De stad was van ons

vorige hoofdstuk | Hoofdstuk 10

Epiloog, juli-september 1996

Frans: "Terugkijkend was het merkwaardig en reuze spannend. Het had af en toe iets van middeleeuwse oorlogsvoering: groepen die brandschattend en plunderend door de stad trekken. Wat dat betreft is het nu een beetje saai geworden."

Jack: Het veroordeeld worden tot de zijkanten van de samenleving of de onderkant, lijkt me het ergste wat er is. Dus je moet in ieder geval die vrijheid nemen en genieten van het leven en je moet je bepaalde zaken toeëigenen en geen genoegen nemen met douceurtjes, zodat je in ieder geval volwaardig leeft. Ze zeiden vroeger al: "Het is beter om staand te sterven dan geknield te leven", met andere woorden je moet er echt vol voor gaan, en als je inderdaad tot het maximale gaat dan krijg je ook het maximale.

Gusta: "De essentie van tot zo'n beweging behoren, was vooral ook om met een groep mensen samen proberen dingen te veranderen. Je zat eerst op school en je studeerde en alles was voor jouw verdere leven, voor jouw carrière, voor jouw inkomen later. Ik wilde weg van het huisje boompje beestje ideaal. Ik had in die tijd ook geen vaste relatie bijvoorbeeld, dat werd ingevuld door een hele grote groep mensen met wie je heel erg close was, dat was heel belangrijk. Er was wel een groep in de kraakbeweging waar je emotioneel niet zoveel mee had, maar er was ook een grote groep waar je heel veel mee had, waar je heel veel mee deelde. Dat kwam door de rellen, of door het 's nachts posten, door panden te kraken en te bezetten, door een uitgebrand huis op te knappen, je deelde heel veel, heel veel lief en leed, ook na rellen als mensen in elkaar geslagen waren of er waren mensen gearresteerd. Het was een hele belangrijke groep mensen, waar je heel veel mee had, of waar je heel veel mee wilde doen, en van een aantal mensen hield je heel veel.

Leen: "Het is toch een beetje kapot gegaan, de kraakbeweging, maar wat wel is blijven bestaan is de hele infrastructuur van de kraakbeweging, theaters bijvoorbeeld waar culturele manifestaties worden gehouden, filmhuizen, plaatsen waar gegeten kan worden, gereedschapsuitleen, niet alleen in de Staatsliedenbuurt maar ook elders in de stad ontmoeten mensen elkaar en dat blijft toch een vruchtbare voedingsbodem voor een nieuwe sociale beweging. Overigens zijn er her en der in de stad altijd weer mensen geweest die kraken, ook nu nog. Er is een hele nieuwe generatie krakers ontstaan die ik niet meer ken, die nog steeds bezig zijn om panden te kraken. Het is niet helemaal weg en ik geloof dat we langzamerhand weer bezig zijn om een groeiende beweging te vormen. Dat moet ook want je ziet aan alle kanten dat de repressie van de kant van de overheid op heel veel gebieden weer toeneemt. Er moet weer meer verzet komen!"

Annegriet: "Ik ben uiteindelijk gestopt met de kraakbeweging, omdat ik er zo'n 20, 30 uur per week mee bezig was. Maar er waren ook andere liefhebberijen en dingen die ik belangrijk vond. Op een gegeven moment is het gewoon genoeg. Je glijdt er langzaam uit. Het was niet zo dat ik me liet afschrikken door de geweldspiraal of dat ik dacht dit zijn niet meer mijn mensen. Voor een groot deel voelde ik het nog steeds als mijn mensen. Nu nog trek ik als ik ergens kom naar mensen toe die ook in de kraakbeweging hebben gezeten, zelfs naar mensen die ik niet eens ken. Het is een blik, je ziet het, je voelt het aan elkaar, dus het zijn nog steeds mijn mensen".

