SDAP en NVV zich op de situatie. De meerderheid van de bestuurders vindt Troelstra’s concept-manifest te scherp. Vliegen: ‘Een revolutie in een democratisch geregeerd land is een dwaasheid’. NVV-voorzitter Oudegeest wil pas over revolutie praten als de situatie verandert. In het manifest dat twee dagen later verschijnt wordt wel gezegd dat de partij klaar moet staan voor ‘haar grote taak’.

4 november 1918
In de Duitse havenstad Kiel breekt muiterij uit. In de volgende dagen verspreidt de onrust zich over heel Duitsland. Ook in Hongarije heerst een revolutionaire stemming.

5 november 1918
Troelstra houdt een interpellatie over de Harskamprellen. Hij waarschuwt dat soldaten, net als in Duitsland, voor de revolutie kunnen kiezen. De regering zegt een onderzoek toe naar de geest in het leger. Pal daarop wordt generaal Snijders ontslagen. Hoewel dat ontslag al eerder was overwogen, wekt het besluit de indruk van een concessie. Om de spanning te verminderen verhoogt de regering het broodrantsoen.

8 november 1918
De katholieke Kamerfractie besluit na te gaan wat revolutionaire groeperingen in het schild voeren. In samenwerking met de katholieke vakbeweging wil men een alternatief bieden voor sociale actie. Ook minister Aalberse streeft naar sociale hervormingen. In christelijk-historische kring dringen F.C. Gerretson en H. van Gybland Oosterhoff bij de regering aan op waakzaamheid, ze zoeken contact met oud-minister Colijn in Londen.

zaterdag 9 november 1918
Max von Baden draagt in Berlijn de macht over aan een regering met socialisten. Friedrich Ebert wordt rijkskanselier en Philip Scheidemann roept de republiek uit. In Den Haag vergadert premier Ruijs de Beerenbrouck met de leiders van de liberale partijen. Hij wil geen socialisten opnemen in de regering maar zegt wel hervormingen toe.

Troelstra krijgt een telefoontje van de Rotterdamse vakbondsleiders Arie Heijkoop en Johan Brautigam. Ze zijn bij havenbaron H.P. Nijgh en burgemeester A.R. Zimmerman geweest. Nijgh toonde zich toegeeflijk op het punt van arbeidsvoorwaarden, Zimmerman hield rekening met een machtswisseling en wilde de medewerking van de socialisten om chaos te voorkomen. Troelstra nodigt Heijkoop en Brautigam uit voor de volgende ochtend.

zondag 10 november 1918
In alle vroegte krijgt Troelstra telefonisch bericht dat de Duitse keizer naar Nederland is gevlucht. De Duitse gezant laat vragen hoe de SDAP op eventueel asiel zal reageren. Troelstra heeft geen bezwaar mits Wilhelm II wordt geïnterneerd. Dat is niet de bedoeling: in overleg met koningin Wilhelmina wordt hem asiel aangeboden. Ondanks ontkenningen vermoedt Troelstra dat de koningin van tevoren van de komst van de keizer afwist.

Onder indruk van de gebeurtenissen in Berlijn, de vlucht van de keizer en het aanbod van de Rotterdamse burgemeester, besluit Troelstra een spoedberaad in Rotterdam bijeen te roepen. Daar blijkt de meerderheid van de landelijke en plaatselijke vakbonds- en partijbestuurders het niet eens met zijn visie, dat er een revolutionaire toestand bestaat. Teleurgesteld laat Troelstra weten dat hij de volgende dag niet in Rotterdam zal optreden en niet zal meewerken aan een manifest van SDAP en NVV.

11 november 1918
In Compiègne wordt de wapenstilstand getekend. Nederland demobiliseert. De kranten staan vol revolutienieuws, niet alleen uit Duitsland, maar ook uit Zwitserland en Hongarije. De revolutionaire partijen in Nederland (SDP, christensocialisten en SP) eisen een volksregering. In Rotterdam constateert Troelstra dat het manifest van SDAP en NVV radicalere eisen stelt dan hij verwachtte. Als zelfs de liberale Nieuwe Rotterdamsche Courant hervormingen eist, grijpt Troelstra nieuwe moed. Hij zal ‘s avonds toch spreken op een van de massameetings in Rotterdam. Daar dreigt hij met revolutie onder het motto ‘Grijpt de macht’.

