IISG

Crises

1637: Tulpenmanie

Eind 16de eeuw arriveerde de eerste tulp vanuit het Midden Oosten in de Nederlanden. Vrijwel onmiddellijk werd de tulp een statussymbool, gretig verzameld door de happy few. De tulpenbol was vrijwel onbetaalbaar, in 1637 bedroeg de richtprijs voor één bol 3000 gulden (vgl 31.000 euro in 2008). Tegen een achtergrond van pest en oorlog nam de speculatie rond tulpenbollen een enorme vlucht. Mensen verkochten hun eigendommen om tulpenbollen te bemachtigen. De speculanten werden floristen of bloemisten genoemd. In februari 1637 stortte de markt in en brak paniek uit. De ongelukkige handelaren die naar hun geld konden fluiten zochten hulp bij de overheid. Lokale overheden stelden commissies in om de partijen bij elkaar te brengen, maar een structurele oplossing bleef uit. In pamfletten en couranten werd de tulpenmanie als een morele inzinking aan de kaak gesteld. De Tulpenmanie is de oudst bekende speculatieve bubbel in de wereldgeschiedenis. De invloed op de economie van de Lage Landen was echter beperkt. [Goldgar, Anne, Tulipmania : money, honor, and knowledge in the Dutch Golden Age Chicago, Ill. [etc.] 2007. Signatuur: 2007/3756]
Zie ook: Het complete Tulpenboek van Jacob van Swanenburch

Tulipa Candida, c. 1630
Troostbrief, 1637
Lijst van tulpen


1720: Speculanten

De van oorsprong Schotse econoom John Law had al een grondige studie gemaakt van het bankwezen in Londen en Amsterdam toen hij zich in 1716 in Parijs vestigde en zijn plan lanceerde om papier in goud te doen veranderen. De Fransen worstelden op dat moment met een overheidsschuld. Op voorstel van Law kwam in 1718 de Banque Royale tot stand. Deze staatsbank gaf grote hoeveelheden papiergeld uit, waarbij de Franse economie wel leek te varen. Tijd om de blik naar Amerika te wenden, richting de Franse kolonie Louisiana. Law kocht de kwakkelende Mississippi Compagnie op en deze begon aandelen uit te geven die 'gedekt' waren door staatsobligaties. Duizenden Fransen kwamen er op af, misleid door verhalen over gouden bergen in de overzeese gebiedsdelen. Begin 1720 bereikte de speculatiezucht zijn hoogtepunt, maar in de zomer daalde het vertrouwen plotsklaps. De bubbel barstte, Law verliet Frankrijk en sleet zijn laatste jaren in Venetië. In die zelfde tijd speelde de in sommige opzichten vergelijkbare South Sea Bubble, waarmee duizenden Britse aandeelhouders het schip in gingen. En de speculatiekoorts en wildgroei aan lokale aandelencompagnieën waaide ook over naar Nederland. [Thiers, Adolphe. Histoire de Law. [Avec un avertissement de J. Hetzel]. Leipzig : Edition Hetzel, Duerr, Libraire-Editeur, 1858. Signatuur: F 149/18]
Zie ook: Collectie over de windhandel van 1720
Zie ook: Collectie Prijscouranten

John Law, 1720
Actiehandelaren in een koffiehuis
Money and Trade considered


1763: Bankroetiers

Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) waren veel Amsterdamse banken betrokken bij geldleningen aan de oorlogvoerende naties Engeland en Pruisen versus Frankrijk, Oostenrijk en Rusland. Heel Europa kwam in Amsterdam om geld. In 1763 kwam met het verdrag van Hubertusburg deze oorlog tot een eind. De prijzen van goederen kelderden, de wisselhandel kwam als eerste stil te liggen en veel Europese handelshuizen failleerden. Het faillissement van de Amsterdamse bankier Gebroeders De Neufville in augustus 1763 was een beslissend moment in dit proces. Deze financiële crisis bracht de Nederlandse literatuur een aantal vermakelijke zedenschetsen van het bankiersmilieu als een vriendjespolitiek bedrijvende, schaamteloze en corrupte bende. [E.E. de Jong-Keesing, De economische crisis van 1763 te Amsterdam S.l. 1939. EHB 11/L]
Zie ook: Collectie Amsterdamse regent Huydecoper van Maarsseveen
Zie ook: Prijscouranten