Gusta: De kraakbeweging is dood, denk ik, maar de dingen waardoor je bij de beweging hoorde, die zijn niet dood, die heeft iedereen juist meegenomen. Ik denk dat er weinig mensen uit onze groep die met veel overtuiging die idealen verkondigden, zomaar weer in de structuur in te passen zijn, of bij een baas kunnen gaan werken en opdrachten moeten uitvoeren. Ik denk dat dat verder gaat in je leven, dat je een soort eigenwijsigheid houdt, of in ieder geval veel dingen in eigen hand wilt houden. Heel veel mensen blijven vrij eigenzinnig, daarom zaten ze ook bij de club.

Annegriet: "Wij woonden uiteindelijk met tachtig mensen in een pand. Dat is een kleine staat in de staat en dat is fantastisch, een soort anarchie waarin je jezelf, je hele denkvermogen ontwikkelt. Het heeft mij ook gevormd. Ik heb gezien hoe de politie met ons omging, hoe de overheid met ons omging, ik ben gearresteerd geweest en in busjes gegooid. Dan weet je hoe het in andere landen kan gebeuren. Politiek gezien heeft het mij definitief veranderd. Ik zal nooit meer kunnen zijn wat ik vroeger was. Nooit meer naïef. De politie zal nooit meer m'n vriend kunnen worden, ook al denk ik nu soms dat ze ook wel eens nodig zijn. Je hebt te veel gezien. Je hebt teveel gelezen over hoe journalisten werken, hoe media werken. Hoe onwaar sommige dingen zijn, niet alleen uit onwil maar omdat ze het gewoon niet hebben nagetrokken. Een krant is maar een pamflet. Dat soort dingen heb ik geleerd. Het is een structureel wantrouwen tegen de regering. Het is een ander soort weten. Je kunt misschien wel beter met de wereld uit de voeten als je weet dat het allemaal niet zo in elkaar zit als het in eerste instantie lijkt. Je kunt er gebruik van maken. Mensen daar ook mee manipuleren. Beter weten hoe dingen in elkaar zouden kunnen steken, zonder dat je de precieze informatie hebt."

Jojo: Kraken is niet alleen dat pand, kraken is de mogelijkheid om op een extreme manier te leven en dat gebeurde ook. Dat liep vaak slecht af, maar dat gaf wel hoogtepunten in de subcultuur te zien.
Ik ben niet met de kraakbeweging gestopt. Ik zei altijd: "Ik ben geen deel van de beweging maar de beweging is een deel van mij". Op mijn manier ben ik altijd doorgegaan. Als ik in mijn werk of waar dan ook mensen tegenkom, maak je heel snel een schakeling als je elkaar herkent: 'jij was vroeger ook kraker'. Het is bijna niet te benoemen wat dat is, misschien over twintig jaar, maar je weet hoe je tegenover het gezag staat, je weet van elkaar dat je altijd bereid bent of op zoek bent naar een manier om improviserend of er iets op verzinnend iets te regelen, om de geijkte kaders te omzeilen, te ondermijnen of een list te verzinnen, om iets mafs te doen."

Kees: "Ik heb me na het actiejaar 1980 teruggetrokken als fulltime kraker, dat wil zeggen als kraker die elke dag niets anders deed dan kraken. Terugtrekken uit de kraakbeweging kan niet, want je bent afhankelijk van die krakers en van elkaar, simpelweg om te kunnen blijven wonen waar je woont. Als de deurwaarder langskomt dan staan er een aantal mensen voor je deur die jou meehelpen om ervoor te zorgen dat die man weggaat. Bovendien neem je geen afscheid van de kraakbeweging, de kraakbeweging valt uiteen, die desintegreert hooguit, dat is in de loop der jaren 80 wel gebeurd natuurlijk. Maar ik heb uit de verschillende restanten van de kraakbeweging nog rijkelijk kunnen putten. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik het ontzettend mis, dat er nu niets of nagenoeg niks meer van over is - althans niet dat ik weet of waar ik dan deel vanuit maak -, dat vind ik verschrikkelijk. Vooral in deze tijd zou je hier in Amsterdam zo snel mogelijk weer een nieuwe kraakbeweging moeten oprichten. Het schreeuwt erom, de burgertruttigheid die stormt van alle kanten door de media op je af, er is een ontzettende bangerige sfeer, mensen hebben niets meer met elkaar te maken. Juist daarin was die kraakbeweging zoals ik haar gekend heb tot en met haar laatste snik erg goed. Mensen hadden wat met elkaar te maken, spraken elkaar ook aan, niet alleen op solidariteit en het politieke verzet maar ook op elkaars creativiteit, daagden elkaar ook uit. Op die manier kwamen mensen tot grote prestaties, stegen tot grotere hoogten. Het was een tijd waarin je niet alleen zat te suffen achter je computer of in je auto in de file. Wat dat betreft is die hele kraakbeweging actueler dan ooit. De kraakbeweging zou een waarlijk revolutionaire beweging zijn als zij zich op dit moment in 1996 zou voordoen in de gedaante waarin ze in 1980 en later bestaan heeft. Dat zou fantastisch zijn.