12 november 1918
Ook in de Tweede Kamer dreigt Troelstra met revolutie. Ten onrechte suggereert hij dat een groot deel van leger en politie aan de kant van een revolutie staan. Hij krijgt wel applaus van zijn medestanders, maar al gauw blijkt dat niet de hele fractie achter hem staat. Ook het partijbestuur steunt hem niet. Na afloop van het debat intensiveert de regering de bewaking van belangrijke gebouwen. Tegelijk worden hervormingen toegezegd.

13 november 1918
Het overgrote deel van de Kamer neemt scherp stelling tegenover Troelstra. De vrijzinnig-democraat Marchant verwijt hem in te gaan tegen de wil van het volk: dat voelt democratisch en wil zijn eigen lot bepalen.

Ondertussen hebben revolutionairen onder leiding van Wijnkoop en Roland Holst in Amsterdam een soldatenraad opgericht, maar gezagsgetrouwe militairen openen het vuur op betogers. Er vallen vier doden en tientallen gewonden. ‘s Avonds meldt Wijnkoop zich bij SDAP-voorzitter Vliegen met de vraag of samenwerking mogelijk is, maar deze gaat daar niet op in. Ook de hoofdredacteur van De Telegraaf, J.C. Schröder, komt op bezoek. De krant heeft kritiek op het kabinet dat de tekenen des tijds niet verstaat. De Amsterdamse editie De Courant zou een hervormingsbeweging willen steunen, op voorwaarde dat Troelstra van het toneel verdwijnt. Ook dat aanbod wordt door Vliegen afgewezen.

Met SDAP-secretaris Matthijsen en NVV-leiders Oudegeest en Fimmen vormt Vliegen een Comité van Vier dat de dagelijks leiding in handen neemt – zonder Troelstra.

14 november 1918
Behalve de groep-Gerretson zijn ook de confessionele vakbonden bezig met de contrarevolutie. Ze verspreiden pamfletten en organiseren demonstratieve vergaderingen. Minister Aalberse wijst op de hervormingen die hij al eerder heeft aangekondigd. Naast de Vrijwillige Landstorm wordt een Bijzonder Vrijwillige Landstorm opgericht. Het kabinet verhoogt de duurtetoeslag. In de Tweede Kamer verklaart Troelstra dat hij tegen geweld is en dat hij het woord staatsgreep niet heeft gebruikt. Hij beseft dat hij te ver is gegaan. ‘s Avonds komt hij gebroken thuis.

15 november 1918
Troelstra raakt in een depressie. Op verzoek van Troelstra dekt Schaper in de Tweede Kamer de aftocht. Hoewel hij de revolutiedreiging niet terugneemt ademt Schapers rede een democratische toon; hij legt het accent op de hervormingen.

16-17 november 1918
SDAP en NVV congresseren in Rotterdam maar Troelstra blijft thuis. Een voorstel om hem voor de volgende dag uit te nodigen wordt met gejuich begroet. Als Troelstra de volgende dag verschijnt krijgt hij een langdurige ovatie. Hij erkent zich vergist te hebben in de krachtsverhoudingen, maar verloochent zijn geloof in een revolutionaire omwenteling op langere termijn niet.

18 november 1918
Op het Malieveld betuigen veertigduizend demonstranten hun trouw aan Wilhelmina. Bij de nadering van het Malieveld spannen grenadiers de paarden uit om zelf de koninklijke koets te trekken – een geregisseerde actie die niettemin indruk maakt.

19 november 1918
Het kabinet vraagt oud-minister Colijn advies uit te brengen voor de toekomstige organisatie van de vrijwillige landstorm en de burgerwacht. Eind november reeds worden de eerste burgerwachten gevormd. Minister Aalberse komt met concrete plannen voor sociale wetgeving, waaronder een 45-urige werkweek.

25 november 1918
Het partijbestuur vergadert zonder Troelstra. Onduidelijk is welke consequenties deze trekt uit zijn ‘vergissing’. Vliegen en Schaper willen dat hij de revolutie afzweert, maar Troelstra houdt zich op de vlakte. Hij bereidt zich voor op een comeback. In Het Volk roept hij op tot eenheid, maar hij wijst ook op de revolutionaire stemming in andere landen.

