IISG

De pers in Nederlands-Indië

Soerabaja rond 1919

Soerabaja rond 1919
(klik op plaatje voor een groter plaatje)

Bij alles wat de democratische omwenteling in Nederland in 1848 overhoop haalde, hoorde ook dat men zich realiseerde dat het Nederlands bestuur over het verre Indië een wettelijke basis in de nieuwe verhoudingen behoefde. Tot dan was het bestuur een zaak van de koning, die daartoe een functionaris benoemde: de gouverneur generaal. De grondwet van 1848 regelde dat het bestuur van Nederlands-Indië bij wet moest worden vastgesteld. In dat reglement werd in algemene termen iets gezegd over de drukpers in de kolonie. Maar verder werd erin bepaald dat de afzonderlijke zaken door verordeningen concreet geregeld moesten worden.

In 1856, na acht jaar discussie, was het zover en werd het Drukpersreglement van kracht. Een document dat een schok teweegbracht bij de liberale elite in Nederland. Was er in Nederland een redelijke mate van persvrijheid verkregen, voor wat betreft Indië was daar absoluut geen sprake van. Het reglement kende preventieve en repressieve censuur. De preventieve maatregelen behelsden onder andere een aanmeldingsplicht voor de uitoefening van het drukkers/uitgeversvak. Een tijdschrift diende 2 uur voor uitgave afgegeven te worden bij het plaatselijk bestuur (die het dan kon verbieden). Verder stonden er strenge straffen op hoon, smaad en laster tegen de gouverneur generaal. Ondanks lange debatten en onderbouwde kritiek werd het Drukpersreglement, dat Thorbecke al 'het gewrocht der duisternis' gedoopt had, vrijwel ongewijzigd ingevoerd.

De negentiende eeuwse Nederlandse bovenlaag in de kolonie was klein en de Nederlandstalige pers was daarvan een afspiegeling. Vanaf het midden van de 19e eeuw groeide het aantal kranten, maar het bleven er weinig en de oplage was gering. Een inlandse pers ontwikkelde zich nog trager; de lage alfabetiseringsgraad van de Indonesische bevolking was daarvan de belangrijkste reden. Het eind van de 19e eeuw bracht een snelle groei in de plantage-economie. Na de eeuwwisseling nam de koloniale overheid op grond van de 'ethische politiek', wat samengevat kan worden als een paternalistisch-koloniaal beleid dat ook het welzijn van de Indonesiërs trachtte te bevorderen, een steeds groter aandeel in de Indonesische maatschappij.

P.A. Daum

P.A. Daum

Door deze ontwikkelingen nam de Europese bevolking toe. En daarmee nam de Europese pers in oplage en verscheidenheid toe. Dat gaf ook meer frictie met het Gouvernement. Een van de bekendste conflicten was met de journalist en schrijver P.A. Daum van de krant Het Indisch Vaderland die in 1886 in hoger beroep veroordeeld werd tot een maand gevangenisstraf wegens 'opzetting tot minachting.'

Stap voor stap werd de situatie voor de pers wat vrijer. In 1906 werden de bepalingen van preventieve censuur afgeschaft. Wat bleef was een bijna omnipotente gouverneur generaal die als een vorst over het immense eilandenrijk heerste en de pers scherp in het oog bleef houden.

top