Gusta: "Ik kijk niet met weemoed terug naar die tijd. Het was een grote liefde en die gaat op een gegeven moment over. Het was heel veel, het was alles omvattend, maar het is een natuurlijke dood gestorven, zoals dat met liefdes gaat. Er zijn er maar een paar die blijven hangen, in het oude idee, dat noem je ook wel halsstarrig."

Pietje: Ik ben ervan overtuigd dat 70 % van de mensen die actief zijn geweest in de kraakbeweging, voor een weekje, voor een maandje, of ze moesten een scriptie maken voor de sociale academie of wat dan ook, alleen maar min of meer voor hun eigen huisvesting of voor hun eigen carrière mee hebben gedaan. Als ik nu zie hoeveel oude activisten in allerlei stichtingen en verenigingen, of plotseling in documentaires op TV opduiken. Dan denk ik van 'hé, jou ken ik, jou ken ik'. 70 % van hun tijd besteden om te bewijzen dat ze subsidie nodig hebben, 15 % besteden aan het eigenlijke werk, waarvoor ze die verenigingen of stichtingen hebben opgericht en 15 % aan publiciteit. En nu ontkennen of in ieder geval spijt hebben van wat ze gedaan hebben. Ik ben één van de weinige die gezegd heeft: Ik heb alleen maar spijt van de stenen die ik mis gegooid heb en niet van de stenen die ik raak gegooid heb. In die periode was dat gewoon nodig."

Ruud: "Ik vind het jammer dat er geen kraakbeweging meer is. Vooral in deze tijd. Ik leef als dakloze en in feite toen de kraakbeweging er was, heeft die voor de stad het daklozenprobleem opgevangen. Er waren toen ook vrij veel mogelijkheden, nu is alles waar de kraakbeweging voor staat, sloophuizen bijvoorbeeld, die zijn nu allemaal in handen van de gemeente en de gemeente geeft het Riag of de GG&D de opdracht te zoeken naar contractbewoners voor drie maanden, voor een half jaar. Je ziet een ontwikkeling die ik zelf ook de afgelopen vijf, zes jaar heb meegemaakt, omdat ik zelf op straat sta. Ik heb het daklozenprobleem zien groeien.

Piet-Jan: "Ik heb die kraakbeweging altijd als een soort werelduniversum gezien. Wijers bijvoorbeeld, dat was een heel groot complex aan de Nieuwezijds Voorburgwal. In mijn geschiedenis was Wijers het toppunt van het kraken. Het was een gigantisch groot huis. We probeerden het zo te organiseren dat er met honderden mensen geleefd kon worden. Het werd verbouwd, het was een ontzettende chaos. Maar echt een wereld op zich, met winkeltjes, met een kroeg, maar ook met illegale activiteiten. Er werden allerlei kleine kindertjes opgevangen die anders in de goot verdwenen. Dat zijn de dingen die ik toch wel het belangrijkste gevonden heb met de krakers. Het idee dat je alles kan. Het onmogelijke toch mogelijk maken, dat is een credo dat gedeeld werd door al die krakers. Ik denk dat veel van die oude krakers dat nog steeds hebben. Als je terugkijkt op de jaren van '80 tot '86 dan lijkt het of die tijd veel langer geduurd heeft dan de tien jaar van '86 tot '96. Een snelkookpan, waarin de tijd veel sneller ging dan in de jaren erna. Het lijkt alsof die tijd in elkaar gedrukt is, omdat er zoveel gebeurde en zo intens geleefd werd."