2 december 1918
Het partijbestuur neemt afstand van de open brief van Troelstra. Het heeft geen zin te speculeren op revolutionaire ontwikkelingen in het buitenland. Schaper betoogt dat Troelstra dwars tegen het bestuur inging met zijn ‘operetterevolutie’, maar deze trekt zich daar weinig van aan en verspreidt opnieuw een verklaring, waarin hij ‘revolutionaire druk’ ook in de toekomst mogelijk acht.

7 december 1918
Troelstra heeft contact met de zakenman J. Barmat, die geld wil steken in een Rotterdamse krant. Troelstra zou daaraan willen meewerken. Voorzitter Vliegen wijst erop dat dit een zaak van het bestuur is. Er is immers ook sprake van dat Troelstra weer hoofdredacteur van Het Volk zou kunnen worden.

21 december 1918
Niet Troelstra, die zich ziek heeft gemeld, maar Schaper wordt lid van de nieuwe commissie tot herziening van de grondwet.

5 januari 1919
In Berlijn leidt de Spartakus-opstand tot bloedige gevechten tussen de communisten en de voorlopige regering. Dit is wat Troelstra in de novemberdagen vreesde: dat de SDAP geroepen zou worden om een ultra-linkse opstand neer te slaan.

15 januari 1919
Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg vermoord in Berlijn. Hoewel ze een matigende invloed probeerden uit te oefenen, werden zij toch gezien als symbool van de communistische opstand.

16 januari 1919
Het partijbestuur vreest voor een scheuring in de partij als Troelstra, gesteund door een groot deel van de achterban, zijn revolutionaire koers doorzet tegen de wil van de meerderheid van het bestuur in. Troelstra zegt toe dat hij zal meewerken aan een eenheidsmotie voor het volgende congres.

17 januari 1919
Aanvankelijk wil Zwitserland, dat ook roerige novemberdagen achter de rug heeft, Troelstra niet toelaten maar nu krijgt hij toch een pas om het congres van de Internationale te bezoeken.

19 januari 1919
In Berlijn krijgt de centrum-linkse coalitie van Ebert driekwart van de stemmen bij de eerste naoorlogse verkiezingen; de meerderheidssocialisten zijn met 39 procent de grootste partij.

3 februari 1919
De Internationale herrijst in Bern uit haar as. Troelstra’s aanzien heeft geleden onder zijn deutschfreundliche opstelling tijdens de oorlog. In een debat over democratie en dictatuur weigert hij de communisten in Moskou te veroordelen. Hij heeft wel kritiek op hen (‘Ik ben geen bolsjewist’), maar wil niet eenzijdig zijn: ook het kapitalisme is schuldig.

2 maart 1919
Troelstra houdt een lezing in Luzern, waarin hij zijn ideeën uit 1907 over het politiek systeem der sociaal-democratie nader uitwerkt. Hij is de gast van de miljonair John de Kay, die ook de eerste naoorlogse bijeenkomsten van de Internationale sponsort.

8 maart 1919
Uit een artikel in De Socialistische Gids blijkt opnieuw dat Troelstra zijn revolutionaire veren niet heeft afgeschud. Redactiesecretaris Bonger waarschuwt dat hij een ‘kolossale nederlaag’ tegemoet gaat als hij vasthoudt aan deze ideeën.

26 maart 1919
Troelstra wordt lid van de vaste commissie van buitenlandse zaken van de Tweede Kamer die mede op zijn aandringen is ingesteld.

12 april 1919
Het partijbestuur aanvaardt een eenheidsmotie waarin voor normale omstandigheden de parlementaire weg wordt aanbevolen, maar in uitzonderlijke situaties ‘andere dan wettige middelen’ mogelijk worden geacht. Daarmee krijgt Troelstra zijn zin, ook al moet hij toezeggen dat ‘november 1918’ zich niet zal herhalen.

20 april 1919
Eenheidscongres. De SDAP aanvaardt de eenheidsmotie en voorkomt daarmee een scheuring. In de Tweede Kamer moge Troelstra’s aanzien zijn gedaald, in de partij is zijn leiderschap eerder versterkt. Met 948 van de 952 stemmen wordt hij in het partijbestuur gekozen.

26 april 1919
Het bestuur van de Internationale vergadert in Amsterdam en roept de Entente-landen op tot een vrede zonder wraak.

