IISG

De man die alles wist
Leven en werk van Athanasius Kircher (1602-1680)

Inleiding
Athanasius Kircher

Athanasius Kircher door Cornelis Bloemart, 1664

Beroemd en gevierd tijdens zijn leven, vergeten na zijn dood - de naam Athanasius Kircher zegt tegenwoordig maar weinig mensen iets. In de zeventiende eeuw was dat anders. Athanasius Kircher werd tijdens zijn leven beschouwd als één van de grootste, invloedrijkste en meest universele geleerden van zijn tijd. Hij was echter niet alleen beroemd, maar op het eind van zijn leven ook zeer omstreden en dat is de reden dat zijn naam in de vergetelheid verdween.

Sommige tijdgenoten en vooral latere generaties vonden hem een charlatan, of zelfs een oplichter. De werkelijkheid ligt genuanceerder. Ongetwijfeld beging Kircher dwalingen bij zijn onderzoekingen. Maar hij was ook een nieuwsgierige wetenschapper en uitvinder, wiens onderzoekingen soms tot vernieuwende en grensverleggende inzichten leidden. Op verschillende terreinen heeft hij een solide basis voor verder onderzoek achtergelaten.

In de Akademiebibliotheek bevindt zich een aantal werken van deze man waarvan men in de zeventiende eeuw beweerde 'dat hij alles wist'. De laatste decennia is er weer meer belangstelling voor deze bijzondere figuur uit de geschiedenis van de wetenschap. Hedendaagse onderzoekers scheidden het kaf van het koren; Kircher's werkelijke wetenschappelijke verdiensten zijn op waarde geschat en zijn gedachtenspinsels ontkracht; reden om op deze plaats aandacht te schenken aan leven en werk van Athanasius Kircher.

Levensloop

Athanasius Kircher werd op 2 mei 1602 geboren in Geisa, een klein plaatsje in Midden-Duitsland. Hij volgde onderwijs aan de Jezuietenschool in het nabijgelegen Fulda, waarna hij in 1618 toetrad tot de orde om de priesteropleiding in Paderborn te kunnen volgen. Al jong had hij een brede belangstelling. Naast zijn opleiding in Fulda leerde Kircher Hebreeuws van een plaatselijke rabbijn en studeerde hij filosofie en theologie.

Duitsland was destijds strijdtoneel van de dertigjarige oorlog (1618-1648), een conflict waarbij het zowel om politiek-constitutionele als religieuze tegenstellingen ging. In 1622 moest Kircher naar Keulen vluchten vanwege de opkomende reformatie. Hij werd in 1628 tot katholiek priester gewijd en werd daarna hoogleraar in de ethiek en wiskunde aan de Universiteit van Würzburg, wat hem niet belette tegelijkertijd les te geven in Hebreeuws en Aramees. Vanaf 1628 begon hij interesse te tonen voor hiërogliefen, een thema waarmee hij in zijn latere leven grote faam verwierf.

Kircher publiceerde zijn eerste boek ('Ars Magnesia', over zijn onderzoek naar magnetisme) in 1631, maar in hetzelfde jaar werd hij door de strubbelingen ten gevolge van de dertigjarige oorlog gedwongen uit Würzburg naar Zuid-Frankrijk te vertrekken, waar hij aan de pauselijke Universiteit van Avignon ging werken.

In 1633 werd hij door keizer Ferdinand II naar Wenen gehaald om daar Johannes Kepler op te volgen als wiskundige aan het Habsburgse hof. De benoeming werd echter na interventie van de astronoom Nicolaas de Peiresc herroepen. Deze haalde hem naar Rome, waar hij werd benoemd tot professor in de wiskunde, de natuurkunde en oosterse studies aan het Collegium Romanum, de internationale Jezuïeten-universiteit. Kircher zou de rest van zijn leven in Rome blijven. Hier schreef en publiceerde hij het grootste deel van zijn veelomvattende oeuvre en deed hij zijn onderzoekingen. Athanasius Kircher overleed er op 27 november 1680.

Werk en betekenis

Athanasius Kircher, 'de man die alles wist'. Hoe verkreeg Kircher zijn veelomvattende kennis? De basis daarvoor was natuurlijk gelegd tijdens de gedegen opleiding in zijn jeugd. Daarnaast voerde hij een zeer omvangrijke correspondentie met bijna 800 geleerden en missionarissen, kooplui en reizigers, staatslieden en vorsten over de hele wereld. In alle landen van Europa, van India tot de Fillipijnen, China, Syrië en Egypte, van Mexico tot Brazilie en Chili - overal had hij zijn contacten.

Onder de geleerden waarmee hij correspondeerde, bevonden zich de meest vooraanstaande van zijn tijd. Hij had contact met de wis- en natuurkundige, filosoof, historicus en rechtsgeleerde Leibnitz, de natuurfilosoof Gassendi, de wijsgeer en musicoloog Mersenne, de wis- en natuurkundige Torricelli en de astronoom Hevelius. Hij kreeg brieven van keizers, pausen, koningen, kardinalen, keurvorsten en hertogen en van missionarissen verspreid over de hele wereld. Deze correspondenten brachten hem niet alleen op de hoogte van hun ontdekkingen en theorieën, maar zonden ook bijzondere voorwerpen voor het museum waarvan hij curator was. Via dit netwerk verzamelde Kircher ook de gelden die nodig waren voor de uitgave van zijn boekwerken.