Rob: "Ik heb ontzettende lol gehad, ik heb er een paar hele dierbare herinneringen aan over gehouden en ook een aantal dierbare vrienden. Ik heb er ontzettend veel van geleerd. Ik heb geleerd om niet te snel onder de indruk van mensen te raken met een mooi verhaal of van mensen die je op een moment dat je jezelf zwak voelt proberen te overdonderen. Dat gebeurt me niet zo gauw meer. Ik herken eerder wat mensen in de zin hebben. Maar het meest positieve is dat ik geleerd heb dat je op mensen kunt vertrouwen, dat als je met z'n zessen naar een klus gaat je ervoor zorgt dat je ook met z'n zessen weer terug komt. Zeker in m'n huidige werk bij de brandweer is het belangrijk dat je vertrouwen in elkaar hebt. Dan ga je ook af en toe met een aantal mensen naar een klus toe en moet je ook op elkaar kunnen vertrouwen. En ik heb geleerd dat het ontzettend fijn is om met mensen samen dingen te doen."

Saskia: "Voor mij is het kraken zo'n essentieel deel in mijn leven geweest. Door de kraakbeweging, door het feit dat je moest discussiëren, dat je moest nadenken over de manier van wonen, over wat voor standpunt je innam, het leren praten voor groepen, voor mij is dat zo belangrijk geweest om te ontdekken wat ik zelf wilde. De kraakbeweging heeft me die ruimte gegeven."

Evelien: "Wat je van de geschiedenis leert is natuurlijk allemaal betrekkelijk, maar één van de dingen, die ik van de kraakbeweging geleerd heb is dat het heel belangrijk is om op verschillen te reflecteren in plaats van ze te verdoezelen en dat je, als je het allemaal niet meer redt naar de buitenwereld, je niet je eigen vijand intern gaat creëren, dat soort dingen. En het is een heel intense tijd geweest, waarin ontzettend veel gediscussieerd is, je houdt er altijd iets aan over, een bepaalde alertheid en een kritische houding, die werkt altijd door. Ook in hoe je leest en hoe je schrijft en hoe je onderzoek doet, en welke aspecten van de maatschappij je interesseren".

Theo: Ik ben altijd door blijven gaan met kraken, terwijl een heleboel andere mensen die van het begin af aan bezig waren, al afgevallen waren. Voor mij was het een way of life, a political life. Kraken was meer dan een woning openzetten, kraken was het systeem kraken. Je verschafte je toegang waar je normaal geen toegang kon krijgen. Je nam alles wat je niet kreeg en waar je recht op had. Het is niet verwonderlijk dat ik doorging, maar dat anderen afvielen. Het jammere was dat zoveel mensen met zo'n ervaring en zo'n intellectueel niveau, die er zo goed over na konden denken, toch voor de eigen carrière kozen. Het is jammer, maar aan de andere kant ook wel begrijpelijk dat iemand zegt 'mijn ontwikkeling is gestopt, ik ga verder'. Uiteindelijk heb ik dat ook gedaan. Op een gegeven moment bekropen mij ook vragen van 'voor wie doe ik dit nog?' Waarom moet ik zoveel offers brengen, terwijl het effect steeds meer contraproductief werd?

Kees: Ik denk dat je na de oorlog in Nederland geen serieuzere beweging hebt gehad dan die kraakbeweging. Dat kan ik natuurlijk makkelijk zeggen, want ik was nog te jong als het gaat over de Nieuwmarktbeweging rond 1975. Ik ben daar toen wel geweest, maar ik wist niet wat me overkwam en wat ik zag.
Die kraakbeweging was toch een vrij massale club mensen die niet bereid was zich hun eigen leven te laten ontnemen door wie dan ook. Ik weet niet of iemand een periode kent na de oorlog waar dat in Nederland gebeurd is. Ik niet, en als zodanig vind ik het een serieuze beweging, misschien wel de meest serieuze die er geweest is."