9 mei 1919
De Tweede Kamer aanvaardt het wetsontwerp-Marchant tot invoering van het actief vrouwenkiesrecht.

mei 1919
De Kamer debatteert over uitbreiding van de burgerwacht. Op de vraag van Troelstra waarom die nodig is antwoordt Ruijs de Beerenbrouck:’ Ga bij uzelf te rade, gij zijt het levende antwoord’. Het wetsontwerp wordt aanvaard met de stemmen van de SDAP en de inmiddels communistische SDP tegen.

28 juni 1919
Duitsland tekent onder protest het vredesverdrag van Versailles. Troelstra heeft scherpe kritiek op dit ‘vredesdictaat’.

11 juli 1919
De Tweede Kamer aanvaardt het wetsontwerp van minister Aalberse dat de arbeidsweek beperkt tot 45 uur: vijf dagen acht uur en op zaterdag vijf.

2 augustus 1919
De Internationale komt bijeen in Luzern; opnieuw treedt John de Kay op als geldschieter. Troelstra komt met een uitgewerkt voorstel voor een ‘politiek systeem van de sociaal-democratie’.

eind september 1919
Troelstra gaat voor de derde maal in een jaar naar Zwitserland, nu voor een ‘studie- en kuurreis’.

23 oktober 1919
Vanuit Zwitserland stuurt Troelstra een concept-verklaring over ontwapening naar het Internationaal Socialistisch Bureau. In ontwapening ziet hij de remedie tegen het herlevend militarisme.

29 oktober 1919
Nog steeds heeft Troelstra contact met de initiatiefnemers van een nieuw dagblad in Rotterdam. Maar het partijbestuur laat weten dat de artikelen van de partijleider thuishoren in Het Volk.

12 november 1919
Bij de algemene beschouwingen pleit Troelstra voor socialisatie van het bedrijfsleven. Hij vindt wel enig gehoor, maar de meeste fracties vinden dat hij doordraaft. Wel wordt een staatscommissie ingesteld, maar het zal tot 1927 duren voordat de commissie met een rapport komt. Het socialisatierapport van de commissie-Wibaut verschijnt sneller. Troelstra vindt dat echter te weinig politiek en pleit opnieuw voor een economische raad naast het parlement.

25 november 1919
Het partijbestuur besluit Troelstra per 1 januari 1920 te benoemen tot hoofdredacteur van Het Volk, naast Jan de Roode. Daarmee is een hoofdredacteurschap in Rotterdam van de baan. Als De Roode in april 1920 naar Genève vertrekt, wordt Nap Ankersmit medehoofdredacteur.

20 december 1919
Op voorstel van Troelstra besluit het uitvoerend comité van de Internationale tot instelling van een commissie Politiek Systeem, met o.a. Kautsky, Ramsay MacDonald, Beatrice Webb en Troelstra.

februari 1920
Troelstra pleit in de Kamer voor aansluiting bij de Volkenbond. Hij is wel bang dat het systeem van garantieverdragen ondanks de afspraken over arbitrage toch weer tot oorlogen kan leiden. Ook betreurt hij de uitsluiting van Duitsland. Maar hij hoopt dat de Volkenbond van binnenuit verbeterd kan worden.

26 maart 1920
Troelstra en zijn vrouw verhuizen naar Leuvensestraat 30 in Scheveningen, waar hij de laatste tien jaar van zijn leven zal wonen. Sinds een jaar heeft hij een fulltime secretaris aan huis, Johan Winkler.

31 maart 1920
Op een manifestatie in Leeuwarden pleit Troelstra voor een leerstoel Fries aan de rijksuniversiteit Groningen. Hij is tegen Fries nationalisme maar wel voor Friese les op de lagere school.

juni 1920
Op een massabetoging en in de Kamer uit Troelstra kritiek op het ontwerp-antirevolutiewet, dat ook de voorbereiding van revolutie strafbaar stelt. Hij vreest dat de wet tegen de SDAP gebruikt zal worden. Het wetsvoorstel wordt met royale meerderheid aangenomen.

begin augustus 1920
Op het congres in Genève blijkt de Tweede Internationale verzwakt. In Moskou wordt gewerkt aan een communistische (derde) Internationale; de zogenaamde minderheidssocialisten Oostenrijk, Italië en Frankrijk dreigen over te lopen. Ze verenigen zich in de Weense Internationale. Voor Troelstra’s politieke systeem der sociaal-democratie bestaat weinig animo.

najaar 1920
In Het Volk bekritiseert Schaper Troelstra’s socialistische staatsrecht. Troelstra is teleurgesteld in het resultaat van algemeen kiesrecht en wil meer directe actie. De tweespalt in het bestuur duurt voort.