Kircher verzamelde niet alleen de kennis die hij zo ontving, maar gaf die ook door. Hij was als vraagbaak voor geleerden uit de hele wereld de juiste man op de juiste plaats. Zijn eigen netwerken werden versterkt door de belangrijke positie die Rome in de zeventiende eeuw had als centrum voor de bestudering van natuurwetenschappen en door het wereldwijde netwerk van de Jezuïeten, de orde waartoe hij behoorde.

Kircher deed meer dan corresponderen. Hij schreef bijna veertig werken over een zeer groot aantal verschillende onderwerpen die een overzicht geven van de kennis van zijn tijd: van geluidsleer, kennis van het licht, magnetisme, musicologie, taalkunde, geheimschrift, geologie, mineralogie en biologie tot geneeskunde en Egyptologie.

Kircher schreef zijn boeken in het Latijn, de lingua franca van de wetenschap in zijn tijd. De boekwerken werden prachtig uitgegeven, op folioformaat, met veel aandacht voor de typografie en de lay-out en met schitterende illustraties. Zijn werken waren in de zeventiende eeuw zeer populair en beleefden meerdere drukken en vertalingen, waardoor Kircher niet alleen een grote invloed uitoefende op het verspreiden van wetenschappelijke ideeën in een brede kring maar ook een der eerste wetenschappers was die van de opbrengsten van zijn boeken kon leven. Kircher was ook een marketeer avant-le-lettre, die zijn werk groots wist aan te kondigen en te promoten - soms op zo'n schaamteloze wijze, dat het hem op ernstige reprimandes van zijn orde kwam te staan.

Kircher was een aanhanger van het syncretisme, een poging om uiteenliggende of tegengestelde overtuigingen en religies met elkaar te combineren. Niet voor niets was zijn motto 'in uni omnia' - alles in één. Met zijn tientallen folianten wilde hij niet alleen een overzicht geven van alle wetenschap zijn tijd maar ook van de dwarsverbanden die hij zag tussen de verschillende terreinen. Daarbij verloor hij (tegenwoordig als vanzelfsprekend beschouwde) grenzen tussen vakgebieden vaak uit het oog. Zoals latere critici zeiden: 'Kircher overschreed geen grenzen; hij negeerde ze.'

Kircher's aanhang van het syncretisme leidde tot vele indrukwekkende inzichten maar ook tot vele foute aannames, omdat de uitgangspunten van het syncretisme niet strookten met de beginselen van moderne wetenschapsbeoefening. Een belangrijk kernpunt in zijn werk was de constructie van een 'gouden tijdperk', waarin het alleroudste Christendom nog in zijn meest pure vorm voorkwam. In deze synthese dacht hij verschillende heidense religies te kunnen verenigen. Ook zocht hij naar overblijfselen van vóór de Babylonische spraakverwarring en probeerde hij de universele taal te reconstrueren die, zoals hij dacht, daarvoor moest hebben bestaan. Kircher dacht dat deze universele taal was vastgelegd in de Egyptische hiërogliefen en vanuit die overtuiging maakte hij een uitgebreide studie van de Egyptische oudheid.

Athanasius Kircher interesseerde zich niet alleen voor de moderne natuurwetenschap, maar bleef daarnaast ook aanhanger van ideeën uit het premoderne wereldbeeld en bestudeerde 'magische' verschijnselen.
Om Kircher daarmee af te doen als een geniale gek of een zweverige charlatan gaat te ver. Tegenover vele dwalingen staan indrukwekkende inzichten. Zo meende Kircher dat door middel van een klein aantal logische symbolen de grondslagen van alle mogelijke kennis kon worden vastgelegd. Hij schreef hierover het werk 'Ars Magna Sciendi', de 'Grote Kunst van het Weten', dat het eerste boek over symbolische logica is, een wetenschap waaruit zich in de twintigste eeuw de taalfilosofie en de informatica ontwikkelden.

De syntheses waar Athanasius Kircher naar zocht, waren niet alleen geinspireerd door het syncretisme. Jezuïtenpater Kircher's wetenschappelijke arbeid, hoe interessant en belangwekkend ook, stond uiteindelijk in het kader van slechts één ding: de verspreiding van het ware geloof. In zijn uitgebreide werk over de eigenschappen van het licht liet Kircher zijn betoog uitmonden in een lofzang op de bron van alle kennis, het goddelijke licht, en zijn wiskundige geschriften bevatten zonder uitzondering een omvangrijke clausule over de goddelijke oorsprong van de getalsverhoudingen.