De Bankbreeker door list, 1763
Het wissel-en wondertoneel, 1763


1822-1837: Avonturiers

De Schotse generaal Gregor MacGregor (1786-1845) was betrokken bij de onafhankelijkheidsoorlogen tegen de Spanjaarden in Zuid-Amerika. Terug in Schotland stelde de fantasievolle generaal zich voor als vorst ('cacique') van Poyais, een staatje in de buurt van Honduras. Poyais zou vol goud- en zilvermijnen zitten en er zouden uitsluitend anglofiele inboorlingen wonen. Zo'n land schreeuwde als het ware om ontginning en investeringen. MacGregor wist daartoe onder meer een lening van 200.000 pond van een gevestigde bank los te peuteren. Hij gaf aandelen en landconcessies uit en schreef een boek over Poyais (onder de auteursnaam 'Thomas Strangeways', 350 pp). Ook werden Poyaisiaanse nepdollars gedrukt. Velen ruilden hun kostbare ponden ervoor in. Twee schepen met een paar honderd emigranten, onder wie één bankier, vertrokken in 1822 naar het volledig uit de duim gezogen land. In de midden-Amerikaanse jungle sneuvelde het merendeel van de avonturiers aan tropische ziekte en gebrek. Gezien de communicatiemogelijkheden van die tijd duurde het jaren voordat MacGregor ontmaskerd werd. Nog tot 1837 kon hij zijn frauduleuze praktijken voortzetten. De generaal overleed als pensionado in Venezuela. [David Sinclair, The land that never was. Sir Gregor MacGregor and the most audacious fraud in history. London 2003. 2007/3775]
Zie ook: Collectie MacGregor

De fictieve prins van het fictieve Poyais
Handtekeningen onder een landconcessie


1929-1933: Grote Depressie

Overproductie in de Amerikaanse landbouw en industrie lag aan de basis van de grote depressie van de jaren '30. Op donderdag 24 oktober 1929 klapte Wall Street in. De banken werden bestormd door mensen die hun geld opeisten. De Amerikaanse crisis sloeg over naar de Europese landen die met behulp van Amerikaanse leningen uit het dal probeerden te krabbelen waar ze na de Eerste Wereldoorlog in terecht gekomen waren. Hitler-Duitsland loste de economische crisis op met werkgelegenheidsprojecten en de belofte van Lebensraum tot ver over de oostgrens.
De Sovjet-Unie industrialiseerde terzelfder tijd in snel tempo ten koste van een onnoemelijk lijden van de bevolking.
Zie ook: Datafiles on historical prices and wages
Zie ook: Collectie Prijscouranten, prijsbewegingen 1900-1940
Zie ook: Collectie prospectussen geldbeleggingen

De productie van sovchozen in pictogrammen, 1931
'Hitler legt den Grundstein zum Volkswagenwerk', 1938
Tikkermachine, 1931


1973: Oliecrisis

De crisis begon met een explosieve verhoging van de olieprijs door de grote Arabische olieproducerende landen. Bovendien werd de oliekraan stukje bij beetje afgeknepen om het idee van een nijpend tekort levend te houden. De OPEC-landen maakten prijsafspraken. Saddam Hussein was een belangrijke initiatiefnemer. Op 17 oktober 1973 werd bovendien een boycot afgekondigd tegen de landen die Israel hadden gesteund tijdens de Yom Kippoer-oorlog, waaronder de Verenigde Staten. Wereldwijd stegen de energieprijzen. Inflatie, begrotingstekorten, krimpende economie, werkloosheid en crashende aandelen riepen herinneringen op aan de crisis van 1929. Westerse landen namen ook de nodige initiatieven om hun afhankelijkheid van de Arabische olielanden te verminderen.
Zie ook: International Federation of Chemical, Energy and General Workers' Unions Archives (ICEF)
Zie ook: Collectie CIDR

Cartoon Eppo Doeve, 1973
'Betaal nog maar een kwart benzine', 1973
Brochure van de Tudeh Partij, [1973]


2008-2009: Kredietcrisis

Dank zij de economische crisis maakt Marx een comeback - zijn zoveelste. De verkoop van Das Kapital, zo meldt uitgever Karl Dietz, is de laatste tijd verdubbeld. Maar verklaringen voor de crisis worden niet alleen bij Marx gezocht, ook andere klassieke economen doen weer opgeld. De herstelplannen van Obama ademen het idee van John Maynard Keynes dat de overheid moet proberen de vraagkant tijdens een recessie te stimuleren. Adepten van de vrije markt grijpen terug op Adam Smith en David Ricardo in de discussie over het weer de kop opstekende protectionisme. Herlezen van de klassieken blijkt tot moderne inzichten te kunnen leiden. Naast alle relevante publicaties heeft het IISG de papieren nalatenschappen van drie grote denkers: Marx, Ernest Mandel en André Gunder Frank. [125 jaar Marx : denken over zijn betekenis voor de 21e eeuw / Sjaak van der Velden (red.) Amsterdam : Aksant, 2008. Signatuur: 2009/1196]
Zie ook: The Return of Karl Marx (The "Comeback Kid" of the Economic Crisis)

Return of Marxism 2008-2009
Marx, Hannover, 1867
Wealth of Nations, 1776

top