23 oktober 1920
De partijraadt gaat grotendeels akkoord met een memorandum van Troelstra over nationale en internationale ontwapening. De SDAP wil nationale zelfstandigheid, maar geen militarisme – een nieuw thema voor de komende jaren.

30 oktober 1920
Installatie van de commissie Politiek Systeem, het stokpaardje van Troelstra. De commissie wordt een fiasco, omdat Troelstra geen steun krijgt voor zijn sociaal-democratisch staatsrecht.

februari 1921
Troelstra bezoekt het congres in Wenen van de partijen die niet meer zijn aangesloten bij de Tweede Internationale. Hij voelt zich thuis bij de minderheidssocialisten, maar keurt hun toenadering tot Moskou af, vooral nu er uit Rusland steeds meer berichten komen over hongersnood en terreur.

25 juni 1921
Tijdens een kabinetscrisis over het defensiebeleid raadpleegt de koningin de fractieleiders. Omdat Troelstra reeds op vakantie aan de Bodensee is neemt vicefractievoorzitter Schaper de honneurs waar. Het steekt Troelstra dat de partij hem niet eens inlicht over het gebeurde.

juli/augustus 1921
Van de Bodensee reist Troelstra naar Kopenhagen om daar het vijftigjarig bestaan van de sociaal-demcratische partij mee te vieren. Hij knoopt er een vakantie in Noorwegen aan vast en schrijft reisbrieven voor Het Volk.

najaar 1921
In tien artikelen laat Troelstra zijn licht schijnen op de grondwetsherziening. Daarna herhaalt hij zijn kritiek in de Kamer. Hij bestrijd het ondemocratisch karakter van de erfelijke monarchie en hekelt het voortbestaan van de Eerste Kamer.

18 oktober 1921
De Leidse filosoof Bolland, die ten strijde is getrokken tegen de democratie, het socialisme en het jodendom, krijgt repliek van Troelstra. In een toespraak voor Amsterdamse studenten  bestempelt Troelstra Bollands ‘donderrede’ als reactionaire borrelpraat.

eind december 1921
Bij de algemene beschouwingen en op het congres van zijn partij pleit Troelstra voor een rooms-rode coalitie, eventueel samen met de vrijzinnig-democraten. De leider van de RKSP houdt de boot af, hij wil alleen ‘in uiterste noodzaak’ met de SDAP regeren.

voorjaar 1922
Onder invloed van de economische teruggang wordt de achturendag weer afgeschaft. De werkweek wordt verlengd van 45 tot 48 uur.

26 april 1922
Troelstra houdt een interpellatie over de grondwetsherziening. De Eerste Kamer heeft een deel van de voorstellen verworpen en de regering wil nu het ontwerp aanpassen. Troelstra komt zelf met een initiatiefwet tot afschaffing van de Eerste Kamer. Maar het gewijzigde ontwerp van de regering wordt aanvaard.

5 juli 1922
Bij de Tweede Kamerverkiezingen, de eerste waaraan vrouwen deelnemen, verliest de SDAP twee van de 22 zetels. De kiezers lijken de revolutiedreiging van Troelstra af te straffen. Met zestig zetels zijn de confessionelen de grote winnaars. De 62-jarige Troelstra is populair bij zijn achterban, maar slaagt er niet in nieuwe kiezers te trekken.

15 juli 1922
Voor het eerst sinds de novemberdagen 1918 ontmoet Troelstra de koningin onder vier ogen. Hij adviseert voortzetting van de confessionele coalitie. Hij tekent wel bezwaar aan tegen de druk van de bisschoppen op katholieke kiezers om op de RKSP te stemmen.

zomer 1922
De SDAP verwijt het NVV zich teveel op politiek terrein te begeven. NVV-voorzitter Roel Stenhuis staat ideologisch dicht bij Troelstra, maar toch is deze niet gediend van diens aspiraties om een soort Labour Party te vormen, waardoor de vakbeweging eigen volksvertegenwoordigers zou kunnen kandideren.