Henk: "Ik ben in feite terug bij af. Hier in de Pijp ben ik nu op mijn manier bezig als buurtactivist tegen de stadsdeelraad, die ons door de strot geduwd is. Die bestrijden we op alle mogelijke manieren. We komen voor de bewoners hier in de buurt op en we pakken tegelijk die deelraden aan. Er is geen kraakbeweging meer die je achter je hebt staan. Persoonlijk vind ik het natuurlijk jammer, want ik wil het liefst doorgaan met kraken en met een beweging, om het systeem aan te pakken. Zolang als ik leef blijft dat zo."

Jojo: "De kraakbeweging is met een aantal heftige schokken tot stilstand gekomen. Ik was daar zelf niet direct bij betrokken. Maar er wordt nog steeds gekraakt, het is nog steeds voor bepaalde mensen een oplossing om aan woonruimte te komen, zij het tijdelijk. Voor een deel is het geïntegreerd in het systeem door tijdelijke verhuur en kraakwachten, wat natuurlijk zowel voor gemeenten als voor particuliere eigenaren een prachtige kapitalistische manier is om het kraken beheersbaar te maken. Maar als beweging is ie stil komen te staan, omdat aan de ene kant dat soort trucs van de staat en de eigenaren gewerkt hebben, en aan de andere kant omdat mensen uiteindelijk toch kiezen voor een andere manier van leven. Of kapot zijn gegaan aan een manier van leven die ook eigen was aan de kraakbeweging, gewoon het "live fast, die young"-principe, want er zijn een heleboel mensen aan de dope onderdoor gegaan of op een andere manier aan hun eind gekomen. Andere mensen zijn door een diep dal gegaan en uiteindelijk weer opgedoken als diepzeeduiker op Curaçao of voor mijn part als speculant die weet hoe het werkt en die daar nu aan de andere kant zijn voordeel mee doet. Ik geloof dat de meeste mensen er op hun manier hun voordeel mee hebben gedaan of blijven doen. Voor mij is dat een manier van leven. En vooral het idee dat er altijd wel ergens een spleet of een kier in het systeem of in de regels zit waar je doorheen kan kruipen om weer een nieuwe ruimte te ontdekken waar je je eigen leven vorm kan geven."

Theo: De hele periode door heb je actie gevoerd tegen onrecht. Je probeerde een brede politieke beweging te krijgen. Dat is tot op zekere hoogte, in een bepaalde periode, geslaagd. Dat is niet iets om spijt van te hebben. Niet één beweging heeft echt goed standgehouden, er komen steeds weer nieuwe bewegingen, en dat heeft niks met de tijdgeest te maken maar meer met mensen die er op een bepaald moment voor kiezen of niet.
De stad was van ons toen de mensen er nog in geloofden en toen men nog de lijn wilde volgen, een politieke lijn: de stad behoort niet aan mensen die één keer in de vier jaar gekozen worden. We voerden zoveel mogelijk acties uit om recht te verwerven in de straten en in de buurten om de autoriteiten, die dachten dat de stad van hun was, het nodige tegenwicht te bieden. De stad moet in handen zijn van de bewoners, niet van de autoriteiten die één keer in de vier jaar de macht naar zich toetrekken en die dan vier jaar lang willen houden. Toen overal actie gevoerd werd en overal bezettingen waren, toen mensen echt actief waren om in actiegroepen de stad naar zich toe te trekken, ja, toen is de stad een tijd lang van ons geweest. Had de beweging zich doorgezet en wat meer mensen gehad die inzet konden tonen, dan hadden we zeker voor een veel groter deel kunnen slagen. De cruciale fouten zijn al genoemd, maar als nieuwe mensen daaraan kunnen gaan beginnen of een nieuwe beweging opstaat, dan kan zeker met deze ervaringsfeiten gewerkt worden."

vorige hoofdstuk | Hoofdstuk 10