Tijdschrift

voor

Sociale

Geschiedenis


28e jaargang 2002, nummer 2

Themanummer: Lange lijnen, fraaie vergezichten. Middeleeuwse perspectieven voor de sociale en economische geschiedenis

Onder gastredactie van Bas van Bavel en Leo Lucassen

 

Artikelen

Bas van Bavel en Leo Lucassen Een differentiéle grens. Over de intergratie van de Middeleeuwen in de economische en sociale geschiedenis van de Lage Landen

Erik Thoen Transitie en economische ontwikkeling in de Nederlanden met de nadruk op de agrarische maatschappij

Petra van Dam Het onderaardse bos. Chronologische afbakeningen in de ecologische geschiedenis

Marco Mostert Lezen, schrijven en geletterdheid. Communicatie, verschriftelijking en de sociale geschiedenis van de Middeleeuwen

Robert Stein Nationale identiteiten in de Late Middeleeuwen. Een verkenning

Recensies

Kroniek

Personalia

Abstracts


Abstracts

Bas van Bavel en Leo Lucassen, A differential boundary. The integration of the Medieval and economic and social history
The introduction addresses the problem of periodisation in the social and economic history of the Low Countries. First, it establishes that the traditional boundary of 1500, originated from political and religious history, still plays an important role, also in social history. Recent developments such as the specialisation of the science of history and institutionalisation of its sub-disciplines have even sharpened this caesura. Next, it discusses the meaningfulness of this caesura for the field of social and economic history, and it looks at alternative periodisations. After having analysed recent work by social and economic historians on this point, and the four papers by the contributors to this volume, it proposes to adopt a differential boundary, depending on the specific field of research, the questions asked and the area of research. In doing so, various points of acceleration can be observed in the social and economic history of the Low Countries: not only around year 1500, but also in de period around 1000, around 1300 and around 1800.

Erik Thoen, Transition and economic development in the Low Countries with a special emphasis on rural society
This article provides an overview of the recent views on the rise of agrarian capitalism and the transition of the rural economy in the Low Countries, and adds some personal observations and critical remarks. Two elements in particular are analysed: the role and the possible causes of the regional differences within the Low Countries, and the significance of the Middle Ages for the later evolution of the rural economy, i.e. a possible path dependency. This analysis is made by contrasting developments in the Low Countries with three tendencies which can be distinguished in recent theories: the commercial ‘Smithian’ views; the views focused on the institutions of the market, linked to the ‘new institutional economics’; and the more structural institutional views with their stress on property relations and access to land. Thus, the article also allows us to discuss and weigh the common features and contrasts of these conceptions, and to assess their value for arriving at a better understanding of the development of the rural economy in the Low Countries.

Petra van Dam, The subterranean forest. The chronology in ecological history
This article discusses periodisation of the ecological (or environmental) history. First it considers several ways to distinguish historical periods in different branches of ecological history, such as the history of climate, ecosystems, natural resources, pollution and hygiene, fauna and flora, environmental consciousness, the life sciences, outdoor recreation and the conception of nature. Secondly the history of energy is investigated more in depth, comparing England and the Netherlands. The general conclusion is that the more anthropocentric ecological history is the closer periodisations come to traditional ones in social history, in particular the transition from the Middle Ages to the Early Modern Time, 1300-1600, and the beginning of the Industrial Age in 1800 or so. More specifically, periodisation is discussed of the history of production and consumption of wood, peat and coal and the history of thermal energy technology, such as the introduction of the chimney around 1500 and the stove from the seventh century onwards.

Marco Mostert, Reading, writing and literacy: communication, the development of written culture and the social history of the Middle Ages
Medieval historians consider the study of group representations as vital. The introduction of writing in medieval societies is seen as necessary for any understanding of the period. Pragmatic literacy, the use of written texts for practical purposes, is of direct interest to social historians. Literacy is studied ever more in the context of communication, i.e. the importance of written texts is seen in relation to that of all other forms of communication available in any given society. Within the development of written culture, the thirteenth century proves to be of crucial importance. It is then that schooling is gradually dissociated, in the towns, from the clergy; from this moment, the development of western civilisation can be seen to have accelerated in a way that would have been impossible before. Thirteenth-century developments may have been of greater importance than those associated with the invention of printing.

Robert Stein, National identities in the Later Middle Ages. A survey
When looking for the roots of modern nationalism, the existing modernist and theoretical literature most often denies the existence of collective national identities in the pre-modern period. This contribution argues that in the Middle Ages identities occurred that were very much comparable to modern nationalism. However, when investigating medieval national identities, we should not aim at the predecessors of the modern nation-states but at the much smaller political entities that existed in the Middle Ages. As an example the medium-sized duchy of Brabant in the Low Countries is taken. It is argued that from the thirteenth century onwards a lively cultural and political articulation of the Brabant dynasty, territory and people came into existence, most often developed by the political and intellectual elite of the Brabant towns. From c. 1400 onwards the ruling class developed a clear cultural policy aimed at further spread of the national symbols among larger, socially far more differentiated parts of the (urban) population. There are also traces that ‘national sentiments’ existed in the urban population though it is not possible to establish a clear link with the cultural policy
.