12 september 1922
Het tweede kabinet-Ruijs de Beerenbrouck treedt aan.

30 oktober 1922
Na de staatsgreep door Mussolini in Rome wordt het gebouw van de socialistische krant Avanti bestormd. Het Volk schrijft vanaf het begin zeer kritisch over de Italiaanse fascisten.

10-15 december 1922
Troelstra opent het vredescongres van het Internationaal Verbond van Vakverenigingen. Het Nederlandse volk is volgens hem antimilitaristsich. Samen met IVV-secretaris Edo Fimmen formuleert Troelstra een resolutie waarin voor internationale ontwapening wordt gepleit.

28 december 1922
Troelstra brengt op advies van zijn arts de kerstvakantie door in Bolzano.

11 januari 1923
Franse en Belgische troepen bezetten het Roergebied om Duitsland te dwingen tot verdere herstelbetalingen. Troelstra wil de minister van buitenlandse zaken interpelleren, maar de Kamer staat dat niet toe.

april 1923
Troelstra is steeds vaker in het buitenland. Nu neemt hij enige weken rust in Lugano.

eind mei 1923
Troelstra en Branting, de initiatiefnemers van de Stockholm-conferentie van 1917, zijn in Hamburg getuige van de verzoening van de Tweede Internationale met de Weense Internationale.

25 juni 1923
Laatste vergadering van de commissie Politiek Systeem. Daarna sterft de commissie een zachte dood.

8 september 1923
Het partijbestuur sluit zich aan bij een initiatief van het NVV om een petitionnement tegen de vlootwet te organiseren. Die wet regelt de financiering van een 12-jarenplan voor uitbreiding van de vloot in Nederlands-Indië.

23 september 1923
Met zeventigduizend demonstranten breekt de betoging tegen de vlootwet alle records. Troelstra houdt een felle rede en wordt langdurig toegejuicht.

11 oktober 1923
Interpellatie van Troelstra over het aftreden van de christelijk-historische minister van financiën, jhr De Geer, die de vlootwet niet voor zijn rekening wilde nemen. De Geer is vervangen door Colijn.

15 oktober 1923
Aanbieding van het petitionnement tegen de vlootwet met 1.132.000 handtekeningen.

26 oktober 1923
Dankzij tien ‘rebellen’ in de RKSP-fractie wordt het ontwerp-vlootwet verworpen met 50 tegen 49 stemmen. De avond daarna wordt Troelstra op het balkon van zijn huis gehuldigd door een grote menigte.

31 oktober 1923
In zijn advies aan de koningin pleit Troelstra voor Kamerontbinding. Na nieuwe verkiezingen zou er ruimte kunnen komen voor en regering van ‘democratische concentratie’.

2 november 1923
De SDAP maakt een concept-program voor een progressief kabinet. Maar al gauw blijkt dat de liberalen daar niets voor voelen. Het kabinet wordt gelijmd. De katholieke dissidenten kruipen weer onder de vleugels van de RKSP.

8 november 1923
Mislukte coup van Adolf Hitler in München. Troelstra wordt zich bewust van het gevaar van een fascistische beweging. Als de Duitse kroonprins naar Duitsland terugkeert, vraagt Troelstra een interpellatie aan, maar die wordt geweigerd.

13 december 1923
Troelstra waarschuwt tegen het ‘Colijnse gevaar’. Colijn zou de verpersoonlijking zijn van het in de grond fascistische streven, dat in de plaats van democratie en overleg de dictatuur van de sterke man stelt. Maar als Troelstra in de Kamer Colijn vergelijkt met Mussolini neemt deze afstand van elke ‘dictatoriale begeerte’.

10 januari 1924
Het partijbestuur protesteert tegen de terugkeer van het ministerie-Ruijs de Beerenbrouck. Colijn ‘neemt de teugels weer in handen’ alsof er niets gebeurd is. ‘De eerste stap naar het fascisme is gedaan.’ De Kamervoorzitter weigert een interpellatie en vraagt Troelstra te wachten op de regeringsverklaring. In het debat wordt Troelstra’s motie die om Kamerontbinding vraagt verworpen.

