De Bijlmermeer werd halverwege de jaren '60 gepland als een soort moderne tuinstad: een grote wijk met ca. 13.000 woningen ten zuid-oosten van Amsterdam. In de flats konden veel gezinnen uit de oude stadswijken ondergebracht worden. Het vele groen, de scheiding van de verkeersstromen, de ruime woningen en de goede bezonning moesten de Bijlmer tot een aantrekkelijke woonomgeving maken. De honingraatvormige complexen van elf hoog bleken het echter af te leggen tegen huizen met tuintjes in de omgeving van Amsterdam. Dat leidde tot leegstand, criminaliteit en drugsoverlast. Het beheer van de woningen door 16 verschillende woningbouwverenigingen maakten het ook moeilijker de problemen goed aan te pakken.
In de jaren '80 kwam er een plan van aanpak. E�n nieuwe woningbouwvereniging Nieuw Amsterdam ging de woningen beheren. Een aantal parkeergarages werd gesloopt en er werd meer vari�teit inde woningen aangebracht. De flats kregen kleur op de gevels en er kwam meer aandacht voor de veiligheid. Het symbool voor de vernieuwing werd flat Gliphoeve die onder de naam Geldershoofd nieuw leven werd ingeblazen. Alle 365 woningen zijn daarbij ingrijpend gerenoveerd.