In dit kader kan ook het eerder genoemde idee van een een voor iedereen begrijpelijke universele taal worden geplaatst, als hulpmiddel om het geloof overal ter wereld uit te dragen. En in dit licht kunnen ook Kircher's vertaalpogingen van de hiërogliefen worden gezien - door Thijs Weststeijn als volgt verwoordt: "De obelisken op de pleinen in Rome hoefde men na Kircher's onderzoeken niet meer te vrezen of te minachten als een mysterieus reliek uit een voorbije heidense oudheid. De Egyptenaren waren slechts de trouwe stenografen van een op Jezuïtische leest geschoeid Oerchristendom."

Dat het hier om één van Kircher's beruchte dwalingen ging, behoeft geen betoog. Kircher, die bekend stond als polyglot, beweerde dat hij de Egyptische hiërogliefen kon ontcijferen, hetgeen hem in zijn eigen tijd wereldberoemd maakte. Het staat vast dat hij obelisken in Rome voorzag van betekenisloze symbolen op plaatsen waar de orginele hiërogliefen ontbraken - een belangrijke reden waarom hij na zijn dood werd verguisd als oplichter en in de vergetelheid raakte.

Athanasius Kircher was niet alleen correspondent en schrijver, maar ook theoreticus, uitvinder en technicus. Hij verrichte experimenten op allerlei gebied en bedacht en bouwde vele instrumenten en machines.
Hij ontwierp een universele taal, codeersystemen, ventilatiesystemen voor de mijnbouw en tal van andere pneumatische, hydraulische en mechanische toestellen en machines.

Maar hij bedacht ook de voor die tijd vernieuwende theorie dat de pest veroorzaakt werd door met het blote oog onzichtbare organismen en stelde een aantal doeltreffende maatregelen voor om de verspreiding van de pest tegen te gaan.

Naast zijn boeken en wereldwijde correspondentie was Kircher ook beroemd om zijn grote natuurwetenschappelijke museum. Kircher behoorde in het midden van de zeventiende eeuw tot de beroemdste en meestbezochte Romeinen, maar het ontbrak hem aan een geschikte ruimte om zijn bezoekers 'in stijl' te ontvangen. In 1651 doneerde Alfonso Donnini, secretaris van de Romeinse Senaat, zijn collectie tekeningen en kunstvoorwerpen aan het Collegium Romanum, de internationale Jezuïeten-universiteit in Rome. De Jezuieten verwelkomden de mogelijkheid om bij het Collegium Romanum een museum te stichten. Natuurlijk moest het uitgroeien tot een van de meest vooraanstaande van Rome. Daartoe benoemden zij Athanasius Kircher tot curator.

Het Kircherianum of Museo Kircheriano was een indrukwekkende 'wunderkammer' vol instrumenten, machines, mineralen, spelingen der natuur en andere curiosa. Er wordt wel gezegd dat het Kircherianum het grootste rariteitenkabinet uit de zeventiende eeuw was. Veel van de in het museum geëxposeerde instrumenten en machines bedacht en bouwde Kircher zelf. In zijn museum vergastte Kircher zijn gasten op spectaculaire voorstellingen, waarbij wetenschap en amusement naadloos in elkaar overgingen. Hij vertoonde beelden met de toverlantaarn, liet beelden spreken en exposeerde zelf ontworpen apparaten die vogelgeluiden en muziek maakten en poppetjes lieten dansen. In zijn collectie bevonden zich onder heel veel meer het Organum Mathematicum voor wiskundige berekeningen en een componeermachine, de Arca Musica, waarmee gedichten en liederen konden worden gemaakt.

Helaas is het museum verloren gegaan. In 1870 werd het door de Italiaanse staat overgenomen en in 1915 ontmanteld, waarbij delen van de collectie werden verdeeld over andere musea. In 1709 verscheen van de hand van Kircher's opvolger als curator, Filippo Buonanni, een uitgebreide beschrijving op groot formaat (522 pagina's met 172 gegraveerde afbeeldingen) waaraan we onze uitgebreide kennis van de inhoud van het museum danken.

Een vermaard oeuvre dat over de hele westerse wereld werd gelezen, een wereldwijd wetenschappelijk correspondentienetwerk, een prachtig rariteitenkabinet dat beschouwd wordt als één der eerste openbare musea ter wereld - aan de beroemdheid en persoonsverheerlijking van Kircher leek geen einde te komen. Maar tegen het eind van zijn leven werd er getwijfeld aan zijn prestaties. Was hij nu een geniale geleerde, of een geleerde fantast? De ontmaskering van Kircher's fantasie-vertalingen van de hiërogliefen speelde hierbij een belangrijke rol. Sommigen, zoals leden van de Royal Society in Londen, vonden dat 'het kaf van het koren' moest worden gescheiden, maar voor anderen had Kircher geheel afgedaan.

Tegenwoordig is Athanasius Kircher onbekend en vrijwel vergeten. Daarmee wordt echter geen recht gedaan aan Kircher's prestaties, hoe omstreden sommige ook mogen zijn. Fouten en dwalingen zijn ontmaskerd; wat blijft is het beeld van een illustere geleerde en nieuwsgierige onderzoeker, zonder aflaten op zoek naar 'de waarheid'. Op veel terreinen heeft hij een solide basis voor verder onderzoek achtergelaten.

top