2 februari 1924
In het partijbestuur wordt geklaagd over het feit dat Troelstra zo vaak ziek is, terwijl hij toch de politiek leider is. Aanvankelijk reageert Troelstra geprikkeld, maar langzamerhand rijpt het besef dat het eind van zijn loopbaan nabij is.

20 mei 1924
Troelstra ziet af van het recht op aanwijzing van een opvolger als directeur van brandwaarborgmaatschappij Neerlandia en van een salaris dat afhankelijk is van de omzet. In ruil daarvoor zal hij een vast salaris krijgen. Ook worden pensioenen en uitkeringen voor zijn eerste en tweede vrouw en zijn kinderen afgesproken.

24 mei 1924
Op aanraden van zijn arts vertrekt Troelstra voor een reis naar het Franse kuuroord Vittel en vandaar naar Zwitserland.

7 juni 1924
De Telegraaf meldt als eerste dat Troelstra mogelijk wil aftreden als partijleider. Hij zou nog wel hoofdredacteur willen blijven. Het bericht blijkt grotendeels juist, al is nog niet duidelijk wanneer Troelstra welke functies zal neerleggen.

10 juni 1924
Nadat Duitsland eerder met politieke moorden te maken kreeg, wordt nu Italië geconfronteerd met de moord op de socialistische leider Giacomo Matteotti, waarschijnlijk door huurlingen van Mussolini. De SDAP en Het Volk laten een krachtig protest horen.

eind september 1924
Via Berlijn keert Troelstra terug in Nederland. Zijn gezondheid is zwak.

18 en 26 november 1924
Troelstra houdt zijn laatste redevoeringen in de Tweede Kamer. In dit politiek testament spreekt hij de hoop uit dat het na de verkiezingen van 1925 mogelijk zal zijn een progressief kabinet te vormen. Voorwaarde is wel dat de democratische krachten in de RKPS terrein winnen of zich afsplitsen.

1 februari 1925
Troelstra treedt af als hoofdredacteur van Het Volk. Hij legt ook zijn lidmaatschap van het Uitvoerend Comité van de Internationale neer. Officieel blijft hij fractievoorzitter tot september, maar hij verschijnt niet meer in de Kamer.

28 februari 1925
Redacteur en Kamerlid A.B. Kleerekoper begint in Het Volk een actie voor de Troelstra-Gave, bedoeld voor zowel het verkiezingsfonds als voor een afscheidscadeau.

20 april 1925
Ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag krijgt Troelstra van de partij geld voor een langdurig verblijf in Zwitserland. Er zal een buste van hem worden gemaakt door beeldhouwer J. Mendes da Costa.

mei-september 1925
Troelstra verblijft enkele maanden aan het Meer van Genève. In juni schrijft hij zijn laatste gedicht, Lêste blink.

3 juli 1925
De SDAP stijgt bij de Kamerverkiezingen van 20 tot 24 zetels, het hoogste aantal tot nu toe. Hoe mooi het resultaat voor de SDAP ook is, van meeregeren is geen sprake: Colijn wordt een maand later premier van een confessioneel kabinet.

11 juli 1925
Willem Albarda, ook een Fries, volgt Troelstra op als fractievoorzitter. Vliegen krijgt slechts vier van de twintig stemmen.

15 september 1925
De vernieuwde fractie besluit vanaf 1926 prinsesdag bij te wonen. De reden om dat niet al in 1925 te doen is dat men gezichtsverlies voor Troelstra, die deze dag altijd heeft geboycot, wil vermijden. Doordat het besluit uitlekt is de gang van zaken toch pijnlijk.

19 september 1925
In de Haagse Dierentuin wordt een tweedaags huldigingscongres gehouden door SDAP en NVV. Sprekers uit binnen- en buitenland prijzen de scheidende leider. De bijeenkomst wordt via de radio uitgezonden, een noviteit die diepe indruk maakt in heel het land. ‘s Avonds is er een massale fakkeloptocht. De vakbeweging zal een Troelstra-oord laten bouwen in Beekbergen, dat dienst zal doen als conferentie- en vakantieoord voor de Rode Familie.

januari 1926
Troelstra, die al jaren aan een blaaskwaal lijdt, ondergaat een operatie in het Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam. Enkele maanden later wordt hij opnieuw opgenomen, nu in het Bronovo-ziekenhuis in Den Haag. De laatste jaren van zijn leven moet zijn blaas dagelijks thuis worden gespoeld.