Terug naar artikelen overzicht van dit nummer


Personalia

Bas (B.J.P.) van Bavel promoveerde in 1993 in Utrecht op een studie naar goederenverwerving en -beheer van de abdij Mariënweerd. Hij publiceerde sindsdien over onderwerpen als ontginningen, bezitsverhoudingen, de opkomst van de pacht, de ontwikkeling van de rurale economie, handel en markten, landbouwproductiviteit en proto-industrie, maar ook over historiografie, diplomatiek, kerkgeschiedenis en armen- en ziekenzorg. Centraal in zijn onderzoek staat de overgangsperiode van de Middeleeuwen naar de Moderne Tijd, met bijzondere aandacht voor Nederlanden. Nadat hij als toegevoegd docent, onderzoeker en visiting fellow gewerkt heeft aan de universiteiten van Utrecht, Amsterdam en Gent, is hij sinds 2001 aangesteld aan de afdeling ESG in Utrecht. Adres: Bas van Bavel, Faculteit der Letteren, Universiteit Utrecht, Kromme Nieuwegracht 66, 3512 HL Utrecht, bas.vanbavel@let.uu.nl

Leo Lucassen promoveerde in 1990 in Leiden op de geschiedenis van zigeuners in Nederland en is momenteel als NWO-pionier verbonden aan de afdeling Geschiedenis en Regiostudies van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde onder meer over de geschiedenis van paspoorten en het vreemdelingenbeleid in Nederland en Duitsland in de 19e en 20e eeuw, onder meer in het Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis (1998 en 2000), Holland (2001) en Social Science History (2002). Verder publiceerde hij in 1998 met Gerard van der Harst het boek Nieuw in Leiden. Plaats en betekenis van vreemdelingen in een Hollandse stad (1918-1955). Adres: Universiteit van Amsterdam, Historisch Seminarie, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam, L.Lucassen@hum.uva.nl

Erik Thoen promoveerde in 1987 aan de universiteit van Gent. Sinds 1975 was hij assistent en wetenschappelijk medewerker bij het Seminarie voor Economische en Sociale Geschiedenis van de Middeleeuwen en Historische Geografie; vanaf 1988 tot 2000 bevoegd verklaard Navorser en Onderzoeksleider in dienst van FWO; vanaf 1988 tot 1996 Gastprofessor Universiteit Gent, Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis; vanaf 1996 tot 2000 deeltijds Hoofddocent (60%) Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis en vanaf 2000-heden, voltijds Hoogleraar aan dezelfde vakgroep. Hij is vakgroepvoorzitter Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis. Hij publiceerde als auteur en als editor diverse boeken en artikelen over agrarische geschiedenis, economische geschiedenis, historische geografie en ecologische geschiedenis (Middeleeuwen-19de eeuw). Hij is coördinator van diverse onderzoeksprojecten, waaronder de internationale onderzoeksgroep 'CORN' (Comparative Rural History of the North Sea Area). Adres: vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis, Blandijnberg 2, 9000 Gent, België, erik.thoen@rug.ac.be

Petra J.E.M. van Dam promoveerde in 1997 aan de Universiteit van Leiden op een onderzoek naar de ecologische geschiedenis van de Hollandse veenlanden in de late Middeleeuwen. Na een jaar als visiting fellow aan de universiteiten van North York, Toronto en Princeton voerde zij verbonden aan de Vrije Universiteit een postdoc onderzoek uit naar gebruik en beheer van de Hollandse duinen 1300-1600, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Thans doet zij als fellow van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen een vergelijkend onderzoek naar de geschiedenis van de relatie tussen economische activiteiten en veranderingen in het landschap, toegespitst op kleiwinning en veenwinning ten behoeve van baksteen- en zoutproductie in Zeeland, Holland en Noord-Duitsland., 1300-1700. Adres: Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, 1091 HV Amsterdam, pjem.van.dam@let.vu.nl

Marco Mostert is als senior docent onderzoeker verbonden aan het Onderwijsinstituut Geschiedenis van de Universiteit Utrecht (afdeling Middeleeuwse Geschiedenis) en is tevens directeur van het Utrechts Centrum voor Middeleeuwse Studies, ressorterend onder het Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur van de Faculteit der Letteren van dezelfde universiteit. Van 1996 tot en met 2000 leidde hij het Pionier Project Verschriftelijking, dat een serie ‘Utrecht Studies in Medieval Literacy’ ging uitgeven, waarin studies verschijnen over alle aspecten van de Middeleeuwse schriftcultuur en communicatie. Adres: Marco Mostert, Faculteit der Letteren, Universiteit Utrecht, Kromme Nieuwegracht 66, 3512 HL Utrecht, marco.mostert@let.uu.nl

Robert Stein studeerde Middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Leiden. In 1994 promoveerde hij op een proefschrift over Brabantse historiografie in de Late Middeleeuwen. Sinds 2001 is hij verbonden aan de Opleiding geschiedenis van de Universiteit Leiden als universitair docent en postdoc. Zijn huidige onderzoek richt zich op de ontwikkeling van nationale identiteiten in de Nederlanden tussen 1250 en 1600. Adres: Universiteit Leiden, Opleiding Geschiedenis, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, R.stein@let.leidenuniv.nl


Terug naar artikelen overzicht van dit nummer

Terug naar overzicht van het TvSG per nummer

Home