februari 1926
Troelstra zet zich aan het schrijven van zijn Gedenkschriften. Bij de research wordt hij aanvankelijk geholpen door de historicus J. Bartstra en zijn secretaris Henri Sandberg.

maart 1926
Hoewel Troelstra zich niet meer met de actuele politiek wil bemoeien, geft hij nog één keer commentaar. In de vorm van de politiek-dramatische éénakter Waar gaan wij heen? beveelt hij opnieuw een rooms-rode coalitie aan. Anders vreest hij de reactie van ‘de barbaren’.

mei 1926
Troelstra wil geen positie meer kiezen in een conflict over de koers van De Socialistische Gids en verlaat de redactie.

19 oktober 1926
Troelstra’s vriend Jan van Zutphen legt in Beekbergen de eerste steen voor het Troelstra-oord. Troelstra zelf kan er wegens ziekte niet bij zijn.

23 oktober 1926
Eerste vergadering van de commissie Nieuwe Organen, mede gebaseerd op Troelstra’s ideeën over een nieuwe inrichting van de maatschappij. Het eindrapport zal pas in 1931 verschijnen.

20 december 1926
De Nederlandse Arbeiderssportbond richt een sportorganisatie voor kinderen op onder de naam ‘Jonge Pieter Jellen’.

voorjaar 1927
De jonge Friese dichter Fedde Schurer, die later naam zal maken als journalist en Kamerlid, verwijt Troelstra dat hij de Friese taal en cultuur slechts ziet als een verrijking van de eigen persoonlijkheid. De Friese beweging zou hij hebben afgeschreven. Troelstra verweert zich in It Heitelân tegen de ‘vlegelachtige’ kritiek van Schurer. Hij is geen nationalist, maar het Fries-zijn heeft hem een ‘grote zedelijke kracht’ gegeven.

4 juni 1927
Troelstra wordt getroffen door een beroerte. Hoewel hij na enige weken enigszins is hersteld blijft hij aan de rechterkant verlamd. Schrijven kan hij niet meer. Voortaan moet hij alles dicteren.

13 augustus 1927
Opening van het Troelstra-oord. Net als bij de eerste-steenlegging moet Troelstra verstek laten gaan wegens ziekte.

november 1927
Het eerste deel van Gedenkschriften, ‘Wording’, verschijnt bij uitgeverij Querido.

5 maart 1928
De jonge historicus H.B. (Stuuf) Wiardi Beckman treedt in dienst als secretaris en wetenschappelijk medewerker. Hij zal Troelstra assisteren bij het verzamelen van materiaal en het redigeren van de Gedenkschriften. Als na enige tijd Sandberg een andere baan krijgt, gaat ook Stuufs vrouw Riet secretariaatswerk doen.

25 mei 1928
Troelstra gaat met vakantie naar het Troelstra-oord waar hij eigen kamers heeft; Wiardi Beckman gaat mee. Tijdens zijn verblijft ontvangt Troelstra de leiders van de vakbeweging.

november 1928
Verschijning van het tweede deel van Gedenkschriften, ‘Groei’.

4 juni 1929
Voor de tweede en laatste maal verblijft Troelstra enkele weken op het Troelstra-oord. Hij krijgt bezoek van zijn dochter en kleinkinderen uit Duitsland. Het Polygoon-Journaal filmt de oud-partijleider op het terras.

november 1929
Verschijning van het derde deel van Gedenkschriften, ‘Branding’.

20 april 1930
Zeer verzwakt viert Troelstra zijn zeventigste verjaardag. De inspanning valt hem zwaar en hij gaat verder achteruit.

12 mei 1930
Troelstra overlijdt in bijzijn van zijn vrouw en zoon Jelle.

16 mei 1930
Troelstra wordt begraven op de algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag. Bijna veertig duizend getrouwen doen hem uitgeleide. In de weken na de begrafenis vertonen bioscopen de film die Polygoon van deze dag heeft gemaakt.

mei 1931
Postume verschijning van het vierde en laatste deel van Gedenkschriften, ‘Storm’, waarvan de tekst nog voor een groot deel Troelstra is gedicteerd, maar dat ten slotte door Wiardi Beckman als een congeniaal coauteur is voltooid.

top